Behandeling - Prins HFD 1 Flashcards

(9 cards)

1
Q

Wat zijn de drie generaties binnen de gedragstherapie?

A
  1. Eerste generatie: klassieke en operante conditionering.
  2. Tweede generatie: aandacht voor cognities (denkfouten, zelfspraak).
  3. Derde generatie: acceptatie en afstand nemen van gedachten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat stond centraal in de eerste generatie gedragstherapie?

A

Leermodellen en patroonveranderingen op basis van operante en klassieke conditionering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat veranderde er in de tweede generatie gedragstherapie?

A

Cognities, zoals gedachten en zelfspraak, kregen een centrale rol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarop ligt de nadruk in de derde generatie gedragstherapie?

A

Acceptatie, verdragen en afstand nemen van gedachten of problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem drie kenmerken van gedragstherapie bij kinderen.

A
  • Houdt rekening met ontwikkelingsperspectief.
  • Werkt samen met ouders, school en omgeving.
  • Gericht op het oplossen van problemen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de rol van de therapeut in gedragstherapie bij kinderen?

A

De therapeut is een coach.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar ligt de focus bij gedragstherapie voor kinderen?

A

Op het doen (gedrag), minder op praten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer zet je gedragstherapie in bij kinderen?

A

Wanneer er gedragsverandering nodig is of complexe problemen moeten worden ontrafeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kan een reden zijn om gedragstherapie tijdelijk uit te stellen?

A

Als opvoedproblemen eerst aangepakt moeten worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly