BvD histologie Flashcards

(22 cards)

1
Q

Frontaal / cornale vlak

A

verdeelt het lichaam in de rugzijde en de buikzijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mediaan / midsagittaal

A

deelt het lichaam in een precies evengroot rechter- en linkerdeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Parasigittaal

A

een vlak dat niet precies door het midden loopt, links en rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Transversaal / axale vlak

A

dwarsdoorsede. Deelt het lichaam in een onderrste en bovenste deel. Mens: horizontale vlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

juxta

A

naast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ipsi

A

aan dezelfde zijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Contra

A

aan de andere zijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

superior

A

boven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

inferior

A

onder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bilateraal

A

aan twee kanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

unilateraal

A

aan één kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

radiaal

A

er zijn meerdere symmetrieassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fixatie

A

weefsel stabiliseren en structuur behouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Dehydratie

A

water verwijderen met alcohol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

klaren

A

alcohol vervangen door oplosmiddel (xyleen) voor paraffine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Infiltratie en inbedden

A

doordrenken met paraffine was/epoxy en uitharden

17
Q

Trimmen en snijden

A

Weefsel blootleggen en secties snijden (1-10 micrometer)

18
Q

Lens: Condensor

A

Verzamelt en focust licht op de preparaatslide

19
Q

Lens: Objectieflenzen

A

Vergroten en projecteren het beeld (x4, x10, x40)

20
Q

Lens: Oculairs

A

Vergroten het beeld nogmaals met x10

21
Q

Basofiele componenten

A

Negatief geladen –> Binden aan basische kleurstoffen

22
Q

Acidofiele componenten

A

positief geladen –> Binden aan zure kleurstoffen