Business Process Analysis Flashcards

(85 cards)

1
Q

Proces-architectuur-model (PAM)

A

Keten(Proces) (Over meer organisatties)

Procesketen (Werkstroom Zorgpad/Politiepad)

(Werk)proces

Activiteit

Handeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Business Process management Wat is dat?

A

Zo min mogelijk geld en middelen voor zo een groot mogelijk tevredenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Business Process management Definitie

A

Geheel van maatregelen als onderdeel van de sturing van de organisatie (Management) gericht op beheersing en verbetering van processen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Business Process Analysis Stromingen

A

Procesdenken centraal
Stroming 1: Organisatie-inrichting‘Hoe organiseren we mensen en middelen zodanig dat we effectief en doelmatig de gewenste producten kunnen leveren?’

Stroming 2: Kwaliteitsmanagement‘Na productinspectie en productontwerp ligt focus steeds meer op processen en procesbeheersing.’

Stroming 3: IT‘Hoe kan IT processen ondersteunen?’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Business Process Analysis 3 IT-golven

A

Business Process Re-engineering (1980-1990))

ERP-systemen (1990-2000)

Technologische mogelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Proces Definitie

A

Geheel van activiteiten, mensen en middelen, waarmee één of meer producten of diensten worden toegebracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verbetercyclus Continu verbeteren

A

Analyseren van probleem en processen ->
Ontwerpen van processen ->
Inrichten van processen ->
Werkende processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verbetercyclus methoden

A

Plan - Do - Check - Act
Lean 6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Value chain porter

A

Porter geeft aan dat ieder bedrijf in de keten waarde toevoegt aan een (deel)product. De primaire processen (verticaal onder) zorgen voor deze meerwaarde en de secundaire processen (horizontaal boven) ondersteunen deze processen. Daar bovenop komt een stuk winst. Winst kan ook reservering van gelden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Proces soorten processen

A

Primair (kernproces)
- Kernproces dat waarde toevoegt aan eindproduct

Secundair (ondersteunend)
- alles wat erop gericht is om het primaire proces goed te laten verlopen en in zijn huidige vorm te continueren

Tertiair (management)
- alles wat erop gericht is om de essentie van het primaire proces ook op langere termijn in stand te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het Business Model Canvas (BMC)?

A

Het BMC is een visueel model dat beschrijft hoe een organisatie waarde creëert, levert en behoudt. Het bestaat uit 9 bouwstenen:
1. Klantsegmenten
2. Waardepropositie
3. Kanalen
4. Klantrelaties
5. Inkomstenstromen
6. Key resources (middelen)
7. Kernactiviteiten
8. Key partners
9. Kostenstructuur
👉 Bijvoorbeeld: Coolblue gebruikt het BMC om klantgerichte service (waardepropositie) te koppelen aan snelle levering (kanaal) en persoonlijke service (relatie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een waardepropositie?

A

De waardepropositie is de unieke waarde die een product of dienst biedt aan de klant. Het beschrijft waarom een klant voor jouw product zou kiezen.
👉 Voorbeeld: De USP van Tesla is een elektrische auto met hoge prestaties, duurzaam imago en innovatieve technologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn klantsegmenten en hoe segmenteer je deze?

A

Klantsegmenten zijn groepen klanten met gemeenschappelijke kenmerken. Segmentatie kan op basis van:
* Demografisch (leeftijd, geslacht)
* Geografisch (regio, land)
* Psychografisch (leefstijl, waarden)
* Gedrag (koopfrequentie, loyaliteit)
👉 Voorbeeld: Albert Heijn richt zich op zowel prijsbewuste klanten (AH Basic) als klanten die luxe willen (AH Excellent).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn verkoopkanalen binnen het BMC?

A

Kanalen zijn de manieren waarop je klanten bereikt en je waarde levert. Denk aan fysieke winkels, webshops, apps of tussenpersonen.
👉 Voorbeeld: Nike verkoopt via eigen winkels, de website én via Zalando.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn klantrelaties binnen het BMC?

A

Dit beschrijft hoe je met elk klantsegment omgaat, zoals persoonlijk contact, selfservice of co-creatie.
👉 Voorbeeld: Bol.com biedt klantenservice via chat en telefoon én laat klanten recensies schrijven (co-creatie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn inkomstenstromen in het BMC?

A

Geeft aan hoe een bedrijf geld verdient. Modellen zijn o.a. verkoop, abonnementen, licenties, freemium, advertenties.
👉 Voorbeeld: Spotify verdient via freemium (gratis met advertenties) en premium abonnementen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn key resources?

A

Dit zijn de belangrijkste middelen die nodig zijn om waarde te leveren, zoals mensen, technologie, kennis, patenten of machines.
👉 Voorbeeld: Bij ASML zijn intellectueel eigendom en R&D-talent key resources.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn kernactiviteiten in het BMC?

A

De belangrijkste dingen die je moet doen om succesvol te zijn: productie, probleemoplossing, platformbeheer, marketing.
👉 Voorbeeld: Bij Uber is platformbeheer en klantenservice cruciaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn key partners in het BMC?

A

Strategische samenwerkingen om doelen te behalen, zoals leveranciers, joint ventures of strategische allianties.
👉 Voorbeeld: McDonald’s werkt met Coca-Cola als key partner voor drankenlevering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat valt onder kostenstructuur in het BMC?

A

Alle kosten die voortvloeien uit het businessmodel. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vaste en variabele kosten.
👉 Voorbeeld: Vaste kosten = huur pand; Variabele kosten = inkoopkosten per product.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een KPI (Key Performance Indicator)?

A

Een KPI is een meetbare waarde die aangeeft in hoeverre een organisatie haar doelstellingen behaalt. KPI’s worden gebruikt om prestaties te volgen en bij te sturen.
👉 Voorbeeld: Voor een webshop kan een KPI het percentage voltooide aankopen zijn t.o.v. het aantal bezoekers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de PDCA-cyclus?

A

De PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act) is een methode voor continue verbetering van processen en kwaliteit.
* Plan: bepaal doelen en maak plannen
* Do: voer het plan uit
* Check: meet resultaten en analyseer
* Act: stuur bij op basis van bevindingen
👉 Voorbeeld: In een restaurant plant men een snellere afhaallijn (Plan), test dit (Do), meet wachttijd (Check), en verbetert het proces (Act).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is het belang van KPI’s binnen de Balanced Scorecard?

A

KPI’s geven meetbare invulling aan de doelen binnen elke dimensie van de BSC. Ze maken prestaties zichtbaar, vergelijkbaar en stuurbaar.
👉 Bijv. een KPI bij ‘klant’ kan zijn: NPS-score (Net Promoter Score).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de Balanced Scorecard (BSC)?

