Biologie H4 Flashcards

(36 cards)

1
Q

Wat is gedrag?

A

Gedrag is alles wat een mens en dier doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe veranderd je gedrag?

A

Je gedrag veranderd door verschillen in je omgeving.

Je gedraagt je anders als je ontspannen bent dan dat als je bang bent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe heten veranderingen waar je op reageert?

A

Prikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een organisme?

A

Iets wat leeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe heet een prikkel van buiten af een organisme?

A

Uitwendige prikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe heet een prikkel van binnen uit een organisme?

A

Inwendige prikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Reageren dieren of mensen altijd op een prikkel?

A

Nee, soms zijn sommige prikkels niet belangrijk en reageer je er dus ook niet op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe heten prikkels die ALTIJD tot gedrag lijden?

A

Sleutelprikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een reden dat sleutelprikkels kunnen veranderen?

A

Door de leeftijd van dier of mens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom reageer je soms niet?

A

Omdat de de handelingen die om je heen gebeuren niet boven je drempelwaarde komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe komen handelingen boven je drempelwaarde?

A

Meestal als er een hele belangrijke handeling gebeurt of als er veel genoeg handelingen gebeuren om je heen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe heet iemand die gedrag bestudeerd?

A

etholoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe heet een klein stukje van gedrag?

A

een handeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe heet een lijst met beschrijvingen van
handelingen?

A

een ethogram

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Met een ethogram kan je een protocol maken, hoe maak je een protocol?

A

Door een een bepaalde tijd bijhouden welke handelingen in welke volgorde of hoe lang een dier die handelingen uitvoert

Dit heet protocolleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Jonge dieren die spelen veel, daardoor leren ze ook. Maar wat leren ze vooral door spelen?

A
  • Om hun lichaam te gebruiken
  • Samen problemen op te lossen
17
Q

Wat is imiteren?

A

Om van iemand te leren en na te doen wat hij doet

18
Q

Imiteren jonge dieren en kinderen hun ouders veel?

A

Ja dieren en kinderen leren veel door imiteren en leren daarna door te oefenen

19
Q

Wat is inzicht?

A

Leren door logisch na te denken

20
Q

Wat is gewenning?

A

Bijvoorbeeld een jonge puppy reageert op alles maar zodra een puppy ouder word leert hij dat hij niet meer op alles hoeft te reageren

21
Q

Wat is aangeboren gedrag?

A

Gedrag vanaf geboorte

22
Q

Wat is een reflex?

A

Dat is een onwillikeurige reactie op een prikkel

23
Q

ZUIGREFLEX

A

Dat hebben babies zodat ze meteen weten dat ze melk moeten drinken en dit verdwijnt als een baby opgroeit

24
Q

Wat is lichaamstaal?

A

Bij lichaamstaal gebruik je niet je stem maar een deel van je lichaam om iets te zeggen.

25
Wat is verbaal gedrag?
Iets duidelijk maken met praten.
26
Wat is non-verbaal gedrag?
Iets duidelijk maken met lichaamstaal.
27
Wat is een signaal?
Een boodschap gericht aan soortgenoten. (Bijv laat de ene hond zijn territorium weten aan de andere door er te plassen)
28
Sommige signalen roepen altijd hetzelfde gedrag op (bij soortgenoten). Deze signalen werken als sleutelprikkels. Wat is een voorbeeld hiervan?
Bijv: Als een merel een kat ziet maakt merel een alarm geluid zodat de andere merels weg kunnen vliegen.
29
Waardoor verzorgen (mensen)ouders hun jongen?
Meeste mensen vinden baby’s schattig. Hierdoor willen mensen baby’s verzorgen.
30
Waardoor verzorgen (dieren)ouders hun jongen?
Bij jonge dieren hetzelfde. Sleutelprikkels die verzorgd gedrag opwekken. (De felle rode kleur van keel van een jonge vogel zorgt ervoor dat de ouders weten dat het eten wilt.
31
Wat zijn overdreven signalen?
signalen die erg opvallen en sterke reactie oproepen.
32
Waarom werken veel dieren samen?
Omdat roofdieren veel minder snel een grote groep aanvallen
33
Waardoor kunnen dieren goed samenwerken?
Door taakverdeling.
34
Wie is vaak de baas in de groep?
Het sterkste mannetje (Hij is dominant over de groep de andere dieren zijn soort onderdanen).
35
Hoe heet een groep met dominante en onderdanige.
Een rangorde.
36
Hoe versieren dieren elkaar?
Door baltsgedrag signalen