Blok 5 week 7 Flashcards

1
Q

sensitiviteit =

A

aantal patienten die positief is getest en de ziekte heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

specitiviteit =

A

aantal personen die negatief is getest, en gezond is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke verschillende economische evaluaties zijn er?

A
  • KMA (kostenminimalisatieanalyse)
  • kosten baten analyse (KBA)
  • KEA
  • KUA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Doel vroege KEA? Voor wie?

A

’Potentiële’) effectiviteit, eigenschappen en impact van een product
- investeerders en ontwikkelaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het collingridge dilemma?

A
  • Impact van een technologie is onzeker tot gebruik in de praktijk (helaas aanpassen dan vaak onmogelijk) –> verspilling van gedane investering (om dit te tackelen; vroege KEA’s)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Doel late kea: vooorwie?

A

Overtuigen investeerder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stap 1 KEA

A

Scope: pico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stap 2 KEA

A

beschikbare data/info

- welk onderzoek is er al gedaan (pt data, literatuur, expert opinion (zie driehoek bewijslast)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stap 3 KEA

A

model

- bv: beslisboom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Stap 4 KEA

A

kosteneffectiviteit]]

- totale kosten berekenen, totale effecten berekenen, onzekerheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Stap 5 KEA

A

beslissing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer een APCOI ipv PICO?

A

APCOI bij diagnostiek, de A zegt waar in de behandeling je het gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke kosten bij kea?

A
  • Totale kostprijs (variabele + vaste kosten)
  • integrale kostprijs (alle kosten)
  • -> dus geen marginale/incrementele omdat een goede economische evaluatie alle kostenposten incalculeert, kosten op lange termijn inzichtelijk maakt en het mogelijk maakt programmas te vergelijken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Van vraag naar beslisboom

A

p - I - o

`. C /

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

literatuur: van onder naar boven steeds minder kans op bias

A

expert opinion - case series en case reports - observational studies with comparison groups - nonrandomised controlled trials - RCT - systematic review

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke. verschillende variabele kosten

A

proprotioneel: gelijke kosten per eenheid of hoger volume
progressief: duurder per eenheid bij hoger volume (bv: overwerktoeslag personeel)
Degressief: goedkoper per eenheid bij hoger volume (bijv. kwantumkorting sommige materialen)

17
Q

Model validatie:

A

Face validiteit–> Expert opinion (navragen of het klopt)

Verificatie –> Kloppen de berekeningen?

Cross-validiteit –> Vergelijkbaar met andere modellen?

Externe validiteit –> Komen de gesimuleerde resultaten overeen met beschikbare data?

Voorspellende validiteit -> Komen de voorspellingen overeen met de uiteindelijke resultaten.