BIO T3H3 Flashcards

(25 cards)

1
Q

Wat zijn hormonen

A

hormonen zijn signaalstoffen, ze geven informatie in ons lichaam DOOR zoals een conductor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat doen hormonen

A

zij zorgen ervoor dat effectoren een gepaste reactie kunnen zorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

secretie is

A

het afscheiden van NUTTIGE stoffen/ hormonen die nog een rol te vervullen hebben in het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn en doen endocriene klieren

A

klieren die hormonen afgeven aan het bloed=>bloed zorgt voor transport naar het lichaam=>blijven in het inwendig mileu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

leg het slot-sleutel-princiepe uit.

A

zorgt ervoordat een hormoonde juiste membraanreceptor activeert, een hormoon is gevoelig voor bepaalde cellen dan pas zal er een reactie komen
een hormoon heeft specifieke doelwitcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

glucose

A

belangerijkste energie leverancier voor het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bloedsuikerspiegel

A

suikergehalte van het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat gebeurt er als er teveel glucose in het bloed is?

A

dan wordt je bloed stroperig, bloedvaten verstroppen
en kan leiden tot diabetes of suikerziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de bouw bij endocrien klieren

A

omringd door haarvaten, geen afvoerbuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geef de weg van glucagon bij te lage suiker

A

alvleeskier=>glucagon=>lever=>glucose=>bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat IS Insuline

A

hormoon, laat glucose in de cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat doet het negatief feedbacksysteem bij de regeling van de bloedsuikerspiegel

A

lichaam gaat de verandering tegenwerken of compenseren.
TE VEEL lichaam stop of remt aanmaak
TE WEINIG het lichaam maakt er meer van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat DOET insuline

A

zet effectoren aan het werk die de bloedsuikerspiegel verlangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat DOET glucagon

A

zt effectoren aan om de bloedsuikerspiegel te verhogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarom is de aanmaak van glucose en insuline belangerijk?

A

zoadat de bloedsuiker steeds tussen de grenswaarde blijft, homeostase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Voorbeelden endocrien klieren

A

hypofyse, schildklier

17
Q

Voorbeelden hormonen

A

insuline, tyroxine

18
Q

geef de regeling voor de stofwissseling

A

je hebt het koud=>hypothalamus maakt hormoon TRH aan =>dat actieveert de hypofyse =>hypofyse maakt TSH aan =>schildklier wordt geactiveert=>de schildklier maatk thyroxine aan waardoor je het warm hebt

19
Q

homeostase bij het ZS

A

1 thermoreceptoren meten de lichaamstemp
2 ze sturen signaal naar hypothalamus
3vergelijkt de

20
Q

regelt automatische onbewuste processen

A

autonome zenuwstelsel

21
Q

regelt alle bewust gewenste bewegingen.

A

somatische zenuwstelsel

22
Q

wat houdt type 1 en 2 in?

A

1: alvleesklier werkt niet meer goed, minder aanmaak van insuline==> suiker wordt moeilijker uit het bloed opgenomen
2 effectoren zijn minder gevoelig aan insuline geworden, glucose wordt moeilijker uit het bloed gehaald

23
Q

Waarom is suiker nadelig voor de gezondheid?

A

spierweefsels en zintuigecellen van het oog kunnen minder suiker opnemen en sterven gedeeltelijk af

24
Q

waarom moet insuline meermaals per dag ingespoten worden?

A

insuline verdwijnt snel uit de bloedbaan
telkens als je eet heeft je lichaam insuline nodig

25
Alternatief dan spuitjes prikken
dieet aanpassen, meer bewegen