C2 NPOP's Flashcards
(56 cards)
NPOP’s: 10 klassen (basis)
PPP maakt gn vooruitgang en verstoort zelfs mijn cyclus
1. PESTICIDEN-> 8 subgroepen
-> direct: schadelijk voor dier (dood)
-> indirect: plant resistent tegen schadelijke dier
! GLYFOSAAT : 3 feiten
1) heel h2o - oplosbaar
2) schadelijk - onschadelijk?? blijvende discussie
3) herbicide bij groeiend gras tegen onkruid (nt preventief)
2. PAK’s:
Ah-receptor blokkeerders (-> idem dioxines door planaire str)
3. PLANTTOXINES:
-> schadelijke
->nt schadelijke: oa fyto-oestrogenen: goede (nt toxische) activiteit
4. MYCOTOXINES: schimmelgif
5. GENEESM,DRUGS,HORM
-> vervuilen milieu -> wij krijgen het vervolgens binnen
6. ENDOCRIENE VERSTOORDERS
2 met oestrogene activiteit: bisfenol A en alkyl-fenolethoxylaat
1 met androgene activiteit: phthalaten
7. ZEEVRUCHTTOXINES
leiden tot versch vergiftigingen:
-> DSP (diarree)
-> ASP (amnesie)
-> PSP (paralyse)
-> NSP (neurotox)
8. MIGRANTEN V VOEDSELVERPAKKINGEN: deksels, inkt
9. VOEDINGSMIDDELEN: E-nummers
-> schadelijke (en verbannen)
->onschadelijke (en toegelaten)
10. CTN V VOEDSELVERWERKING: acrylamide
triazines
>pesticiden -ftie: herbiciden vnl voor mais - nt toxisch - matig persistent -soorten: 1 atrazine 2 simazine 3 propazine
pesticiden
*NPOP’s
*classificatie pesticide:
– insecticide
–herbicide
– rodenticide
– fungicide
– acaricide (pesticide tegen teken en mijten)
*werkingsmechanisme:
– stoort de essentiele biologische mechanismes in een pest. Tijdens het ‘doden’ vdeze pest, doden pesticides vaak ook andere organismen
-> direct werkend: oa insecticiden: dood dier meteen
-> indirect werkend: verhoogd weerbaarheid plant
=> ideale pesticide zou 1) erg specifiek (en dus nt allerlei andere organismen ook schaden) 2) snel werkend en 3) nt persistent (snel afbreken) z.
*soorten: allemaal een heel versch str -> heel versch toxische eig
1 Triazines: herbiciden
2 organofosfor: herbiciden
3 fenoxyesters: herbiciden
4 carbamaten
5 thiocarbamaten
6 pyrethroiden: insecticide
7 glyfosaat
8 natuurlijke insecticiden
- analyse:
– GC/MS-MS
– LC/MS-MS
(sws de dubbele MS)
- Maximal residual limits
– vgl met tolerable daily intake van POP’s (w berekend dmv NOEAL -> w berekend dmv toxiciteitsstudies)
–w berekend op basis van agriculturele praktijk (practices) (en dus nt dmv studies, eerder van ervaring)
–bvb: ‘na spuiten 5 dagen wachten voor je oogst/eet’: 5 dagen is besloten dmv good agricultural practices: pesticide in H2O voegen en dan kijken na hoeveel tijd ie afbreekt (T1/2 en totale afbreektijd)
kenmerken ideale pesticide
1 snel werkend
2 erg specifiek (en dus nt allerlei andere organismen ook beschadigen)
3 snel afbreken (nt persistent)
geef alle soorten pesticiden
soorten: allemaal een heel versch str -> heel versch toxische eig 1 Triazines: herbiciden 2 organofosfor: herbiciden 3 fenoxyesters: iets hogere persistentie 4 carbamaten 5 thiocarbamaten 6 pyrethroiden: insecticide 7 glyfosaat: herbicide (8 natuurlijke insecticiden: 7 bovenstaande z door mens aangemaakte pesticiden)
werkingsmechanisme pesticiden
- pesticiden interfereren (storen) de essentiele biologische mechanismes van een pest
- hierbij doden ze vaak ook andere organismen (neg)
- > direct werkend: het dood het bedoelde dier
- > indirect werkend: verhoogt de weerbaarheid vd plant tegen de herbicide/insecticide zelf
organofosfore pesticiden
> pesticiden
- OPP’s
- werking: acetylcholinesterase (AChE) inhibitor
- > ! inhibitie is irreversibel
- symtomen: neurotoxiciteit (misselijkheid, paralyse, trillingen)
- toxiciteit: aangezien inhibitie irreversibel is, is toxiciteit aanzienlijk hoger dan wanneer het reversibel zou zijn (zoals bij carbamaten)
- diagnose vergiftigde patient: SLUDGE symptoom
carbamaatpesticiden
> pesticiden
- werking: acetylcholinesterase (AChE) inhibitor
- > ! inhibitie is reversibel
- symptomen: neurotoxiciteit (misselijkheid, paralyse, trillingen)
- toxiciteit: aangezien inhibitie reversibel is, is de toxiciteit aanzienlijk lager dan bij de irreversibele variant: OPP’s. (aka minder toxisch dan organofosfore pesticiden)
- diagnose vergiftigde patient: SLUDGE symptoom
AChE inhibitor
- wat: acetylcholinesterase inhibitor inhibeert het enzym cholinesterase dat de neurotransmittor acetylcholine moet afbreken. hierdoor zal concentratie van acetylcholine hoger blijven dan normaal, waardoor acetylcholine langer en meer zijn werking (impulsoverdracht zenuw -> skeletspier) kan uitvoeren, hetgeen leidt tot symptomen van neurotoxiciteit.
- carbamaten (reversibele inhibitie) en organofosfore pesticiden (irreversibele inhibitie)
- diagnose vergiftigde patient: SLUDGE symptoom
SLUDGE symptoom
- wat: alle punten die men moet afgaan om te onderzoeken of patient vergiftigd is met toxine met ftie AChE inhibtor
- welke mogelijke toxines: carbamaten en organofosfor
SLUDGE (kort; alles w gestimuleerd)
- salivation: speekselafscheiding: gestimuleerd
- lacrimation: tranenvloei: gestimuleerd
- urination: gestimuleerd (sfincter urethra w gerelaxeerd -> ongecontroleerde urinelozing)
- defecation: gestimuleerd (sfincter anus w gerelaxeerd)
- gastrointestinaal: problemen want de gladde spiercellen hun tonus w veranderd (-> gevolgen oa diarree)
- emesis: braken: gestimuleerd
mogelijke toxines waarbij SLUDGE gevolgd moet w om vergiftiging vast te stellen
carbamaten
organofosfor
met het sludge-symptoom kan welke vergiftiging vastgesteld w?
AChE inhibitie (reversibel en irreversibel)
fenoxyesters
> pesticiden
*herbiciden
pyrethroiden
> pesticiden
- wat:insecticiden
- toxiciteit:
- onschadelijk: in lage dosis voor mens
- erg schadelijk: voor het aquatisch milieu!
glyfosaat
> pesticiden
- wat: herbicide tegen onkruid (grassen)
- vooral in USA gebruikt (industrie en gwne mens!)
- werking: w geabsorbeerd door gebladerte en migreert naar groeipunten van plant => enkel effectief op actief groeiende planten (en nt preventief!)
natuurlijke insecticide
> pesticiden
*itt alle andere pesticiden, z deze natuurlijke en gn door mens gemaakte pesticiden
*vier soorten:
1 naftaleen (mottenballer)
2 terthienyl (plantafgeleide)
3 nicotine (neurotoxine -> nt te verkrijgen als pure stof)
4 feromonen (z nt efficient als insecticiden voor mens (zou te veel geld in geinvesteerd moeten w))
analysemethode voor pesticiden: aanwezig in matrix of nt?
om te kijken of er een pesticide (en welke) aanwezig is in een matrix, kunnen 2 methodes gebruikt w: sws met dubbele MS:
1 LC/MS-MS
2 GC/MS-MS
berekenen toxiciteit pesticide
*berekenen van maximal residual limits dmv good agricultural practices (praktijkervaring)
POP’s:
TDI vs max residual limits
NOAEL, LOAEL (toxiciteitsstudies) vs good agricultural practice
endocriene verstoorders
NPOP - ftie: interageren op een manier met hormonaal syst, specifiek androgeen of oestrogeen - 3 soorten: 1 bisfenol A: oestrogeen 2 phthalaten: androgeen 3 alkyl-fenol ethoxylaten: oestrogeen
alkyl-fenol ethoxylaten
> NPOP, specifiek endocriene verstoorder
- ‘fenolen’ (alkyl: nonyl, octyl, methyl…)
- bronnen:
- -synthetische producten
- plastiek
- toxiciteit:
- werkt in op oestrogene werking: str komt in grote mate overeen met str oestrogenen -> w als zelfde substraat gezien door enzymen/receptoren
- aquatisch milieu! (plastiek in rivieren is nt goed!)
bisfenol A
> NPOPs, specifiek endocriene verstoorder
- bronnen:
– plastiek
– blikjes, conserveerblikken
– flessen
=> inname via voedsel, drinken en stof
- toxiciteit:
– inwerking op oestrogene activiteit (door gelijkaardige chem str) bij lage concentratie al!
! een vd meest controversiele chemicalien, naast glyfosaat:
– enorm potent op heel laag niveau al
– veel verschillende toepassingen (w voor veel dingen gebruikt -> kans op contact met deze verstoorder sterk verhoogt)
=> polypropyleen: heeft bisfenol A verplaatst in papflessen
phthalaten
> NPOP’s, specifiek endocriene verstoorder
- bronnen: plastiek (want ftie: additief om plastiek soepeler te maken)
=> contact via voedsel (voedsel is verpakt in plastiek waarin phthalaten verwerkt zitten om het soepeler te maken, oa microgolfeten)
- toxiciteit:
– inwerking op androgene activiteit
– reprotoxisch (toxisch voor reproductiviteit)
- chem str:
– korte cketens (methyl, ethylphthalaten): in cosmetica veel, is vloeibaar
– lange cketens (c8, c12); voral in voedselverpakking, z zwaarder
PAK’s
> NPOP’s
= PAH’s: polycyclische aromatische Hydrocarbons/Koolwaterstoffen
-bronnen:
–fossiele brandstoffen
– gevormd bij onvolledige verbranding van kolen (kolen zo genoemd omdat ze vooral uit Cketens bestaan (C = koolstof), oa hout, brandstof, olie, tabak)
-toxiciteit: PLANAIRE STR -> dioxine-gelijkende toxiciteit w verwacht: potentiele Ah-receptor blokkeerders
- dioxine vs PAH’s:
PAH’s zijn minder toxisch dan dioxine
MAAR PAH’s komen in veel hogere concentraties voor dan dioxine
=> toxiciteit dioxine = PAH’s
(Ah-receptor blokkeerders: kunnen kankers en mutaties veroorzaken)
- ftie: nuttig als indicator voor verbrandingshistoriek: verbranding van koolstofrijke bronnen (hout, brandstof..) geeft andere mengeling dan verbranding van bvb een heel bos (forest fire) AKA mengeling van stof dat na verbranding afblijft zegt iets over wat voor verbranding het was
phthalaten onderscheid chem str
- > korte cketens: eerder vloeibaar, vooral in cosmetica
- > lange cketens: zwaarder, vooral in voedselverpakkingen