C. Cardiovasculaire middelen Flashcards
(43 cards)
Hoe werken lisdiuretica?
Wat is het effect van lisdiuretica (snelheid, sterkte)?
Ze werken in de lis van Henle door:
1. Remming van Na/K/Cl cotransport (dus minder terugresorptie)
2. Hoger aanbod van Na in distale tubulus en eerste deel van verzamelbuis activeert het Na/K countertransport met een verhoogde K uitscheiding
Lisdiuretica hebben een sterk en snel optredend diuretisch effect.
Hoe werken thiazidediuretica?
Wat is het effect (snelheid, sterkte)?
Ze werken in de distale tubulus door:
1. Remming van het Na/Cl cotransport (dus minder terugresorptie)
2. Hoger aanbod van Na in distale tubulus en eerste deel verzamelbuis activeert het Na/K countertransport met een verhoogde K uitscheiding
Thiazidediuretica hebben een matig effect, maar het diuretisch effect houdt lang aan.
Hoe werken kaliumsparende diuretica? Wat is het effect (sterkte)?
Ze werken in de corticale verzamelbuis door:
1. Competitieve antagonist van aldosteron op de aldosteronreceptor (spironolacton), waardoor er remming is van de Na/K uitwisseling
2. Remming van de corticale Na kanalen (amiloride, triamtereen)
Kaliumsparende diuretica hebben een zwak diuretisch effect.
Wat zijn indicaties voor lisdiuretica?
Wat gebeurt er bij nierfunctieverlies?
- Hartfalen met kortademigheid of oedeem
- Ascites bij levercirrose
Werkingsduur van furosemide is 6 uur (lasix=lasts for 6 hours).
Bij nierfunctieverlies moet hoger gedoseerd worden.
Wat zijn indicaties voor thiazidediuretica?
Wat gebeurt er bij nierfunctieverlies?
- Hypertensie
- Mild hartfalen met kortademigheid en oedeem
Bij nierfunctiestoornis werken deze middelen minder goed en moet een lisdiureticum gestart worden.
Wat zijn indicaties voor kaliumsparende diuretica?
Wanneer wordt spironolacton gestart?
- Bij lis- en thiazidediuretica wordt het bij gestart om hypokaliëmie te voorkomen
Spironolacton wordt gegeven bij hartfalen NYHA III (ernstig hartfalen), omdat het de hermodellering van het hart beperkt bij hartfalen. Het heeft een K sparend effect, maar daardoor moet je opletten dat er geen hyperkaliëmie ontstaat.
Wat zijn bijwerkingen van lis- en thiazidediuretica?
Wat zijn bijbehorende risicofactoren voor het ontstaan van bijwerkingen?
Verminderd effectief circulerend volume:
- Hypotensie (valneiging, duizeligheid)
- Dehydratie
Hypokaliëmie:
- Spierzwakte
Risicofactoren dehydratie:
- Koorts
- Diarree
- Braken
- Anorexie
Risicofactoren hypokaliëmie:
- Verminderde intake van K voeding
- Diarree
- Ouderen
Wat zijn bijwerkingen die alleen bij thiazidediuretica voorkomen?
Wat zijn bijbehorende risicofactoren voor het ontstaan van deze bijwerking?
Hyponatriëmie:
- Misselijkheid
- Verwardheid
- Verhoogde valneiging
Risicofactoren hyponatriëmie:
- Ouderen
- Verminderde intake van eiwitten en zout
Wat kan gedaan worden bij een hypokaliëmie die is ontstaan door lis- of thiazidediuretica?
- Kalium suppletie (drank of tablet)
- Toevoegen of overstappen op kaliumsparend diuretica
- RAS-remmer
Wat kan gedaan worden bij een hyponatriëmie die is ontstaan door thiazidediuretica?
- Stoppen met diureticum
- Hypertoon zout geven (niet te snel corrigeren, want dit kan centrale pontiene myelinolyse geven door dehydratie van hersencellen)
Wat zijn bijwerkingen bij kaliumsparende diuretica? Wat zijn de bijbehorende risicofactoren voor deze bijwerking?
Hyperkaliëmie:
- Ritmestoornissen
- Hypotensie
- Duizeligheid bij opstaan
- Verhoogde valneiging
- Dehydratie
- Nierfalen
Risicofactoren:
- Diabetes mellitus
- Hartfalen
- Ouderen
- Nierfalen
Wat kan gedaan worden bij een hyperkaliëmie die is ontstaan door kaliumsparende diuretica?
- Staken kaliumsparend diuretica
Behandelen met:
- Calciumgluconaat (voorkomt ritmestoornissen)
- Insuline/glucose
- Natrium-polystereensulfaat (resonium)
- Dialyse
Waar zitten beta-1 receptoren en wat gebeurt er bij prikkeling hiervan?
Bevinden zich in de pacemaker- en spiercellen van het myocard.
Prikkeling van de receptoren geeft:
- Chronotropie (effect op hartfrequentie)
- Inotropie (toename contractiekracht van hart)
- Dromotropie (versnelling prikkelgeleiding van het hart)
Waar zitten beta-2 receptoren en wat gebeurt er bij prikkeling hiervan?
Bevinden zich op gladde spiercellen van de wanden van de luchtwegen en bepaalde bloedvaten.
Prikkeling van de receptoren geeft:
- Verwijding bronchiolen
- Vasodilatatie van bloedvaten
- Reflectoire tachycardie bij bloeddrukdaling
Wat gebeurt er bij blokkade van beta-1 en -2 receptoren?
- Bloeddrukdaling
- Afname van hartminuutvolume (door verlaging van hartfrequentie en contractiliteit van hart)
- Toename bronchiale secretie
- Vernauwing bronchiolen
Welke middelen zijn niet selectieve beta-blokkers? Wat doen deze middelen?
Propranolol, labetalol en sotalol.
Ze blokkeren beta-1 en -2 receptoren en hebben daardoor invloed op het hart en ademhalingswegen.
Welke middelen zijn selectieve beta-blokkers? Wat doen deze middelen?
Atenolol, bisoprolol, metoprolol.
Ze blokkeren voornamelijk beta-1 receptoren.
Wat doen alfa-blokkerende sympathicolytica?
Waarvoor wordt het gebruikt?
Het geeft relaxatie van de gladde spieren in de prostaat en urinewegen, daardoor bevordert het de mictie.
Het geeft ook een bloeddrukdaling door verwijding van arteriolen en venen.
Welk middel is een alfablokker welke geïndiceerd is voor lagere-urinewegsymptomen (LUTS) door prostaathyperplasie?
Tamsulosine
Welk middel is zowel niet selectieve beta-blokker als alfablokker?
Labetalol, daardoor werkt het ook vaatverwijdend.
Wat zijn bijwerkingen van alfablokkers?
Orthostase door daling van de bloeddruk en daardoor verhoogde valneiging.
Wat zijn indicaties voor betablokkers?
- Atriumfibrilleren (frequentiecontrole)
- Angina pectoris (secundaire preventie na acuut myocardinfarct)
- Hypertensie
- Stabiel chronisch hartfalen met een verminderde systolische ventrikelfunctie
Wat zijn bijwerkingen van betablokkers?
- Hypotensie
- Bradycardie
- Verhoogde valneiging
- Koude extremiteiten
- Vermoeidheid
- Bronchospasmen
Wat is een bijwerking van sotalol? Wanneer is dit risico groter?
Ritmestoornissen (QT-verlenging en torsades, ventrikelfibrilleren en plotse dood).
Dit risico is groter bij hypokaliëmie en nierfunctieverlies, omdat het renaal geklaard wordt en een smalle therapeutische breedte heeft. Dit middel moet bij ouderen dus voorzichtig voorgeschreven worden.