begrippen 1.1 Flashcards
(7 cards)
1
Q
Wat zijn primaire behoeften?
A
De Noodzakelijke levensbehoeften
2
Q
Wat is prioriteiten stellen
A
je kiest voor jezelf welke behoeften jij het belangrijkste vindt en welke minder
3
Q
Wat is schaars
A
Iets is schaars als er middelen nodig zijn om ze te maken
4
Q
secundaire behoeften
A
Alle overige behoeften die je leven beter of prettiger maken
5
Q
Vrije goederen
A
Goederen waarover je zomaar kunt beschikken, zoals lucht bijv.
6
Q
welvaart
A
de mate waarin je je behoeften kunt voorzien
7
Q
zelfvoorziening
A
je voorziet je behoeften door goederen voor eigen gebruik zelf te maken