Bewustzijn Flashcards

1
Q

Dualisme

A

visie van Descartes dat geest volledig gescheiden is van bewustzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

traumatisch hersenletsel TBI

A

Beschadiging van mentaal functioneren van een persoon door een botsing of een zeer scherpe hoofdbeweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Unresponsive wakefulness syndrome

A

langer dan een maand in coma maar er wel uit lijkt te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Minimale bewustzijnsconditie

A

Kunnen precieze bewegingen uitvoeren zoals ogen bewegen en zijn bewust van het feit dat ze in deze toestand zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hersendood

A

term die onomkeerbare verlies van de hersenfunctie vertegenwoordigt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

freudiaanse misstap

A

Wanneer een onbewuste gedachte plotseling wordt geuit op een ongepast moment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

circadiaanse ritmes

A

Reguleren hersenactiviteit en fysiologische processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er met informatie over licht?

A

Wordt naar de suprachiasmatische kern gestuurd in de hypothalamus gestuurd.
Deze geeft signalen aan pijnappelklier die vervolgens melatonine afgeeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Betagolven

A

Wanneer hersenen zeer actief zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Alfa golven

A

Wanneer mensen aandacht ergens op richten of zich ontspannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Theta golven

A

Tijdens eerste fase van slaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt er waargenomen in de theta golven?

A

Slaapspoeltjes en K-complexen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Deltagolven

A

Diepe slaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Slapeloosheid

A

Geestelijke gezondheid en functioneren van iemand wordt aangetast door onvermogen om te slapen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

obstructieve slaapapneu

A

aandoening waarbij iemand tijdens het slapen kort stopt met ademen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Narcolepsie

A

Aandoening waarbij mensen overdag extreme slapeloosheid ervaren

17
Q

Somnabulisme

A

Slaapwandelen

18
Q

Wat zijn de 3 functies van slaap?

A

Herstellen
Volgen van circadiaanse ritmes
Vergemakkelijke van het leren

19
Q

Manifesterende inhoud

A

Manier waarop persoon zich een droom herinnert

20
Q

Latente inhoud

A

Wat de droom symboliseert

21
Q

Sociocognitieve theorie van hypnose

A

Stelt dat gehypnotiseerde mensen zich gedragen zoals zij denken dat van hen verwacht wordt

22
Q

Neodissociatietheorie van hypnose

A

benadrukt het belang van de sociale context voor hypnose en ziet hypnose als veranderde staat van bewustzijn

23
Q

Hypnotische analgesie

A

Wanneer hypnose wordt gebruikt als pijnbestrijding

24
Q

Psychoactieve drugs

A

Drugs die je hersenen aantasten en die mensen meestal gebruiken voor recreatieve doeleinden

25
Q

Opoïden

A

Heroïne, morfine en codeïne

26
Q

Hallucinogenen

A

veroorzaken veranderingen in cognitie, stemming en perceptie