begrippen h6 Flashcards

(71 cards)

1
Q

biobrandstof

A

brandstof die is gemaakt uit biomassa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

biomassa

A

organische materialen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dampkring

A

de lucht om ons heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

duurzame energiebron

A

energiebron die bij het gebruik ervan nooit opraakt en het broeikaseffect niet versterkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

energiebesparing

A

minder (fossiele) energie gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

energiebron

A

iets dat energie oplevert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

energie transitie

A

overgang van het gebruik van fossiele energiebronnen naar duurzame energiebronnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

fossiele brandstof

A

brandstof die in miljoenen jaren gevormd is uit resten van afgestorven planten, bomen en dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

fotosynthese

A

water en koolstofdioxide omzetten in glucose en zuurstof door planten en bomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

klimaatverandering

A

verandering in klimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hydro-elektriciteit

A

duurzame energie, waarbij elektriciteit wordt gemaakt uit de kracht van water.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

versterkt broeikaseffect

A

de versterking van de natuurlijke broeikaseffect door toename van co2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

broeikaseffect

A

het vasthouden van zonnewarmte door de dampkring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

windenergie

A

duurzame opwekking van elektriciteit met zonnepanelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

koolstofdioxide/co2

A

broeikasgas dat warmte vasthoudt op de aarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

geothermische energie

A

duurzame energie uit de natuurlijke hitte in het binnenste van de aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

koolstofkringloop

A

het uitwisselen van koolstofdioxide op aarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

ontbossing

A

het kappen van bossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

schaal van beaufort

A

schaal om de kracht van de wind aan te duiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

bodemdaling

A

daling van de bodem door ontwatering en delfstofwinning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

delfstof

A

grond- en brandstof die je uit de aarde haalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

dijkring

A

een gebied dat wordt beschermt door de primaire waterkeringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

dijkverbetering

A

het verhogen en versterken van dijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

evacueren

A

een gebied verlaten omdat het er niet meer veilig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
gletsjer
enorme ijsmassa die langzaam naar beneden schuift
25
grondsoort
het losse materiaal aan de oppervlakte van de aardkorst
26
ijstijd
koude perioden waarin zich op het ijs uitgestrekte ijskappen vormen
26
klimaatadaptatie
aanpassing aan de klimaatverandering om de gevolgen ervan te verminderen
27
ontpolderen
gebieden die eerst binnendijks lagen komen door het verleggen van dijken buitendijks te staan
27
landijs
laag eeuwige sneeuw op het land die tot ijs is samengeperst
28
overstromingsrisico
kans op een overstroming en gevolgen daarvan
29
polder
gebied waar de waterstand kunstmatig word beheerd
30
primaire waterkering
waterkering die bescherming biedt tegen hoogwater en grote rivieren
31
relatieve zeespiegelstijging
de combinatie van het absolute zeespiegelstijging en het effect van de bodemdaling
32
zandsuppletie
toevoeging van grote hoeveelheden zand langs de kust, waardoor de kust zich richting de zee kan uitbreiden
33
stormvloedkering
beweegbare waterkering in rivieren en zeearmen
34
veen
grondresten die bestaan uit vergane plantenresten
35
zeespiegel
de gemiddelde hoogte van zeewater
35
waterschap
organisatie die zorgt voor waterveiligheid, waterzuivering en genoeg zoet water.
36
debiet
de hoeveelheid water er door een rivier stroomt per seconde in m3
37
aanslibbingskust
kust waarbij afzetting van materiaal overheerst
37
interglaciaal
warmere periode tussen 2 ijstijden in
38
klimaatbestendige inrichting
inrichting die wateroverlast, droogte en hitte verminderd
38
stroomgebied
het gebied dat afwatert op de hoofdrivier van het stroomstelsel
39
delta
gebied vlak voor de monding, waar de rivier zich vertakt in veel rivierlopen
39
ruimte voor de rivieren
maatregelen om de veiligheid te verbeteren in het riviergebied
40
nevengeul
extra afvoerkanaal in een rivier dat wordt gebruikt bij hoogwater
41
stedelijk warmte eiland
in steden is de temperatuur door de bebouwing hoger dan op het platteland
42
uitwaard
het gebied tussen de winterdijk en de rivierbedding
43
verdamping
de overgang van vloeibaar naar gas
44
vergroening
meer groen in de woonomgeving
45
verstening
toename van bebouwde oppervlak en de infrastructuur
46
verzilting
het zout worden van de bodem en/of water
47
waterberging
tijdelijke opslag van water bij storm op zee en extreme waterafvoer bij rivieren
48
winterdijk
dijk die bij hoogwater in een rivier het water tegenhoudt
49
gletsjerrivierr
rivier die afhankelijk is van een gletsjer
49
zomerdijk
lage dijk in de uitwaard die water tegen houdt bij een kleine verhoging van de waterstand
49
regenrivier
rivier die afhankelijk is van rivierwater
50
gemengde rivier
rivier die bestaat uit regenwater en gletsjerwater
50
vertragingstijd
tijd die verstrijkt tussen het tijdstip dat de neerslag ergens in het stroomgebied valt en het moment dat de waterpeil stroomafwaarts in de rivier gaat stijgen
51
regiem
schommelinigen in de waterafvoer van een rivier in de loop van een jaar
52
verval
hoogteverschil tussen 2 plaattsen aan een rivier
53
waterkringloop
de voortdurende verplaatsing van water over de aarde
54
compactie
het in elkaar drukken van de bodemlaag door op elkaar drukkende lagen
54
grondwater
water dat in de grond is weggezakt
54
aardbeving
schokkende of trillende beweging van een gedeelte van de aardkorst door de werking van exogene krachten
55
grondwaterpeil
bovenkant van het grondwater
56
veenoxidatie
het verteren van plantenresten in het veen, omdat ze niet meer onder water zitten en er zuurstof bij kan komen
57
bodem
de voor planten belangrijkste bovenste laag van de aardkorst
58
grondstof
ruw materiaal dat bewerkt moet worden om een product te maken
59
waterscheiding
grens tussen 2 stroomgebieden