A

De BSC is een strategisch managementinstrument dat prestaties meet op vier dimensies:
1. Financieel
2. Klant
3. Interne processen
4. Leren & groei
👉 Voorbeeld: Een school meet prestaties via slagingspercentage (financieel), studenttevredenheid (klant), doorlooptijd aanmeldproces (intern), en docenttrainingen (leren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat bedoelt Juran met ‘het niet leveren van kwaliteit kost kapitalen’?
Juran benadrukt dat voorkomen van fouten goedkoper is dan herstellen. Faalkosten kunnen hoog oplopen (zoals retourzendingen of imagoschade). 👉 Bijvoorbeeld: Een productiefout in auto-onderdelen kan leiden tot terugroepacties en miljoenenverliezen.
26
Welke kwaliteitsdenker staat bekend om de “14 punten” en de PDCA-cyclus?
William Deming. Hij legde de basis voor kwaliteitsmanagement via statistische procescontrole en de PDCA-cyclus. 👉 Zijn aanpak werd cruciaal in het Japanse productiesucces na WOII.
27
Wat is procesmining?
Procesmining is een techniek om bedrijfsprocessen te analyseren op basis van data uit event logs (logbestanden van systemen). Het laat zien hoe processen echt verlopen, inclusief knelpunten. 👉 Bijv.: In een ziekenhuis wordt ontdekt dat 20% van de dossiers drie keer langs dezelfde afdeling gaat – inefficiëntie zichtbaar via procesmining.
28
Wat is een event log in procesmining?
Een event log bevat gegevens over procesuitvoeringen, zoals: * Case ID (unieke identificatie per proces) * Activiteit (bijv. aanvraag goedkeuren) * Tijdsregistratie (start en/of eindtijd) 👉 Voorbeeld: Een logregel kan aangeven dat “case 12345” om 11:14 uur is goedgekeurd door medewerker X.
29
Waarom is procesmining belangrijk in Business Process Analysis?
Het maakt echte processtromen zichtbaar (i.p.v. hoe men denkt dat ze verlopen), en helpt bij het opsporen van vertragingen, afwijkingen en verbeterkansen. 👉 Bijvoorbeeld: Procesmining toont dat een factuur gemiddeld 5 dagen blijft liggen bij 1 medewerker – die stap kan worden geoptimaliseerd.
30
Wat is het verschil tussen model en realiteit bij procesmining?
Processchema’s beschrijven het ideale verloop; procesmining laat het werkelijke verloop zien, inclusief uitzonderingen en bottlenecks. 👉 Bijv.: Waar een goedkeuringsproces 3 stappen zou moeten zijn, toont procesmining dat sommige aanvragen 6 keer teruggaan naar dezelfde stap.
31
Wat is de definitie van een probleem in business process analysis?
Een voor verbetering vatbare situatie waarbij de huidige situatie afwijkt van de gewenste situatie.
32
Wat zijn de drie stappen van het stappenplan voor probleemanalyse?
1. Onderkennen probleem, 2. Analyseren probleem, 3. Vaststellen probleem.
33
Wat gebeurt er in stap 1: Onderkennen probleem?
Het probleem wordt opgemerkt via observatie, documentatie, intuïtie of interviews; het wordt getypeerd; de probleemeigenaar wordt geïdentificeerd; en de analyseopdracht wordt vastgesteld.
34
Wat is een probleemeigenaar?
Iemand die het probleem onderkent, het wil oplossen en bevoegd is om dit te doen.
35
Wat gebeurt er in stap 2: Analyseren probleem?
Verkennen van gevolgen, onderzoeken van oorzaken (met tools zoals 5x Why, visgraatdiagram) en achterhalen van de rootcause.
36
Wat is het verschil tussen doelprobleem, perceptieprobleem en realiteitsprobleem?
* Doelprobleem: Doel is niet realistisch. * Perceptieprobleem: Beeld van werkelijkheid is fout. * Realiteitsprobleem: Werkelijke situatie wijkt af, analyse vereist.
37
Wat gebeurt er in stap 3: Vaststellen probleem?
Draagvlak creëren, probleemdefinitie opstellen, kernoorzaken vaststellen, afbakening maken en belanghebbenden bepalen.
38
Wat is het doel van een intakegesprek?
Relatie opbouwen, context en probleem begrijpen, verwachtingen uitspreken en vervolgstappen bepalen.
39
Welke methoden kun je gebruiken voor probleemanalyse?
7xW-methode, POPIT-analyse, 5x Why, visgraatdiagram, oorzaak-gevolgdiagram.
40
Wat is POPIT?
