Bouwplan I Flashcards

(65 cards)

1
Q

Kenmerkend voor de bilateria

A

Tweezijdige symmetrie en drie kiembladen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kenmerkend voor vertebraten

A

(kraak)benige schedeldoos: neurocranium, en wervelkolom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het phylum vertebraten

A

Vissen, reptielen, vogels, zoogdieren, amfibieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Grondlegger van de systematiek van dieren (taxonomie)

A

Linnaeus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rijken der eukaryoten

A

-Regnum protista
-Regnum plantae
-Regnum fungi
-Regnum amalia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Domein eukaryoten onderscheidt de cel met …

A

cel envelop en volledig echte kern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Classificatie van de rat

A
  • Regnum (rijk) > Animalia
  • Phylum > Chordata
  • Subphylum > Vertebrata
  • Classis > Mammalia
  • Orde > Rodentia (knaagdieren)
  • Familia > Muridae (muizen + ratten)
  • Genus > Rattus
  • Species > Norvegicus
    Rattus norvegicus (genus species)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Soorten symmetrie bij dieren

A

-Radiaalsymmetrie
-Bilaterale tweezijdige symmetrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dieren met radiaalsymmetrie

A

Cnidaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dieren met bilaterale tweezijdige symmetrie

A

Bilateria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onderscheid binnen de bilateria

A

-Deuterostomia
-Protostomia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Deuterostomia

A

Groot en complexer
> de blastoporus wordt de anus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Protostomia

A

Eenvoudiger > de blastoporus wordt ge mond en de anus wordt later gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Groepen binnen protostomia

A

-Ecdysozoa
-Lophotrochozoa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Protostomia vs deuterostomia bij vorming mesoderm

A

-Protostomia: mesoderm vormt uit ectoderm (afsplitsing van het ectoderm)
> Spirale klieving
-Deuterostomia: mesoderm vormt uit endoderm (uitstulping van het endoderm)
> Radiale klieving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Blastoporus

A

Ontstaat tijdens de gastrulatie, een gaatje met betrekking op de aanleg van de oerdarm.
> tijdens plooivorming ontstaat een koker en bij het uiteinde is hier alleen een plooi: een uitgang namelijk de blastoporus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Diploblast

A

Groep dieren met twee kiembladen: ectoderm en endoderm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke groep dieren vallen onder diploblasten

A

Holtedieren > kwallen en sponzen, niets tussen buitenkant en binnenkant van het darmstelsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Triploblast

A

Uit drie kiemlagen: ectoderm, mesoderm, endoderm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Ectoderm: welke structuren ontstaan eruit?

A

-Epidermis
-Zweet- en talgklieren
-Bekleding mondholte en neusholte
-Adnexen (nagels, haren, hoorn, schubben)
-Emaille van tanden en kiezen
-Zenuwstelsel inclusief de sensorische delen van ogen, oren en neus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Somieten

A

Mesoderme structuren links en rechts van een stevige buisstructuur binnen de laag ectoderm, het mesoderm prikkelt het bovengelegen ectoderm om een groeve te vormen > net zo lang tot de neurale buis ontstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Endoderme structuren

A

Bekleding darmkanaal en luchtwegen, longen, secretoire delen van de lever en de pancreas, schildklier, bijschildklier, zwezerik, urineblaas, bekleding urethra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Mesoderme structuren

A

Skelet en spieren, dermis, onderhuidse schubben en dentine, excretie- en geslachtsorganen, bindweefsel, coeloombekleding, mesenterieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Soorten bilateria aan de hand van coeloom

A

-A-coelomata
-Pseudocoelomata
-(Eu-)coelomata

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
A-coelomata
Tweezijdig symmetrisch en geen coeloom bv platwormen
26
Pseudocoelomata
Hebben een pseudocoel (vanuit het blastocoel), holte na plooiing tussen endoderm en mesoderm, de organen zweven los in de holte
27
Eucoelomata
Tweezijdig symmetrisch coeloom met mesenterium bekleed, ook zijn de organen omgeven door het mesenterium wat verbonden is met de buitenbekleding van de lichaamsholte.
28
Analogie
Ontstane structuren bij verschillende groepen die uit convergente evolutie zijn ontstaan > functie nagenoeg hetzelfde
29
Homologie
Structuur die is ontstaan in en gemeenschappelijke voorouder > dit kan ook een strucuur zijn die ontstaat tijdens de embryonale ontwikkeling zoals mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen > de verschillen ontstaan door blootstelling aan hormonen.
30
Lijken analoge structuren in functie op elkaar?
Ja
31
Lijken homologe strucutren in functie op elkaar?
Niet perse
32
Endoskelet bij zoogdieren, beenvissen e.a.
Bot
33
Endoskelet bij haaien en roggen
Kraakbeen > kraakbeenvissen
34
Exoskelet bij mosselen
O.a. weekdieren hebben een hard omhulsel van calciumcarbonaat
35
Exoskelet van arthropoda (geleedpotigen)
Chitine (bv kreeft of garnaal)
36
Functie endoskelet vs exoskelet
Endoskelet: bescherming en houding en beweging Exoskelet: bescherming van het diern wat erin zit
37
Hydrostatisch skelet bij platwormen
Interstitiële vloeistof die het dier de vorm geeft.
38
Hydrostatisch skelet bij nematoden (rondwormen)
pseudocoeloom
39
Hydrostatisch skelet bij annelida (ringwormen)
Coeloom vloeistof
40
Blindzaktype maagdarmstelsel
Darmholte met één verbinding met de buitenwereld > deze holte is bekleed met gastrodermis (endodermaal)
41
Buis-in-buis type
Stelsel met een mond en een anus die een permanente verbinding met de buitenwereld vormen
42
Metamerie
Een constante herhaling van orgaansystemen in segmenten
43
Homonome metamerie
Metameren of somieten zijn nagenoeg identiek (bv regenworm)
44
Heteronome metameren
Door fusie van verschillende segmenten ontstaat ongelijkheid in de segmentatie (bv kreeft met mooi gesegmenteerd achterlijf.
45
Cephalisatie
Specialisatie van organismen door het centraliseren van het zenuwstelsel tot de hersenen
46
Noem de eerste ontwikkeling van de hersenen (Craniaal > caudaal): 3
Prosencephalon, mesencephalon, rhombencephalon
47
Hersendelen ontwikkeling 3 > 5
Telencephalon + Diencephalon, mesencephalon, Metencephalon + Myelencephalon.
48
Vomero nasale orgaan
Bemonsteren van de buitenlucht met de tong van een slang en punten in het orgaan voor analyse van omgevingsmoleculen.
49
Andere zintuigorganen
Ogen, oren, neus, tong, huid
50
Vroeg embryonale functie van prosencephalon
Reukzintuig waarneming
51
Functie mesencephalon
Controle visuele processen
52
Functie rhombencephalon
Ademhaling en hartslag en andere basale functies
53
Vroeg embryonale hersenen: dorsaal is ... en ventraal is ...
Dorsaal sensorische en ventraal motorisch
54
Groepen der Deuterostomia
-Echino-dermata -Hemi-chordata -Chordata
55
Echino-dermata
Stekelhuidigen
56
Hemi-chordata
Wormachtigen
57
Chordata groepen (hebben een chorda)
-Cephalochordata -Tunicata (urochordata) -Vertebraten
58
Tunicata / Urochordata: wat maakt deze groep bijzonder?
Hebben embryonaal alle kenmerken van chordata maar raken deze kwijt bij de geboorte.
59
Kenmerken vertebraten
-Holle dorsale zenuwstreng -Staart die post anaal doorzet -Dorsaal gelegen steunstructuur zoals de wervelkolom
60
Symmetrie van echino-dermata
Primair tweezijdig symmetrisch, secundair radiair symmetrisch, in jonge fase bilateraal maar daarnaar radiaal symmetrisch.
61
Kenmerken echino-dermata
-Stekelige huid -Vijfstraligheid in volwassen stadium -Watervaatstelsel: coeloom als vasculair stelsel -Regeneratie -bv de zeester -leeft in de zee
62
Voortplanting van echino-dermata
Seksueel en parthogenese (ongeslachtelijk)
63
Hemi-chordata symmetrie
Tweezijdig symmetrisch: rostro-caudale oriëntatie (kop en staartregio)
64
Homologie van vissen en eikelwormen (hemi-chordata)
Spleten in de kieuwkorf van de worm homoloog aan kieuwspleten in vissen.
65
Voedsel vergaren door hemi-chordata
Pharyghiale filter feeders (septen waarmee ze voedsel uit de omgeving in het water vergaren).