Begrippen 1.1 Flashcards

1
Q

BRICS

A

Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika, afkorting voor landen die na 2000 een snelle economische ontwikkeling doormaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lagelonenlanden

A

Landen die in de (semi)periferie waar de lonen veel lager zijn dan in de centrumlanden. Deze landen vormen een aantrekkelijk vestigingsgebied voor arbeidsintensieve bedrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Productieketen

A

De schakels waaruit het productieproces van goederen bestaat, van grondstof tot eindproduct.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

WTO

A

Wereldhandelsorganisatie die pleit voor vrijhandel (World Trade Organization).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Afzetmarkt

A

Gebied waar goederen en/of diensten worden verkocht. De omvang van de afzetmarkt wordt bepaald door het aantal inwoners en door hun koopkracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Globalisering

A

Proces waarbij gebieden op aarde op tal van terreinen (economisch, cultureel, sociaal en politiek) steeds meer met elkaar verbonden raken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Global shift

A

De verschuiving op aarde van het economische kerngebied. Vaak verstaat men hieronder de verschuiving van de randen van de Noordelijke Atlantische Oceaan naar de Stille Oceaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly