Bekken, wervelkolom en romp Flashcards

(69 cards)

1
Q

Lordose =

A

Holle rug (voorwaartse kromming)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kyfose =

A

Bochel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Scoliose =

A

Zijwaartse verkromming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar worden de rode bloedlichaampjes gemaakt?

A

In het platte beenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het pelvis?

A

bekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaat het bekken?

A
  • Os coxae
  • Os ilium
  • Os ischii
  • Os pubis
  • Os sacrum
  • Os coccygis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het os coxae?

A

3 vergroeide heupbeenderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het os ilium?

A

darmbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het os ischii?

A

zitbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het os sacrum?

A

5 vergroeide heiligbeenwervels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het os coccygis?

A

staartbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Om welk as vinden de bewegingen van het bekken plaats?

A

Transversale as

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke gewrichten zorgen er voor dat de linker en de rechterhelft van het bekken ten opzichte van elkaar voor en achteroverkantelen?

A

Sacroiliacale gewrichten en in de symfyse,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer spreken we van een bekken verwringing?

A

als de twee bekkenhelften geroteerd blijven en niet meer terugkeren in horizontale positie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Om welk as vind een torsie van het bekken plaats?

A

Longitudinale as.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het os pubis?

A

schaambeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waar wordt de romp door gevormd?

A
  • wervelkolom
  • ribben
  • borstbeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

waar wordt de borstholte door gevormd?

A
  • borstwervels
  • ribben
  • sternum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

waar wordt de buikholte door gevormd?

A
  • lumbale wervels
  • spieren van de rug
  • spieren van de buikwand
  • diafragma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

waar wordt de bekkenholte door gevormd?

A
  • heupbeenderen
  • heiligbeen
  • staartbeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoeveel wervels heeft de wervelkolom?

A

34

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoeveel cervicale wervels?

A

7

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoeveel thoracale wervels?

A

12

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

hoeveel lumbale wervels?

A

5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
hoeveel wervels heeft het heiligbeen?
5-6
26
Hoeveel vergroeide wervels vormen het staartbeen?
4-5
27
Wat betekend convexiteit?
Bolrondheid
28
In welk vlak vind de bocht van lordose plaats?
Sagittale vlak.
29
Waar vind de convexiteit plaats bij lordose?
aan de voorzijde
30
Waar in de wervelkolom kan lordose voorkomen?
- halsgebied | - lumbale gebied
31
in welk vlak vind kyose plaats?
sagittale vlak
32
waar vind de convexiteit plaats bij kyfose?
naar achter
33
Waar in de wervelkolom kan kyfose voorkomen?
- thoracale gebied | - ter hoogte van het sacrum
34
Welke vormen van scoliose onderscheiden we?
- C vormige - S vormige - Dubbele S scoliose
35
Waaruit bestaat een wervel?
- wervellichaam - wervelboog - bovenste en onderste gewrichtsvlakjes - twee dwarsuitsteeksels - doornuitsteeksels
36
Waaruit bestaat de thorax?
- 12 thoracale wervels - sternum - ribben
37
Wat zijn de costae verae?
ware ribben
38
Wat zijn de costae spuriae?
Valse ribben
39
hoe zijn de costae spuriae aan het borstbeen verbonden?
Door middel van ribkraakbeen
40
wat zijn costae fluctuantes?
Zwevende ribben
41
Wat is de discus intervertebralis ?
tussenwervelschijf
42
wat is de functie van de wervelkolom?
- steunfunctie - houding - bewegingsfunctie - beschermingsfunctie
43
Waar dient de discus intervertebralis voor?
schokdemper
44
Waar in de wervelkolom vinden de meeste klachten plaats?
lumbale gedeelte
45
Wat is de annulus firbosis?
bindweefselring
46
Wat is een hernia pulposi HNP
Er is sprake van een beschadiging van de tussenwervelschijven
47
Wat zijn de functies van de rugspieren?
- het strekken van de hele rug - het oprichten van het hoofd - het uitvoeren van allerlei bewegingen in samenwerking met andere spieren van de romp - het handhaven van de rechtopstaande houding - het achterover kantelen van het beken
48
wat is isometrische contractie?
Statische contractie. spier levert wel kracht maar geen beweging.
49
wat is dynamische contractie?
spier komt in beweging en levert kracht.
50
Welke 2 soorten dynamische contractie zijn er?
- concentrisch | - excentrisch
51
wat is concentrische contractie?
verkort de spier tijdens het maken van een beweging
52
wat is excentrische contractie?
verlengt de spier tijdens het maken van een beweging.
53
Wat is een origo?
een aanhechtingspunt van een spier
54
Wat is een insertie?
de tegenhanger van een origo. ook een aanhechtingspunt van de spier.
55
Waar bevind zich een origo?
proximaal, dichter naar het centrum van het lichaam toe, dan de spier zelf.
56
Beweegt een origo bij contractie van een spier wel of niet?
niet
57
beweegt een insertie bij contractie van een spier wel of niet?
wel
58
wat is de m. rector trunci/spinae voor een spier?
rugstrekker
59
Wat is de m. quadratus lumborum voor een spier?
4 tijdige lende spier
60
Welke beweging verzorgd de m. quadratus lumborum?
lateroflexie
61
Wat zijn de functies van de buikspieren?
- bekken achteroverkantelen en daarmee de wervelkolom vooroverbuigen - wervelkolom achteroverbuigen, zijwaarts buigen en naar links of rechts draaien. - functie bij het uitademen - kunnen in samenwerking met het diafragma een buikpers geven
62
Welke buikspieren zijn er?
- m. rectus abdominis - m. obliquus abdominis externus - m. obliquus abdominis internus - m. transversus abdominis
63
Functies m. rectus abdominis
- flexie van de romp - overeind komen van rug-lig - achterover kantelen van het bekken
64
Functies m. obliquus abdominis externus
- rotatie naar de tegenoverliggende zijde
65
functie van m. obliquus abdominis internus
- rotatie naar dezelfde zijde
66
functie van m. transversus abdominis
- vernauwing van de buikholte
67
Noem de 2 nekspieren
- mm. spinae cervicales | - m. sternocleidomastoideus
68
functie mm. spinae cervicales
- zorgen ervoor dat het hoofd in alle richtingen kan worden bewogen en in allerlei posities kan worden gestabiliseerd. Vaak de veroorzaker van nekklachten
69
functie m. sternocleidomastoideus
- flexie van het hoofd, als ze links en rechts gelijktijdig aanspannen - draaien van het hoofd naar de andere zijde