Begrippen 3.1 Flashcards
(5 cards)
1
Q
Broeikasgas
A
Gassen in de dampkring, zoals CO2 en methaan, die warmtestralen kunnen opnemen en vasthouden.
2
Q
Versterkt broeikaseffect
A
Extra opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen door de mens.
3
Q
Energie
A
Het vermogen om arbeid te verrichten.
4
Q
Piekafvoer
A
Verhoogde afvoer van een rivier.
5
Q
Klimaatmigrant
A
Iemand die om klimatologische redenen zijn woongebied ontvlucht,
bijvoorbeeld vanwege droogte, kou, zeespiegelstijging of extreme weersomstandigheden, om daarmee de mogelijke gevolgen van klimaatverandering te ontwijken.