Bij koorts Flashcards

(32 cards)

1
Q

Wat is CRP?
normaal waarde

A

een ontstekingswaarde, die gemaakt wordt in de lever en is een acute fase eiwit.

normaal waarde = <10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn positieve acute fase eiwitten? (3)

A

deze eiwitten zijn verhoogd meetbaar bij een ontsteking
- CRP, ferritine en haptoglobine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn negatieve acute fase eiwitten? (2)

A

Deze eiwitten zijn verlaagd meetbaar in acute fase
- albumine
- transferrine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is de BSE minder betrouwbaar?

normaal waarde?

A

Bij een infectie gaan erytrocyten plakken en sneller zinken. Dit loopt echter wel een paar dagen achter (lange t1/2). Terwijl CRP binnen 6-8 uur verhoogd is (korte t1/2).

<20 mm/uur, boven 50 jaar oud is het <30 mm/uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij wat stijgt de CRP sneller; bacteriële of virale infectie?

A

bij een bacteriële infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In welke situatie is de BSE vaak fout-verhoogd en de CRP niet?

A

bij een anemie en een multiple myeloom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij welke ziekte is BSE wel beter gecorreleerd aan de ziekte?

A

SLE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke leukocyten worden tijdens een leukocytendifferentiatie geteld? (5)

A
  1. neutrofiele granulocyten
  2. lymfocyten
  3. eosinofiele granulocyten
  4. basofiele granulocyten
  5. monocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar wijst een verhoogd aantal neutrofiele granulocyten op?

A

infectie, systeemziekte, vasculitis, maligniteit of proliferatieve ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

op welke 2 manieren kan je een virus aan tonen?

bij wie is serologie minder betrouwbaar?

A

serologie (aantonen antistoffen) of virusconcentratie (viral load)

bij immuungecomprimiteerden, minder antistofproductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 6 antistoffen worden er gemeten bij een hepatitis B infectie?

HBsAg, HBeAg, anti-HBe, IgM anti-HBc, totaal anti-HBc, anti-HBs

A
  1. HBsAg = positief bij een actieve infectie en blijft positief bij chronische hepatitis. Wanneer de klachten verdwijnen, wordt de waarde weer negatief
  2. HBeAg = positief bij een actieve infectie (hoge infectie)
  3. anti-HBe = positief bij lagere virusconcentratie en besmettelijkheid
  4. IgM anti-HBc = positief vanaf start symptomen, tot 6-9 maanden later
  5. totaal anti-HBc = aantoonbaar vanaf start symptomen en blijft altijd aantoonbaar. (wijst op doorgemaakte infectie)
  6. anti-HBs = positief na succesvolle vaccinatie of aantoonbaar in herstelfase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

stel iemand heeft een vroeg acute infectie met hepatitis e, welke labuitslagen zijn er dan?

A

Alleen HBsAg is positief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Stel iemand is recent gevaccineerd tegen hepatitis e, welke labuitslagen?

A

HBsAg positief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Iemand heeft acute hepatitis e infectie, welke labuitslagen?

A

HBsAg, totaal anti-HBc of IgM anti-HBc positief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke labuitslagen passen er bij iemand met een doorgemaakte infectie?

A

totaal anti-HBc en anti-HBs positief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke labuitslagen passen er bij iemand met een chronische infectie?

A

positieve HbsAg en totaal anti-HBc, IgM anti-HBc en anti-HBs zijn negatief

17
Q

Welke labuitslagen passen er bij iemand na een succesvolle vaccinatie?

A

Alleen anti-HBs positief

18
Q

Wanneer is een nitriettest fout-negatief? (3)

A
  • bacteriën die geen nitraatreductase produceren
  • bij een kort verblijf van urine in de blaas
  • bij langdurig nitraatarme voeding
19
Q

Welke kweek van de longen is het meest betrouwbaar –> minst betrouwbaar?

A

keeluitstrijk -> sputum -> broncho alveolaire lavage (BAL)

20
Q

Welke kweek van de huid is het meest betrouwbaar –> minst betrouwbaar?

A

intacte huidkweek -> kweek huiddefect -> diepe (peroperatieve) kweken

21
Q

Welke kweek van de urine is het meest betrouwbaar –> minst betrouwbaar?

A

verblijfskatheter -> eenmalige katheterisatie -> urineopvang spontane mictie -> mid-stream urine

22
Q

Wat zijn 2 auto-immuuntesten?
Zijn deze specifiek en sensitief?

A

ANA (anti-nucleaire antistoffen)
reumafactor
- testen zijn aspecifiek en regelmatig fout-positief

23
Q

Welke test is specifiek voor kleine vaten vasculitis?

24
Q

Welke test doe je bij een vermoeden op reumatoïde arteritis?

25
Wat is de normaal waarde van neutrofiele granulocyten? Wanneer verhoogd? (3) wanneer verlaagd? (7)
1.5-9 x10^9 /L - ontstekingen, chronische myeloïde leukemie en bacteriële infecties - zeer ernstige infecties, perinicieuze anemie, hypersplenisme, myelodysplastisch syndroom, bepaalde medicatie, soms bij acute leukemie en na bestraling
26
Wat is de L verschuiving die je ziet bij een acute infectie?
dat er meer staafvormige neutrofiele granulocyten (jong) zijn dan segmentkernige granulocyten (rijp)
27
Waar zijn eosinofiele granulocyten betrokken? normaalwaarde?
opruimen parasieten en bij allergie <0.4 x10^9/L
28
Wat verwacht je van de eosinofiele granulocyten in het bloed als iemand pancytopenie heeft en corticosteroïden gebruikt?
verlaagde concentratie
29
Waar wijst een verhoogde concentratie basofiele granulocyten op? normaal waarde
chronische myeloïde leukemie <0.2X10^9/L
30
Wat is de functie van lymfocyten? normaal waarde? Welke mensen hebben een lymfopenie? (3)
immunologisch geheugen en het uitscheiden van cytokinen en groeifactoren tegen micro-organismen. 1-4 x10^9/L - mensen met stress - mensen met aids - mensen met behandeling chemo of radiotherapie
31
Waardoor ontstaat een verhoogde concentratie monocyten? normaal waarde?
bacteriële infectie, chronische neutropenie, TBC, chronische infecties en een monocytaire leukemie 0.2-0.8 x10^9/L
32
Wat is de normaal waarde van leukocyten?
4-10 x10^9/L