BvD Epitheelweefsel en steunweefsel

Question 1

Basale lamina (basaal membraan)

Answer 1

Dunne laagje matrix waarop epitheellagen gevestigd zijn.

Question 2

Dipoblast

Answer 2

2 kiemlagen endoterm en ectoderm

Question 3

tripoblast

Answer 3

3 kiemlagen ectoderm, mesoderm en endoterm

Question 4

enkellaags plat epitheel

Answer 4

gasuitwisseling

Question 5

Enkellaags kubisch epitheel

Answer 5

secretie, bv speekselklieren

Question 6

enkellaags cilindrisch epitheel

Answer 6

Barrière functie

Question 7

meerlagig plat epitheel

Answer 7

bescherming

Question 8

Exocriene klier

Answer 8

Verbinding naar buiten

Question 9

endocriene klier

Answer 9

verbinding naar binnen

Question 10

hyalien kraakbeen

Answer 10

vrij veel collageenvezels, stevig maar flexibel

Question 11

elastisch kraakbeen

Answer 11

weinig collageen, veel elastische vezels; oor en epiglottus (strotklepje)

Question 12

fibrokraakbeen

Answer 12

talrijke collageenvezels, Tussenwervelschijven en meniscus

Question 13

interstitiële groei

Answer 13

groei van binnenuit
Deling van chondrocyten
secretie van matrix

Question 14

Appositionele groei

Answer 14

• groei van buiten
• Afscheiding van matrix door chondroblasten uit het perichondrium

Question 15

Dwarsgestreepte skelet spieren

Answer 15

gestreept, onder controle van je wilh

Question 16

artspieren

Answer 16

gestreept, niet onder controle van je wil

Question 17

gladde spieren

Answer 17

aan de wand van viscerale organen, niet gestreept, niet onder controle van je wil