Bijbels Hebreeuws Vrolijk Oef. B1.7 Pers. Vnw. Nominale Zin Flashcards
(30 cards)
1
Q
יהוה אתה אל גדול
A
Here, u bent een groot God
2
Q
דוד מלךגדול
A
David is een groot koning
3
Q
אני יהוה אל קדוש
A
Ik ben yhwh een heilig God
4
Q
גרים אנחנו
A
Vreemdelingen zijn we
5
Q
הוא מלך טוב
A
Hij is een goede koning
6
Q
אני יוסף
A
Ik ben Yosef
7
Q
היא בת טובה
A
Zij is een goede dochter
8
Q
יום גדול זה
A
Deze grote dag
9
Q
היום הגדול הזה
A
Deze grote dag
10
Q
יום זה גדול
A
Deze dag is groot
11
Q
זה היום הגדול
A
Dit is de grote dag
12
Q
היום ההוא
A
Die dag
13
Q
הוא נער קטן
A
Hij is een kleine jongen
14
Q
הנער הקטן ההוא
A
Die kleine jongen
15
Q
הנביא ההוא
A
Die profeet
16
Q
הספר הזה
A
Dit boek
17
Q
ספרים אלה
A
Deze boeken
18
Q
כל-הדברים האלה
A
Al deze woorden, kaal hadbariym haa’eelah
19
Q
אלה הבגדים
A
Dit zijn de klederen
20
Q
זאת העיר הגדולה
A
Dit is de grote stad
21
Q
העיר הגדולה הזאת
A
Deze grote stad
22
Q
הבנים האלה
A
Deze zonen
23
Q
בנות אלה
A
Deze dochters
24
Q
זה האיש
A
Dit is de man
25
אלה המשפטים
Dit zijn de rechten
26
הימים ההם
Die dagen
27
העם ההוא
Dat volk
28
זאת המצוה
Dit is het gebod
29
החסד הגדול הזה
Deze grote genade
30
זה הדבר
Dit is het woord
