Bouweconomie H7 Financieel economisch management Flashcards

1
Q

wat zijn kastromen

A

in- en uitgaande hoeveelheden geld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat laat een kasstroomschema zien?

A

weergave kasstroom tegenover tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de eindwaarde? wat is de formule daarvan?

A

bedrag dat je hebt met rente eroverheen na een bepaalde periode

C2 = C1(1+r)
r = rentepercentage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

formule eindwaarde versneld?

A

EW = C(1+ r)^t

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn tussentijdse waarden

A

De tussenuitkomst aan het eind van het eerste, tweede,
derde, vierde jaar etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de contante waarde?
wat is de formule?

A

huidige waarde op t=0
CW = C/(1+ r)^t

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat geldt algemeen voor investeringen?

A

de investering en toekomstige exploitatiekosten moeten
worden gecompenseerd met opbrengsten uit huur en verkoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wanneer is een rendementseis haalbaar bij een investering?

A

totale investering is kleiner of gelijk aan CWopbrengsten - CWkosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kan met de formule: totale investering is kleiner of gelijk aan CWopbrengsten - CWkosten worden opgelost?

A
  • Investeringsberekeningen (waar de investering onbekend is)
  • Kostprijsdekkende huur berekeningen (waar de huur onbekend is)
  • Grondwaarde berekeningen (waar een grondkosten onbekend zijn)
  • Rendementsberekeningen (waar het rendement onbekend is)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn investeringsberekeningen?

A

als een investering groter is dan de Netto contante waarde (NCW) of de discounted cashflow (DCF) dan is de investering NIET rendabel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt de NCW berekend?

A

NCW = CWopbrengsten –CWkosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de kostprijsdekkende huur?

A

de minimale huur die gevraagd moet worden om een investering in een vastgoedobject rendabel te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly