Binding (Domein D) Flashcards

1
Q

Representativiteit

A

De mate waarin de (politieke) besluiten, de standpunten of
achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers overeenkomen
met die van de groep die vertegenwoordigd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sociale institutie

A

Complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag
van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sociale cohesie

A

Het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een
ruimer sociaal kader met elkaar hebben, het gevoel een groep te
zijn, lid te zijn van een gemeenschap, de mate van
verantwoordelijkheid voor elkaars welzijn, en de mate waarin
anderen daar ook een beroep op kunnen doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Representatie

A

De vertegenwoordiging van een groep in (politieke) organisaties
door één of enkele betrokkenen die namens de groep optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Politieke institutie

A

Complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag
van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke
machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Groepsvorming

A

Het tot stand komen van bindingen tussen meer dan twee
mensen, doordat ze elkaar beïnvloeden en gemeenschappelijke
waarden en normen ontwikkelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Binding

A

Het hoofdconcept binding verwijst naar de relatie en onderlinge
afhankelijkheden tussen mensen in een gezin of familie, tussen
leden van een groep, in de maatschappij en op het niveau van de
staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly