begrippen 1.3 Flashcards
(8 cards)
Wat is een begroting
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode
Budgetteren
Je inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen
Dagelijkse uitgaven
Huishuidelijke uitgaven zoals in de supermarkt, voor persoonlijke verzorging, cadeautjes en uitgaan
incidentele uitgaven
Uitgaven die je niet zo vaak doet zoals voor vakantie of huishoudelijke apparaten
Nibud
Nationaal instituut voor budgetvoorlichting. Nibud geeft voorlichting over hoe je je inkomsten en uitgaven het best op elkaar kunt afstemmen
reserveren
Je zet geld opzij om later een bepaalde grote uitgave te kunnen betalen
Soorten inkomens
inkomen uit arbeid: loon of salaris
inkomen uit bezit: huuropbrengst, rente op spaargeld
overdrachtsinkomen: uitkeringen, zak of kleedgeld
Vaste lasten
De uitgaven die je met een vaste regelmaat moet betalen zoals huur of abonnementen