Casus 10 Abdomen 2: begrenzende percussie, oppervlakkige palpatie en diepe palpatie Flashcards

1
Q

Begrenze percussie lever

A

Laat de vrouw de bh uittrekken.

Bovenste levergrens:
Percuteer in midclaviculairlijn vanaf de tepel. Markeer deze plek en tel uit waar dit is (IC5)

Onderste levergrens:
Begin vanuit de rechteronderbuik in de midclaviculairlijn. Markeer deze lijn in relatie met de ribbenboog.

Beoordeel de spangrootte: 6 - 15 cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Begrenzende percussie milt

A

Begin in de midaxillairlijn van de linker oksel en percuteer naar beneden.
Bovengrens (Rib 9)
Ondergrens

Controleer ruimte van Traube.
Iets caudaal van bovengrens milt richting mediale zijde. Hier gaat het over in tympaan/sonoor geluid.

Laat de patient de bh weer aantrekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Blaas

A

Percuteer vanaf symphysis pubis langzaam richting de navel.

Indien er demping is, vraag de patient of hij naar de wc is geweest? Concludeer aanwijzing voor blaasretentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Oppervlakkige orienterende palpatie

A

Beoordeel buikregio’s behalve hypochondrium

  • Kwalificeer spierspanning: speoel, licht gespannen (laat benen optrekken: bij actief spierverzet ontspannen de buikspieren), zeer gespannen, plankhard
  • Is er sprake van pijn?
  • Beoordeel weerstanden (indien gespannen vraag hoofd en schouders op te tillen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Diepe orienterende palpatie

A

Beoordeel buiregio’s behalve hypochondrium

  • drukpijnlijkheid
  • pijn
  • weerstanden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Diepe begrenzende palpatie lever

A

Plaats met de linkerhandpalm naar boven op de rug tussen bekkenkam en rib. Druk deze hand omhoog.

Breng andere hand met toppen van de vingers onder de gevonden leverrand.

Vraag de patient diep in en uit te ademen met open mond.

Druk tijdens de expiratie de buikwand rustig in met gestrekte vingers.

Beoordeel:

  • Scherpte,
  • oppervlak
  • drukpijnlijkheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Diepe begrenze palpatie milt

A

Plaats met de linkerhandpalm naar boven op de rug tussen bekkenkam en rib. Druk deze hand omhoog.

Leg de rechterhand met toppen tegen de ribbenboog. Is de onderrand papabel? Dan is de milt vergroot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Palpatie aorta abdominalis

A

Palpeer de aorta. Voel naar pulsaties
Plaats de handen met vingers weerzijden van de aorta. Probeer de pulsatie te omvatten. Bepaal de grens en schat de breedte (<3cm).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Slagpijn nierloges

A

Plaats de patient op de onderzoeksbank. Onderzoeker staat naast patient.

Sla krachtig maar voorzichtig met ulnaire zijde van een gestrekte hand op de nierloge.

  • Pijn?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly