Begrippen H7 Flashcards
(25 cards)
Bemoeigoederen
Goederen waarvan de overheid de prijs beïnvloed om de consumptie van het goed te ontmoedigen of te stimuleren
Collectieve goederen
Goederen die door de overheid worden geproduceerd en voor iedereen beschikbaar zijn en waar je geen individuele prijs voor kunt betalen
Collectieve sector
De overheid en zelfstandige bestuursorganen zbo’s samen
Individuele goederen
Goederen die door de markt worden geproduceerd
Negatief externe effecten
De nadelige invloed die de productie van een goed op anderen kan hebben en die niet in de prijs van het goed is opgenomen
Particuliere sector
Alle bedrijven en burgers in een land samen
Positieve externe effecten
De voordelige invloed die de productie van een goed op anderen kan hebben en die niet in de prijs van het goed is opgenomen
Quasi-collectieve goederen
Goederen die door de overheid worden geproduceerd maar waar je wel individueel voor kunt betalen
Belastingbeginselen
Uitgangspunten waarop wordt bepaald of en hoe er belasting wordt geheven
Directe belasting
Belasting op inkomen en vermogen die je rechtstreeks aan de overheid betaalt
Draagkrachtbeginsel
Uitgangspunt voor belastingheffing waarbij de hogere inkomens relatief meer belasting betalen dan de lagere inkomens
Indirecte belastingen
Kostprijsverhogende belastingen die je via een winkel aan de overheid betaald
Miljoenennota
Een samenvatting van de rijksbegroting die elk jaar op Prinsjesdag wordt gepresenteerd
Profijtbeginsel
Uitgangspunt voor belastingheffing waarbij je alleen belasting betaalt als je het goed consumeert
Rijksbegroting
Overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid voor een komend jaar
Sociale premies
Inkomsten waarmee de collectieve sector de sociale verzekeringen betaalt aan burgers die hier recht op hebben
Sociale zekerheid
Het systeem van uitkeringen dat ervoor zorgt dat mensen zonder inkomen toch geld hebben om van te leven
Solidariteitsbeginsel
Uitgangspunt voor belastingheffing waarbij het collectief opkomt voor het individu
Begrotingsoverschot
De verwachte inkomsten van de overheid zijn groter dan de verwachte uitgaven
Begrotingstekort
De verwachte inkomsten van de overheid zijn kleiner dan de verwachte uitgaven
Bezuinigen
De overheid verlaagt de uitgaven
Overheidsschuld
De totale schuld die de overheid heeft opgebouwd door geld te lenen mag 60% van bbp zijn en ze mogen elke keer 3% van het bbp lenen
Stabiliteits- en groeipact
Afspraken tussen lidstaten van de EMU over de overheidsfinanciën
Bereken het begrotingssaldo
Inkomsten overheid - uitgaven overheid