CB6102 - Cultuur en vrijheid van meningsuiting Flashcards

1
Q

Isegoria

Begrip

A

Publiek gelijk spreken

Isegoria, ofwel “publiekelijk gelijk spreken”, was een politiek beginsel in Athene, traceerbaar tot de vijfde eeuw BCE, dat dicteerde dat elke burger het recht had om mee te doen met het publieke debat.6 Het gaat hier om een toegangseis voor politieke participatie, niet zozeer om wat er gezegd wordt en wat daar de consequenties van zijn. Het feit dat hier een eenduidig begrip voor was, geeft aan dat het in Athene erg belangrijk was om te mogen spreken, zoals we ook zagen in het belang dat Plato hecht aan het vrije spreken in de democratie. Daarbij dient wel vermeld te worden dat alleen volwassenen, en dan specifiek mannen, recht hadden op isegoria. Er is ook enige onduidelijkheid over de toepassing van isegoria: was het wel zo dat elke volwassen vrije man mocht spreken of ging het in de praktijk meer om notabelen?7

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Parrhesia

Begrip

A

Alles zeggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat specificeert arikel 7 van de grondwet?

A

Dat vrijheid van meningsuiting gaat over gedachtes en gevoelens, die niet gekuist hoeven te worden bij publieke uitingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom heeft parrhesia een risico?

A

Omdat mensen dingen zeggen waarvan ze vinden dat anderen deze moeten horen, niet per se wat ze willen horen. Hiermee zetten ze hun persoonlijke connecties fundamentaal op het spel.

Door zich aan deze omgangsregels te onttrekken, staat er iets op het spel, er is een ongedefinieerd risico dat zelfs kan oplopen tot de dood, zoals in de Apologia. Dat risico volgt uit het effect dat de uiting heeft bij de gesprekspartner.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een belangrijke nuance voor parrhesia?

A

Het is voor een groot deel afhankelijk van context: tot wie richt men zich, aan welke retorische of didactische regels onttrekt men zich door zich zo boud te uiten?.

concludeert Foucault dat het niet gaat om de inhoud van de uiting, maar om de manier van de waarheid spreken, en die is voor een groot deel afhankelijk van de context: tot wie richt men zich, aan welke retorische of didactische regels onttrekt men zich door zich zo boud te uiten? Door zich aan deze omgangsregels te onttrekken, staat er iets op het spel, er is een ongedefinieerd risico dat zelfs kan oplopen tot de dood, zoals in de Apologia. Dat risico volgt uit het effect dat de uiting heeft bij de gesprekspartner. Vanwege dit mogelijk hoogste risico ziet Foucault het spreken als parrhesia dus niet als een retorisch kunstje, maar als een moedige uiting. Iets van die vermeende moed kleeft nog steeds aan onze huidige opvattingen over vrijheid van meningsuiting, ook al is dit risico in de meeste westerse landen niet meer zo hoog oplopend als het in de Griekse oudheid was, wanneer we tenminste spreken over handelingen van de staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is parrhesia niet objectief

A

Omdat de waarheid op zich subjectief is. Een voorbeeld hiervan is dat bij misinformatie, iemand die parrhesia uitoefend hun waarheid ziet als de objectieve waarheid.

Het is opmerkelijk dat de Griekse voorbeelden van parrhesia die zijn overgeleverd, nooit ter sprake brengen welke waarheid er wordt gesproken. Het lijkt heel moeilijk te geloven dat in al deze situaties sprake is van een onbetwijfelbare waarheid die voor iedereen geldt. Eén van onze huidige kernproblemen met vrijheid van meningsuiting is de verspreiding van incorrecte informatie. De vraag ‘Voor wie is deze uiting waar?’ is dus een van de fundamentele problemen waar men vandaag mee kampt in problemen rond vrijheid van meningsuiting, bijvoorbeeld wanneer het gaat over samenzweringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt er bedoeld met tolerantie vanuit de staat?

A

In de originele context wordt daarmee bedoelt dat de staat tolerant moet zijn naar de levensopvatting van hun burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Er bestaat grote overeenstemming in democratieën over het idee dat de vrijheid van meningsuiting begrenst moet worden.
Noem een aantal gronden die gebruikt kunnen worden om de vrijheid van meningsuitingen te beperken.

A

Tamelijk onomstreden gronden voor het beperken van de vrijheid van meningsuiting zijn het plegen van meineed, het lekken van staatsgeheimen, of iemand valselijk beschuldigen van een misdrijf. Uitlatingen die in nauw verband staan met fysieke schade worden ook algemeen geschaard onder de uitingen die geen immuniteit genieten. In andere situaties is het beperken van de uitingsvrijheid meer omstreden, bijvoorbeeld in gevallen waarin het gaat om culturele gevoeligheden (bv. godslastering), of om situaties waarin de uitlating een duidelijk politieke lading heeft (bv. wanneer provocatieve standpunten omtrent immigratie worden ingenomen).
(Herrenberg 11-12)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens staat bekend als de EHRM

Welk standpunt hanteert het EHRM over vrijheid van meningsuiting?

A

Dat dit ‘one of the fundemental foundations of democracy’ is

‘Freedom of speech is one of the most essential foundations of a democratic society and one of the basic conditions for its progress and for the development of men and women’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Democratie en vrijheid van meningsuiting zijn direct verbonden

Hoe kan de fundamentatie van democratie worden opgevat?

A

Een indirecte vorm van zelfbestuur. Degenen op wie de besluiten - van de overheid - betrekking hebben, dienen een aandeel te kunnen hebben in de tot standkoming ervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk onderscheid maakt Heinze tussen de democratieën?

A
  • Labiele democratieën waarbij het risico bestaat dat het politieke debat zal leiden tot burgeroorlog en invoering van een dictatuur zal leiden.
  • ‘Longstanding, stable, and prosperous democracies’ waarbij deze kans niet noemenswaardig is. In deze democratie is het niet nodig om de autonomie van de burger te beperken door middel van het beperken van de vrijheid van meningsuiting.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Als het gaat om de vraag in hoeverre de politieke meningsvorming kan worden begrensd in een democratie, onderscheidt Nieuwenhuis drie benaderingen.
Schets de drie benaderingen die hij onderscheidt.

A
  • De eerste benadering wordt gekarakteriseerd door ‘viewpoint absolutism’, de notie dat iedere politieke opvatting moet kunnen worden geuit, ook al staat de opvatting haaks op bestaande ideeën over menselijke waardigheid of democratie. Alleen uitingen die direct oproepen tot geweld of een bedreiging inhouden kunnen worden gesanctioneerd.
  • De tweede benadering gaat uit van het bestaan van natuurlijke rechten die ieder mens als zodanig toekomen. Deze natuurlijke rechten bestaan onafhankelijk van – of voorafgaand aan – de politieke en democratische meningsvorming en kunnen als maatstaf dienen voor dergelijke meningsvorming. Politieke uitingen die een serieuze aanval inhouden op de natuurlijke rechten van de mens kunnen niet rekenen op dezelfde bescherming als andere uitingen en hetzelfde geldt voor uitingen gedaan in de politieke discussie tussen burgers onderling.
  • De derde benadering lijkt qua uitgangspunt op de eerste benadering, maar qua resultaten eerder op de tweede. Nieuwenhuis onderscheidt twee varianten: de eerste vertrekt vanuit het idee dat politieke vrijheidsrechten als de vrijheid van meningsuiting niet alleen rechten zijn tegenover de overheid, maar ook tegenover medeburgers. Niet alleen de staat moet individuen als vrij en gelijk beschouwen; ook burgers moeten elkaar als zodanig beschouwen. De tweede variant benadrukt dat anti-democratische uitingen – met name wanneer geuit door een machtsfactor van betekenis – een aparte positie innemen; de verdediging van de ‘open society’ geeft het recht om intolerant te zijn tegen intoleranten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De Duitse grondwet bevat een zogenoemde ‘misbruik van recht’-bepaling.
Wat houdt die bepaling in?

A

De ‘misbruik van recht’-bepaling uit de Duitse grondwet bepaalt dat degene die democratische vrijheden als de vrijheid van meningsvrijheid aanwendt om een aanval te doen op de ‘freiheitlich demokratische Grundordnung’ zich niet kan beroepen op het grondrecht in kwestie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De Duitse grondwet noemt twee grondslagen van de vrijheid van meningsuiting.
Wat zijn die grondslagen?

A

De menselijke waardigheid van de individuele persoon en de democratie – beide kunnen beschouwd worden als ‘zwei Seiten ein und derselbe Sache’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft een aantal factoren aangewezen dat in onderling verband bepaalt of er sprake is van ‘hate speech’.
Wat zijn deze factoren?

A
  • Een gespannen sociale en politieke situatie;
  • De vraag of de uiting als een directe of indirecte oproep tot geweldpleging kan worden gezien of als een rechtvaardiging van geweld, haat of onverdraagzaamheid – m.n. ‘sweeping statements attacking or casting in a negative light entire ethnic, religious or other groups’ komen in aanmerking;
  • De wijze waarop uitlatingen zijn ingekleed en de mate waarin ze bezitten over een ‘capacity to lead to harmful consequences’.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

In hoeverre lijkt de Nederlandse benadering van de vrijheid van meningsuiting op de Duitse?

A

Nederland kent geen sterk ontwikkelde grondrechtenleer zoals Duitsland en laat op constitutioneel niveau eerder een gefragmentariseerd beeld zien. De Nederlandse Grondwet kent ook geen ‘misbruik van grondrecht’-bepaling, zoals de Duitse. Op constitutioneel niveau zijn aldus de nodige relevante verschillen aan te wijzen, maar wanneer men de rechtsorde als geheel in ogenschouw neemt, dan kan gesproken worden van een behoorlijke mate van overeenkomst.