Business Process Analysis Flashcards
(30 cards)
Proces-architectuur-model (PAM)
Keten(Proces) (Over meer organisatties)
Procesketen (Werkstroom Zorgpad/Politiepad)
(Werk)proces
Activiteit
Handeling
Business Process management Wat is dat?
Zo min mogelijk geld en middelen voor zo een groot mogelijk tevredenheid
Business Process management Definitie
Geheel van maatregelen als onderdeel van de sturing van de organisatie (Management) gericht op beheersing en verbetering van processen.
Business Process Analysis Stromingen
Procesdenken centraal
Stroming 1: Organisatie-inrichting‘Hoe organiseren we mensen en middelen zodanig dat we effectief en doelmatig de gewenste producten kunnen leveren?’
Stroming 2: Kwaliteitsmanagement‘Na productinspectie en productontwerp ligt focus steeds meer op processen en procesbeheersing.’
Stroming 3: IT‘Hoe kan IT processen ondersteunen?’
Business Process Analysis 3 IT-golven
Business Process Re-engineering (1980-1990))
ERP-systemen (1990-2000)
Technologische mogelijkheden
Proces Definitie
Geheel van activiteiten, mensen en middelen, waarmee één of meer producten of diensten worden toegebracht
Verbetercyclus Continu verbeteren
Analyseren van probleem en processen ->
Ontwerpen van processen ->
Inrichten van processen ->
Werkende processen
Verbetercyclus methoden
Plan - Do - Check - Act
Lean 6
Value chain porter
Porter geeft aan dat ieder bedrijf in de keten waarde toevoegt aan een (deel)product. De primaire processen (verticaal onder) zorgen voor deze meerwaarde en de secundaire processen (horizontaal boven) ondersteunen deze processen. Daar bovenop komt een stuk winst. Winst kan ook reservering van gelden zijn.
Proces soorten processen
Primair (kernproces)
- Kernproces dat waarde toevoegt aan eindproduct
Secundair (ondersteunend)
- alles wat erop gericht is om het primaire proces goed te laten verlopen en in zijn huidige vorm te continueren
Tertiair (management)
- alles wat erop gericht is om de essentie van het primaire proces ook op langere termijn in stand te houden
Wat is het Business Model Canvas (BMC)?
Het BMC is een visueel model dat beschrijft hoe een organisatie waarde creëert, levert en behoudt. Het bestaat uit 9 bouwstenen:
1. Klantsegmenten
2. Waardepropositie
3. Kanalen
4. Klantrelaties
5. Inkomstenstromen
6. Key resources (middelen)
7. Kernactiviteiten
8. Key partners
9. Kostenstructuur
👉 Bijvoorbeeld: Coolblue gebruikt het BMC om klantgerichte service (waardepropositie) te koppelen aan snelle levering (kanaal) en persoonlijke service (relatie).
Wat is een waardepropositie?
De waardepropositie is de unieke waarde die een product of dienst biedt aan de klant. Het beschrijft waarom een klant voor jouw product zou kiezen.
👉 Voorbeeld: De USP van Tesla is een elektrische auto met hoge prestaties, duurzaam imago en innovatieve technologie.
Wat zijn klantsegmenten en hoe segmenteer je deze?
Klantsegmenten zijn groepen klanten met gemeenschappelijke kenmerken. Segmentatie kan op basis van:
* Demografisch (leeftijd, geslacht)
* Geografisch (regio, land)
* Psychografisch (leefstijl, waarden)
* Gedrag (koopfrequentie, loyaliteit)
👉 Voorbeeld: Albert Heijn richt zich op zowel prijsbewuste klanten (AH Basic) als klanten die luxe willen (AH Excellent).
Wat zijn verkoopkanalen binnen het BMC?
Kanalen zijn de manieren waarop je klanten bereikt en je waarde levert. Denk aan fysieke winkels, webshops, apps of tussenpersonen.
👉 Voorbeeld: Nike verkoopt via eigen winkels, de website én via Zalando.
Wat zijn klantrelaties binnen het BMC?
Dit beschrijft hoe je met elk klantsegment omgaat, zoals persoonlijk contact, selfservice of co-creatie.
👉 Voorbeeld: Bol.com biedt klantenservice via chat en telefoon én laat klanten recensies schrijven (co-creatie).
Wat zijn inkomstenstromen in het BMC?
Geeft aan hoe een bedrijf geld verdient. Modellen zijn o.a. verkoop, abonnementen, licenties, freemium, advertenties.
👉 Voorbeeld: Spotify verdient via freemium (gratis met advertenties) en premium abonnementen.
Wat zijn key resources?
Dit zijn de belangrijkste middelen die nodig zijn om waarde te leveren, zoals mensen, technologie, kennis, patenten of machines.
👉 Voorbeeld: Bij ASML zijn intellectueel eigendom en R&D-talent key resources.
Wat zijn kernactiviteiten in het BMC?
De belangrijkste dingen die je moet doen om succesvol te zijn: productie, probleemoplossing, platformbeheer, marketing.
👉 Voorbeeld: Bij Uber is platformbeheer en klantenservice cruciaal.
Wat zijn key partners in het BMC?
Strategische samenwerkingen om doelen te behalen, zoals leveranciers, joint ventures of strategische allianties.
👉 Voorbeeld: McDonald’s werkt met Coca-Cola als key partner voor drankenlevering.
Wat valt onder kostenstructuur in het BMC?
Alle kosten die voortvloeien uit het businessmodel. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vaste en variabele kosten.
👉 Voorbeeld: Vaste kosten = huur pand; Variabele kosten = inkoopkosten per product.
Wat is een KPI (Key Performance Indicator)?
Een KPI is een meetbare waarde die aangeeft in hoeverre een organisatie haar doelstellingen behaalt. KPI’s worden gebruikt om prestaties te volgen en bij te sturen.
👉 Voorbeeld: Voor een webshop kan een KPI het percentage voltooide aankopen zijn t.o.v. het aantal bezoekers.
Wat is de PDCA-cyclus?
De PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act) is een methode voor continue verbetering van processen en kwaliteit.
* Plan: bepaal doelen en maak plannen
* Do: voer het plan uit
* Check: meet resultaten en analyseer
* Act: stuur bij op basis van bevindingen
👉 Voorbeeld: In een restaurant plant men een snellere afhaallijn (Plan), test dit (Do), meet wachttijd (Check), en verbetert het proces (Act).
Wat is het belang van KPI’s binnen de Balanced Scorecard?
KPI’s geven meetbare invulling aan de doelen binnen elke dimensie van de BSC. Ze maken prestaties zichtbaar, vergelijkbaar en stuurbaar.
👉 Bijv. een KPI bij ‘klant’ kan zijn: NPS-score (Net Promoter Score).
Wat is de Balanced Scorecard (BSC)?
De BSC is een strategisch managementinstrument dat prestaties meet op vier dimensies:
1. Financieel
2. Klant
3. Interne processen
4. Leren & groei
👉 Voorbeeld: Een school meet prestaties via slagingspercentage (financieel), studenttevredenheid (klant), doorlooptijd aanmeldproces (intern), en docenttrainingen (leren).