Burn-out Flashcards

1
Q

Wat is de ‘Job Demands-Resources Model’?

A

Lange-termijn blootstelling aan baaneisen zal cognitieve en fysieke middelen van werknemer uitputten, wat in lange-termijn leidt tot verlaging van energie en verhoging van gezondheidsproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aan welke activiteiten moet iemand hoog in burn-out wel aan deelnemen?

A

Low effort activiteiten: vereisen geen/weinig moeite (bv. tv kijken).
- Hogere cognitieve levendigheid en fysieke vigor –> deze activiteiten herstellen middelen tijdelijk.

Sociale activiteiten:
- Cynische houding tegen werk en afzondering van collega’s –> grotere behoefte aan sociale steun.

Fysieke activiteiten:
- Verhoogt mogelijkheid om af te schakelen van werk, verhoogt gevoel van competentie en aantrekkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat moeten medewerkers doen die hoog risico lopen op burn-out (vergeleken met medewerkers zonder zo’n risico) tijdens hun vrije tijd om beter te kunnen herstellen van werk? Hoe verklaar je dit van een ‘job-demands resources model’ perspectief?

A

Medewerkers met hoog risico op burn-out moeten stoppen met tijd spenderen aan werk-gerelateerde activiteiten tijdens vrij tijd, en meer tijd spenderen aan low-effort en sociale activiteiten om te herstellen van werk op een dagelijkste basis (effecten van activiteiten op herstel waren sterker voor medewerkers die risico lopen op burn-out).

JD-R: lange-termijn blootstelling aan baaneisen (bv. werklast, emotionele eisen) zullen cognitieve en fysieke middelen van medewerken uitputten, wat in lange-termijn kan leiden tot vermindering van energie (uitputting) en gezondheidsproblemen. Herstelactiviteiten zijn belangrijk om de middelen weer aan te vullen om te compenseren voor baaneisen. Medewerkers met risico op burn-out hebben al lage middelen (vergeleken met medewerkers met lage risico), wat hen meer kwetsbaar maakt voor negatieve effecten (verminderd herstel) van tijd spenderen aan werk-gerelateerde activiteiten tijdens hun vrije-tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verklaar de relatie tussen ‘werkbetrokkenheid’ en ‘herstel’.

A

Herstel: werknemers ondergaan een cyclus van werk en rust.
- Herstelniveau’s in ochtend voorspellen werkbetrokkenheid gedurende de dag.

Werkbetrokkenheid: voorspelt herstelniveau aan einde van de dag.
- Positief voorspeld door baaneisen (vereisen fysieke/mentale moeite).
- Negatief voorspeld door situational constraints (baaneigenschappen die uitvoeren van taak lastig maken).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de ‘effect-recovery theory’?

A

Bereiken van werk-gerelateerde doelen kost moeite –> produceert fysieke en fysiologische kosten.
- Kosten zijn vaak korte-termijn.
- In sommige gevallen kan herstel niet voldoende zijn, waardoor korte-termijn lasten (bv. vermoeidheid) zich opstapelen en leiden tot lange-termijn problemen (chronische moeheid, slaapgebrek).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor rol speelt mindfulness in baantevredenheid en emotionele uitputting?

A
  • Mindfulness is positief gerelateerd aan baantevredenheid.
    –> Minder stressvolle werkervaring –> meer positieve en minder negatieve reacties.
  • Mindfulness is negatief gerelateerd aan emotionele uitputting.
    –> Promoot autonome zelfregulatie die energie bewaard.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Definieer werkbetrokken en herstel na werk.
Omschrijf hoe deze 2 concepten gerelateerd zijn en verklaar welke moderating factor de relatie tussen werkbetrokkenheid en herstel na werk beïnvloedt.

A

Werkbetrokkenheid: een positieve, vervullende, werk-gerelateerde gemoedstoestand gekarakteriseerd door kracht, toewijding en absorptie.
Herstel: de kortstondige staat waarin de persoon zich verfrist en uitgerust voelt na het werk.
Situational constraints verzwakken de relatie tussen herstel en werkbetrokkenheid, maar baaneisen niet. Herstel vertaalt zich in (verbetert) bevlogenheid van werknemers en bevlogenheid op het werk, en voorkomt een verlies aan herstel gedurende de dag, vooral wanneer de situationele beperkingen laag zijn. Situational constraints lijken de wederkerige processen te verstoren tussen herstelniveau en werkbetrokkenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is ‘mindfulness’?

A

Het opmerken wat er gebeurd zonder dit te beoordelen, analyseren of reflecteren.
- Focus op heden, niet toekomst/verleden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aan welke vrije-tijd activiteiten moet iemand hoog in burn-out niet aan deelnemen?

A

Werk-gerelateerde activiteiten:
- Verlies in fysieke en cognitieve middelen (moe en onbetrokken bij werk) –> gaat slecht om met werkuitdagingen –> slecht dagelijks herstel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat voor rol speelt mindfulness in emotieregulatie (surface acting)?

A

Surface acting: externe emotionele uitdrukking veranderen zonder de echte gevoelens te veranderen (onderdrukken van negatieve en het faken van positieve emoties).
- Beïnvloedt baantevredenheid en emotionele uitputting negatief –> is effortful, verlaagt mentale middelen.
- Mindfulness negatief gerelateerd aan surface acting –> beïnvloedt negatieve evaluatie van werkgebeurtenis en trigger van responsneigingen.

Dus mindfulness promoot baantevredenheid en voorkomt emotionele uitputting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly