bestanddelen van beton: cement Flashcards

(38 cards)

1
Q

bestanddelen van beton

A
  • cement
  • granulaten
  • aanmaakwater
  • hulpstoffen
  • toevoegsel en toevoegingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hydraulisch

A

reageert in aanwezigheid van water en verhardt. Na verharding is er geen ontbinding meer mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bindmiddel

A

cement kit de verwerkte inerte materialen van het mengsel sterk aaneen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

portlandcement

A

afkomstig van portlandsteen, het is een fijngemalen mengsel van kalksteen en klei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

basis van portlandcementproductie

A

geproduceerd mengsel van grondstoffen, zoals kalksteen of mergel en klei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

mengsel van grondstoffen in productie

A

vermalen tot een fijn recreatief poeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

2 productiemethoden van portlandcement

A

natte en droge productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

4 fasen in de productie portlandcement

A

1 ontginning en breking
2 menging en vermaling
3 omzetting tot klinker door branden
4 malen van klinker met gips en andere bestanddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

productie van cement via de droge methode

A

1 ontginning en breking van de grondstoffen
2 menging en vermaling van de grondstoffen tot meel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

grondstoffen vermengen in de droge methode cementproductie

A

grondstoffen worden in juiste verhouding gemengd en in kogelmolen of koldermolen gedroogd en vermalen tot ruw meel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

fase omzetting tot klinker door branden

A

ruwe meel gebrand bij temperatuur van 1450°C, waardoor verandert in klinker, roodgloeiende massa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat gebeurt er met de klinker na het branden in de droge methode

A

klinker wordt snel afgekoeld met lucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

nadelen van het branden van het ruwe meel in cementproductie

A

proces vereist veel energie en cementproductie zeer milieubelastend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

na het afkoelen van de klinker

A

klinker maalinstallatie weer tot fijn poeder gemalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke toevoegingen gemalen klinker toegevoegd

A

gips, kalksteen, gegranuleerde hoogovenslak en vliegassen

17
Q

resultaat van toevoegingen aan klinker

A

hoogovencement ( samengesteld cement)

18
Q

interne controle

A

monsters tijdens alle fasen productieproces
controlemethoden en beoogde resultaten voorgeschreven in de normen

19
Q

externe controle

A

monsters willekeurige tijdstippen genomen

20
Q

CE-markering

A

Europese normen

21
Q

BENOR-merk

A

kenmerken specifiek aan in België gebruikte cementen

22
Q

5 hoofdtypes cement

A

CEM I, CEM II, CEM III, CEM IV, CEM V

23
Q

3 sterkteklassen (druksterkte)

24
Q

3 subklassen (beginsterkte)

A

N= normale sterktetoename (normal)
R= snelle sterktetoename (rapid)
L= langzame sterkte toename (Low strength)

25
HSR
high sulphate resisting -> hoge weerstand tegen sulfaten (vervuild water)
26
LA
low alkali -> laag alkali gehalte
27
HES
high early stenght -> beton die zeer snel zijn sterkte krijgt
28
LH
low heat -> warmte die vrijkomt beperken langer uithardingstijd
29
eventueel toevoegsel voor cement
- inerte stoffen - puzzolaan: kalkverbinding (verwerkbaarheid stijgt, temperatuurregelaaar) - latent hydraulisch: reactie met water en anders stof voor binding te starten
30
opslag cement
beschermen voor absorptie water uit de lucht (drooghouden tegen vocht) - bulk- tanks - beperkte houdbaarheid in droge stapelplaats
31
hydraulisch bindmiddel
- brandwonden veroorzaken - allergieën
32
bescherming voor het werken met hydraulisch bindmiddel
- stofbril - handschoenen - laarzen
33
wat wordt gecontroleerd bij cement?
bindingstijd met vicatnaald stabiliteitsproef maalfijnheid hydratatiewarmte chemische analyse
34
bindingstijd van cement welke proef?
Vicatnaald. De startbinding begint als de naald niet volledig doordringt, en de eindbinding wanneer de naald niet meer indringt.
35
wat meet de stabiliteitsproef?
De verandering in afstand tussen twee naalden op een cilindervormige gespleten ring gevuld met cementpasta, na onderdompeling in water bij verschillende temperaturen.
36
welke methoden gebruikt om de maalfijnheid van cement te meten?
De laser granulometer en de Blaine-permeabilimeter meten de fijnheid van cementpoeder.
37
Waarom wordt de hydratatiewarmte van cement gemeten?
Om scheurvorming te voorkomen bij toepassingen waarbij overmatige warmteontwikkeling optreedt. Dit wordt gemeten met de oplossingsmethode of semi-adiabatische methode.
38
Wat onderzoekt een chemische analyse van cement?
Of het cement voldoet aan de samenstellingseisen en chemische normen, en welke chemische stoffen aanwezig zijn.