bezit en houder Flashcards

week 1 (3 cards)

1
Q

Waarom bestaat bezit in het BW:

A
  1. Goederenrechtelijke functie: bezitsverschaffing is de belangrijkste manier van leveren bij een overdracht en als zodanig ook een standaardeis voor een aantal vormen van de overdracht.
  2. Bewijs- of beschermingsfunctie (politionele functie): bezit te goeder trouw geeft het wettelijk vermoeden van eigendom (art. 3:119 jo. 5:47 lid 2 BW). Door iets te bezitten kun je dus aan de buitenwereld kenbaar maken dat hetgeen dat jij bezit ook daadwerkelijk jouw eigendom is.
  3. Actiefunctie: art. 3:125 BW: ‘Hij die het bezit van een goed heeft verkregen, kan op grond van een daarna ingetreden bezitsverlies of bezitsstoornis tegen derden dezelfde rechtsvorderingen instellen tot terugverkrijging van het goed en tot opheffing van de stoornis, die de rechthebbende op het goed toekomen. Nochtans moeten deze rechtsvorderingen binnen het jaar na het verlies of de stoornis worden ingesteld’.
  4. Materiële functie: het bezit verschaft subjectieve rechten aan de bezitter.
  5. Aansprakelijkheidsfunctie: als je weet wie de bezitter is weet je ook wie je aansprakelijk moet stellen. Volgens art. 6:173 BW, art. 6:174 jo. art. 6:179 BW is namelijk de bezitter van gebrekkige zaken of dieren aansprakelijk voor alle schade ten gevolge van die gebrekkigheid of dier is veroorzaakt. Art. 6:180 – 6:183 BW zijn ook belangrijk.
  6. Vruchten: art. 3:120 lid 1 bepaaltdat de bezitter te goeder trouw tot de vruchten die het goed gedurende het bezit geeft gerechtigd is. Als de bezitter niet te goeder trouw is, dan moet hij de goederen aan de rechthebbende doen toekomen (3:121 lid 1).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

pak BW en uitleg bezits en houderschapsregeling

A

Art. 3:107 BW
- Lid 1 Bezit is het houden van een goed voor zichzelf.
- Lid 2 Bezit is onmiddellijk, wanneer iemand bezit zonder dat een ander het goed voor hem houdt.
- Lid 3 Bezit is middellijk, wanneer iemand bezit door middel van een ander die het goed voor hem houdt.
- Lid 4 Houderschap is op overeenkomstige wijze onmiddellijk of middellijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

onderlinge verhoudingen

A
  • Normaliter berust het bezit bij de rechthebbende, maar dit hoeft niet altijd zo te zijn.
  • Als een ander dan de rechthebbende bezitter is, kan de rechthebbende niet zelf ook bezitter zijn. Het bezit kan slechts bij één persoon tegelijk berusten (3:117).
  • De houder is per definitie noch rechthebbende, noch bezitter van het door hem gehouden goed.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly