celbio 1 - Van Eynde - exam week Flashcards
(107 cards)
deze retrovirussen coderen voor een reverse transcriptase:
HIV, RNA tumor virussen
deze reverse transcriptases komen voor in eukarya
- telomerase
- retrotransposons
COVID-19 codeert voor een…?
RNA-dependent RNA polymerase
De genetische code is niet overlappend MAAR welke uitzonderingen zijn er?
- sommige bacteriën en virussen
- ook soms in humaan genoom
“De genetische code is gedegenereerd.”=> hoeveel tRNA’s voor hoeveel codons?
+/-35 tRNAs voor 61 (64 met de stopcodons) codons
er zijn 2 opties voor een sequentie met maar 2 verschillende AZ’en in: hoe heten ze en hoe zien ze eruit?
- Copolymeren: ABA-ABA-BAB-ABA-BAA-ABA-AABA (random)
- Alternerend :ABA-BAB-ABA-BAB-ABA (afwisselend)
waar ligt het discriminator element? in welke organismen?
ligt downstream van de -10 sequentie; te vinden bij prokarya aan de bacteriële promotor
Hoe ziet de Pribnow box eruit? Hoe ziet de -35 sequentie eruit?
@prokarya=> (-10 sequentie) = TATAAT
(-35 sequentie) = TTGACAT
welke groeven ken je in RNApolymerase bij prokarya?
1) beta pincer = houden van ss DNA (displaced)
2) beta’ (accent) pincer = houden van RNA-DNA heteroduplex
3) beta flap = herwinden van de dsDNA (dicht bij de beta pincer)
4) Exit = RNA exit
proofreading leest een foute nucleotide; wat gebeurt er?
1) RNApol wacht, NT gaat eraf
2) RNApol gaat achteruit, fout NT + vorige NT gaan eraf (NT kan functioneel worden als ribozyme)
terminatie van transcriptie bij prokarya: 2 opties
1) Rho-onafhankelijk = GC-rijke (haripin loop) + UUUUU
2) Rho-afhankelijk = Rho is een ATP-afhankelijke helicase die de heteroduplex uit elkaar haalt
welke RNApolymerase heeft als functie de 5S rRNA eenheid transcriptie? in welke organismen is dit?
RNApol III
Wat zijn de overgeschreven units van RNApol 1? Waar vindt het plaats?
- 28S rRNA
- 18S rRNA
- 5,8S rRNA
@nucleolus (ALS ENIGE)
geef RNApol 1 promotor
[-180;-107] = up-stream [-45;+20] = kern promotor => hier ligt TSS in (+1)
Geef de RNApol 2 promotor
BRE=>TATA(-25)=>Inr(bevat TSS)=>DPE
BRE = TFIIB Recognition Element DPE = Downstream Promotor element
Geef volgorde van associatie in het pre initiatie complex van de transcriptie:
Op TATA-box: TF2D(met TBP = TATA-BindingProt.)=>A en B=>F (met RNApol 2)=> E en H
terminatie signaal van de RNapolymerasen (eukaryoten):
1: 18nt terminatie signaal herkenning
2: stoppen 10-35 nt na herkenning polyA-signaal (AAUAAA)
3: UUUUU regio
Waarom gebruikt men EMSA?
controle “Bindt het eiwit aan het DNA?”
juist/fout: Spacers worden nooit afgeschreven
FOUT!=> worden wel afgeschreven ‘intron’ achtig
Hoe bekom je een inosine (I) nucleotide?
Deaminering van adenine (A)
noem de eigenschappen van 5’-capping:
- altijd pas NA initiatie
- 7-methylguanosine
- 5’-5’ binding ipv. 5’-3’
- soms methylering van 1e en 2e ribose
Spliceosoom: Waar bindt de U2 snRNP?
U2 bindt aan de A “branch point” => hier zal “GU” start sequentie van intron binden ter vorming van de lariat.
functie van Cajal Bodies; Speckles:
Cajal Bodies: snoRNA en snRNA processing
Speckles: interchromatine clusters, RNA stockage
functie van APOBEC3G:
= een antivirale factor
=> deoxycytidine deaminase (A wordt een U) ter vernietiging van vreemd ssDNA