Begrippen H33 Flashcards
(95 cards)
Sponzen: Choanocyten
Kraagcellen met flagellen
–> Genereren de waterstroom in het lichaam van de spons (aan de binnenkant)
Sponzen: Spongocoel
De holte in een spons
Sponzen: Osculum
Uitstroomopening van een spons
Epidermis
Buitenste laag van het dier
Sponzen: Mesohyl
Geleiachtige substantie in het midden van de spons die niet uit cellen bestaat.
Sponzen: Amoebocyten
Cellen die een rol bij vertering en stevigheid spelen
- Bewegen met behulp van schijnvoetjes
- Vertering: Schijnvoetjes om voedsel heen waarna een voedingsvacuole ontstaat
Sponzen: Totipotent
Vorm ongeslachtelijk voortplanten
- Elke cel kan een nieuwe spons vormen die identiek aan voorouders is.
Hermafrodiet
Tweeslachtig: Dier is zowel man als vrouw
Porifera
Sponzen
Eumetazoa
Dieren met echt weefsel
Alle tripoblast behalve neteldieren (die zijn dipoblast)
Cnideria
Neteldieren
Neteldieren: Gastrovasculaire holte
Een zak met een centraal verteringsstelsel
Neteldieren: Poliep
Vastzittende vorm
Neteldieren: Medusa
Beweeglijke vorm
Neteldieren: Cnidocyten
Netelcellen
- Verdediging & vangen prooien
Neteldieren: Nematocysten
Gespecialiseerde organellen in cnidocyten die een stekende draad uitschieten
Neteldieren: Medusozoa
Alle neteldieren die een medusa produceren
Neteldieren: Bioluminescent
Lichtgevend
dit zijn medusa vaak
Neteldieren: Anthozoa
Komen alleen als poliep voor
Lophotrochozoa
- Door middel van Dna geïdentificeerd
- Hebben een lofofoor (tentakelkrans) of gaan door een trochofoor larvaal stadium
Flatworms
Platwormen
Hoe ademen platwormen?
Door diffusie, zijn dan ook dorsoventraal afgeplat.
Platwormen: Protonephrida
Een soort nieren die die osmotische balans regelen
Platwormen: Planaria
Vrij levende soorten