Een analysemethode waarbij gekeken wordt naar: People, Organization, Processes, Information, Technology.
41
Kwalitatieve procesanalyse Definitie
Analyse die gebruik maakt van onderzoeksmethoden die zoeken naar verschijnselen die we niet direct in getallen kunnen/willen uitdrukken.
42
Kwalitatieve procesanalyse Doel
Verklaren van verschijnselen zonder gebruik te maken van procesdata.
43
Kwalitatieve procesanalyse Enkele technieken
Oorzaak- en gevolganalyse met procesmodellen (§ 4.2) Toegevoegde Waardeanalyse (TWA) (§ 4.3) Faalwijzen en gevolgenanalyse (§ 4.4) Analyse procescomplexiteit (§ 4.5) Ruimtelijke bewegingsanalyse (§ 4.6)
44
Oorzaak- en gevolganalyse met procesmodel Wanneer toepassen?
wanneer procesmatige samenhang bepalend is voor relaties tussen oorzaak-en gevolg procesmodellen Model versterkt onderbouwing Afweging: complexiteit vraagstuk vs inspanning opstellen modellen
45
Toegevoegde waarden-analyse TWA
Stel vast welke activiteiten waarde toevoegen voor de klant. Elimineer activiteiten die geen waarde toevoegen, zoals controleren, goedkeuren, repareren en verifiëren
46
Faalwijzen-en-gevolgen-analyse Definitie
Dit is een techniek die geschikt is om de kwaliteit van het resultaat van een proces te analyseren en te verbeteren door het verminderen van de kans op fouten en van de impact van gemaakt fouten.
47
Risico berekenen
Risico Prioriteit Getal (RPG) = Impact x frequentie x detectiekans
48
Analyse Proces-complexiteit APC
Verzamel alle actoren (ook leverancier en klant) Zoek trigger proces Bij deze persoon start het draadje wol Stap voor stap doorgeven Andere kleuren wol voor parallelle processen Gedurende vastlegging proces verbeterpunten
49
Kwantitatieve procesanalyse Definitie
Analyse waarbij onderzoeksmethoden gebruikt worden waarin meetbare variabelen centraal staan.
50
Kwantitatieve procesanalyse Doel
Zaken proberen te verklaren op basis van cijfermateriaal
51
Kwantitatieve procesanalyse Enkele technieken
Doorlooptijdanalyse (§ 5.2) Tijdanalyse (§ 5.3) Kritieke-pad-analyse (§ 5.5)
52
Doorlooptijd-analyse Wat is een Doorstroom eenheid
ÉÉN of Set van Aanvraag (bv offerte) Product (bv auto) Dienst (bv serveren pizza) Geval (bv patiënt)
53
Technieken Doorlooptijd
Doorlooptijd = (SOM) bewerkingstijd + (SOM) wachttijd + (SOM) transporttijd Bewerking = tijd dat activiteit duurt netto = zonder verstoringen bruto = met verstoringen Transsporttijd = tijd dat stroomeenheid wordt verplaatst van activiteit naar activiteit (fysiek/virtueel) Wachttijd = tijd dat stroomeenheid niet aan transport of bewerking deelneemt (voorraad, buffer, e-mail inbox, koffiepauze)
54
Wat is de definitie van een requirement volgens IEEE?
Een condition of capability die nodig is om een probleem op te lossen of een doel te bereiken, en die door een systeem of systeemcomponent moet worden vervuld.
55
Welke drie hoofdcategorieën kent het requirementsproces?
Elicitatie, Analyse, Validatie.
56
Wat is het doel van stakeholderanalyse?
In kaart brengen wie belang heeft bij het systeem en hoe groot hun invloed/belang is, om hun wensen effectief mee te nemen in het ontwerp.
57
Wat is het verschil tussen functionele en niet-functionele requirements?
Functionele requirements beschrijven wat het systeem moet doen; niet-functionele requirements beschrijven de kwaliteitseisen, zoals snelheid, betrouwbaarheid of veiligheid.
58
Wat zijn SMART-criteria bij het formuleren van requirements?
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel/Achievable, Realistisch, Traceerbaar (soms Time-bound).
59
Noem drie technieken voor het eliciteren van requirements.
Interview, Workshop, Observatie (ook mogelijk: Survey, Documentanalyse, Prototyping).
60
Wat is het doel van requirements validatie?
Controleren of de requirements correct, compleet en consistent zijn en overeenkomen met de wensen van de opdrachtgever.
61
Hoe wordt een user story opgebouwd?
-Als -wil ik -zodat .
62
Wat is traceerbaarheid in requirementsmanagement?
