Begrippen Flashcards

(33 cards)

1
Q

Carol Dweck

A

Fixed en grower mindset

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lave& Wenger

A

Situated learning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Flynn effect

A

Jongere generaties halen hogere scores door hogere welvaart, betere voeding etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Haworth er al.

A

Erfelijkheid speelt een grotere rol naarmate men ouder wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Behavioural control

A

Grenzen en regels stellen, kind internaliseert regels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Psychological control

A

Schuld, schaamte gebruiken om regels duidelijk te maken. Zorgt voor een lager gevoel van eigenwaarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Emotionality

A

Mate waarin ouder liefde en warmte toont. Kind wil warmte behouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kohlberg

A

Cognitive evelopmental theory

1) gender identiteit: ik ben jongen of meisje (2-3j)
2) gender stabiliteit: dit verandert niet
3) oppervlakkige veranderingen veranderen niet het geslacht (6-7j)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Fases vriendschap

A

1) baten en kosten: 7-9, hulp, dichtbij, gelijk zijn
2) normative stage: 10-13 vrienden accepteren, bewonderen, loyaliteit, zelfde waarde en regels
3) empathic stage: 12-13, oprechtheid en fysiek contact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Self-disclosure

A

Het eerlijk delen van persoonlijke informatie, vaak middel om vriendschap te sluiten voor adolescenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Jensen

A

Beweert dat verschillen in IQ komen door genetische factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Premolar stage

A

Jonger dan 5 jaar, weinig aandacht voor regels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Moral realism

A

6-10 heel vasthoudend aan regels en autoriteitsfiguur. Niet flexibel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Morality of reciprocity

A

Regels wijzigen als iedereen het goedkeurt. Solidariteit met peers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kohlberg ontwikkelingschema

A

Preconventional morality
Conventional morality
Postconvental morality

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Maslow

A

Pyramide: behoeften-> zekerheid-> sociale acceptatie-> waardering-> zelf realisatie

17
Q

Moral judgement vanaf 3 jaar

A

Stelen, slaan, afpakken: dat mag niet

18
Q

Social convention vanaf 3 jaar

A

Alsjeblieft zeggen, netjes doen

19
Q

Altruïsme en prosociaal gedrag

A

Vanaf 12 maanden, deels aangeleerd& deels genetisch

20
Q

Agressie

A

Instrumental: ruzie over bezit
Hostile: gericht tegen individu of groep
Reactieve agressie: agressie na provocatie
Proactieve agressie: vaak doelgericht, geen provocatie
Relationele agressie: uitsluiten, roddelen, kleineren en negeren

21
Q

Depressie klachten kinderen

A

Makkelijk geïrriteerd, lage eigenwaarde, slaapproblemen, minder eetlust, weinig sociale contacten en somatische klachten.

22
Q

Learned helplessness

A

Mensen voelen dat ze gebeurtenissen in de wereld niet kunnen controleren

23
Q

Autisme kenmerken

A

Gebrek aan interesse sociale contacten
Taalproblemen
Rituelen
Obsessive self-stimulatory behavior

24
Q

Asperger

A

Sociale problemen, voorkeur voor organisatie, geen taal en intelligentie problemen.

25
Savant
Vorm van autisme met ongebruikelijk talent op bepaald gebied
26
Psychopathie kenmerken
Impulsiviteit, emotieloos, narcisme
27
Geheugen strategieën
Herhalen Organisatie Uitbereiding
28
Gelman en Gallistel
``` Een en een principe Stabiele volgorde principe Hooftelwoordprincipe Abstractieprincipe Volgorde irrelevantieprincipe ```
29
Two factor theory
Charles Spearman, G en S, grote rol aanleg
30
Primal mental abilities
Louis Thurstone, 7 factoren verschillende scores op vaardigheden
31
Triarchic theory
Robert Sternberg, oefening zorgt voor hoger iq, aanpassing ervaring en informatieverwerking
32
Successful intelligence
Robert Sternberg, analytisch, creativiteit, praktisch, kritiek op testen
33
Multiple intelligences
Howard Gardner, meerdere intelligenties