Behandeling HFD 1 Flashcards

(29 cards)

1
Q

Wat is het medische model in de psychopathologie?

A

Het medische model beschouwt psychische problemen als geestelijke ziekten met specifieke symptomen. Behandeling wordt therapie genoemd en verlichting van symptomen genezing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de focus van assessment binnen het medische model?

A

Het vaststellen van kenmerken die overeenkomen met een diagnose van psychopathologie en het identificeren van biologische factoren die verband houden met de problemen van het kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke behandelingsbenaderingen worden vaak gebruikt in het medische model?

A

Biologische behandelingsbenaderingen, zoals farmacologische therapieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de drie structuren in de psychodynamische theorie?

A

Id, ego en superego.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt assessment uitgevoerd in het psychodynamische model?

A

Door middel van ouder- en kindgesprekken en psychologische tests om onbewuste conflicten en persoonlijkheidsdynamieken te identificeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het doel van behandeling in het psychodynamische model?

A

Het helpen van het kind om zich bewust te worden van onbewuste factoren die verband houden met zijn problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de focus van het gedragsmodel in de psychopathologie?

A

Openlijk gedrag, waarbij problematisch gedrag wordt gezien als het primaire probleem, vaak aangeleerd door conditionering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt assessment uitgevoerd in het gedragsmodel?

A

Door het bepalen van specifieke gedragingen en omgevingsfactoren die het gedrag uitlokken of in stand houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn enkele behandelingsmethoden binnen het gedragsmodel?

A

Systematische desensitisatie, modellering, operante conditionering en cognitieve gedragstherapie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de basis van het cliëntgerichte model?

A

De overtuiging dat individuen de capaciteit hebben voor persoonlijke groei en dat psychopathologie voortkomt uit sociale of omgevingsomstandigheden die groei blokkeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt assessment uitgevoerd in het cliëntgerichte model?

A

Het wordt vaak gezien als veroordelend en niet in overeenstemming met de cliëntgerichte oriëntatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de focus van het gezinsmodel in de psychopathologie?

A

Het gezin als een complex sociaal systeem, waarbij symptomen van een kind worden gezien als resultaten van disfunctioneren binnen het gezin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de stappen in de indicatieanalyse?

A

1) Nagaan of een interventie mogelijk is,
2) Formuleren en prioriteren van doelen,
3) Selecteren van interventies,
4) Bepalen van nut en kans van slagen,
5) Controle op uitvoerbaarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de belangrijkste opvoedingstechnieken voor jongeren met ADHD?

A

Gedrag beïnvloeden door antecedenten en consequenties te veranderen, zoals het geven van duidelijke instructies en positieve bekrachtiging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de drie componenten van de behandeling van ADHD?

A

Psychoeducatie, psychosociale interventies en medicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de rol van de regulatieve cyclus in het hulpverleningsproces?

A

Het biedt een stapsgewijze aanpak voor het bereiken van doelen en het evalueren van de effectiviteit van interventies.

17
Q

Wat zijn de fasen van de regulatieve cyclus?

A

Probleemherkenning, probleemdefiniëring, behandelingsmogelijkheden afwegen, plan maken, plan uitvoeren, evaluatie.

18
Q

Wat is het doel van de therapiecyclus?

A

Het plannen, uitvoeren en beoordelen van de effectiviteit van interventies.

19
Q

Wanneer is gedragstherapie bij kinderen en jongeren ontstaan?

A

Gedragstherapie bij kinderen en jongeren is ontstaan in de jaren 20 van de vorige eeuw.

20
Q

Wat zijn de drie generaties van gedragstherapie?

A
  1. 1e generatie: Operante en klassieke conditionering als basis.
  2. 2e generatie: Cognities en zelfspraak worden belangrijk.
  3. 3e generatie: Focus op acceptatie en afstand nemen van gedachten.
21
Q

Wat zijn enkele kenmerken van gedragstherapie bij kinderen?

A
  • Rekening houden met het ontwikkelingsperspectief.
  • Samenwerking met ouders en leerkrachten.
  • Gericht op probleemoplossing.
  • Focus op doen, minder op praten.
  • Therapeut als coach.
22
Q

Wanneer is het belangrijk om gedragstherapie in te zetten?

A

Wanneer er iets moet veranderen bij het kind of om complexere problemen te ontrafelen. Soms kan het beter zijn om eerst met opvoedproblemen aan de slag te gaan.

23
Q

Wat is de eerste fase in het behandelproces?

A

Fase 1: Kennismaking, gericht op het gehele cliëntsysteem naast het kind, rekening houdend met problemen, leeftijdsfase en betrokkenheid van ouders.

24
Q

Wat houdt fase 2, de probleeminventarisatie, in?

A

Het is belangrijk om te kijken of de klachten passen in de levensfase van het kind en om psycho-educatie te bieden. Holistische theorie wordt gebruikt om de samenhang van diverse elementen van het probleem te onderzoeken.

25
Wat gebeurt er in fase 3 van het behandelproces?
In fase 3 worden analyses en probleemdefiniëring uitgevoerd, waarbij meer gedetailleerde informatie over het probleem wordt verzameld.
26
Wat houdt fase 4, de behandelingskeuzes, in?
Het formuleren van behandeldoelen, fasering van doelen (korte en lange termijn) en het kiezen van behandelstrategieën, zoals protocolmatig, modulair of transdiagnostisch behandelen.
27
Wat is belangrijk in fase 5, de behandelfase?
De therapeut moet beschikken over basisvaardigheden, goed afstemmen op de thuissituatie en stagnaties in de behandeling goed analyseren.
28
Wat zijn overwegingen in fase 6, de evaluatie en afronding?
Vergroten van de zelfstandigheid van de cliënt, generalisatie van het geleerde naar het dagelijks leven en eventueel boostersessies.
29
Hoe wordt de effectiviteit van gedragstherapie gemeten?
Door metingen vooraf en achteraf om de werkzaamheid van de techniek te evalueren.