Het vermogen om een requirement te volgen van oorsprong tot implementatie, inclusief wijzigingen en impactanalyse.
63
Wat betekent het Technology Acceptance Model (TAM)?
Een model dat verklaart hoe gebruikers ICT accepteren, gebaseerd op waargenomen bruikbaarheid en gebruiksgemak.
64
Wat zijn de 7 dimensies van requirements?
De exacte dimensies worden vaak afhankelijk van de context benoemd, maar in deze context kun je denken aan functioneel, niet-functioneel, prestaties, gebruiksvriendelijkheid, veiligheid, onderhoudbaarheid en compatibiliteit.
65
Wat is de ‘Voice of the Customer’ (VOC) en waarop heeft het invloed?
VOC staat voor de stem van de klant en beïnvloedt efficiëntie, tijdigheid, nauwkeurigheid, flexibiliteit en service.
66
Noem twee ontwerpbenaderingen bij het procesontwerp.
Synchroon: stappen worden parallel uitgevoerd Cascade: stappen worden sequentieel uitgevoerd
67
Wat is het doel van een contextdiagram?
Inzicht geven in informatiestromen en betrokken actoren op hoog niveau, en helpen bij het bepalen van de scope.
68
Wat is het verschil tussen een logisch en een fysiek gegevensstroomschema?
Een logisch schema beschrijft abstracte gegevensverzamelingen, een fysiek schema beschrijft concrete gegevensdragers of systemen.
69
Welke prestatie-eisen kunnen aan een proces worden gesteld?
Efficiëntie, tijdigheid, nauwkeurigheid, flexibiliteit, en service.
70
Wat is een voordeel van modelleren met een gegevensstroomschema (DFD)?
Het biedt overzicht over welke gegevensstromen tussen welke processen en actoren plaatsvinden.
71
Wat is het doel van stap 1 in het ontwerp-proces?
Begrijpen waarom er verandering nodig is, zoals prestatie-eisen of nieuwe technologieën.
72
Wat houdt stap 2 van het ontwerp-proces in?
Het bepalen van doelen vanuit de klant (VOC) en vertalen naar proceseisen.
73
Wat zijn kenmerken van complex-dynamische processen?
Veel activiteiten en veranderende afhankelijkheden die een flexibele ontwerpmethode vereisen.
74
Wat is process mining?
Een techniek om processen in organisaties te analyseren aan de hand van event logs, zodat de werkelijke uitvoering van processen inzichtelijk wordt.
75
Welke drie typen process mining zijn er?
1. Discovery – Procesmodel opstellen op basis van event logs 2. Conformance – Werkelijkheid vergelijken met verwacht proces 3. Enhancement – Procesoptimalisatie op basis van analyse
76
Wat zijn kenmerken van een event log voor process mining?
- Case ID * Activiteit * Datum/tijd (timestamp) * Eventueel rol en andere attributen
76
Waarom gebruiken organisaties process mining?
Om het werkelijke procesgedrag te vergelijken met het bedoelde proces en om knelpunten, afwijkingen of verbeterkansen te ontdekken.
77
Noem één bekende process mining tool die gebruikt wordt in deze module.
Disco van Fluxicon.
78
Wat zijn succesfactoren voor process mining projecten?
* Focus op businesswaarde * Start klein, denk groot * Werk hypothesegedreven * Werk in korte iteraties * Vertrouw op de feiten
79
Wat is het doel van procesbesturing?
Zorgen dat een proces operationeel goed blijft verlopen zodat aan de prestatie- en inrichtingseisen wordt voldaan.
80
Wat is het verschil tussen interne en externe procesbesturing?
* Intern: binnen het proces (bv. prioriteren van opdrachten) * Extern: tussen processen (bv. verdelen van personeel)
81
Wat is een regelkring in procesbesturing?
Een cyclus van meten, vergelijken en bijsturen om te zorgen dat een proces blijft voldoen aan de eisen.
82
Wat zijn de vier soorten regelkringen?
1. Sturend 2. Voorwaarts koppelen 3. Terugwaarts koppelen 4. Corrigerend/toevoegend
83
Noem een belangrijke tip bij het toepassen van regelkringen.
Pas alleen regelkringen toe voor belangrijke proceseisen of wanneer de kans op falen groot is.
84
Wat is het verschil tussen procesbesturing en procesbeheersing?
* Beheersing = binnen het proces sturen * Besturing = op hoger niveau het proces aansturen