Chapitre 3: Le classicisme - XVIIème siècle Flashcards

(26 cards)

1
Q

wat betekent
plaire et instruire?

A

vermaken en een les bijbrengen.
De literatuur in de 17e eeuw moest de lezer iets leren door hem/haar te vermaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

L’ état, c’est moi!
Wie zei dit, wat is de vertaling en wat wordt er mee bedoeld?

A

Koning Louis XIV (Lodewijk de 14e). Betekenis: de staat, dat ben ik. Hij had alle macht naar zich toegetrokken door bijvoorbeeld het parlement af te schaffen. Absolute vorst.
La monarchie absolue

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

catharsis
Leg uit.

A

letterlijk: zuivering.
De kijker is geschokt door wat hij ziet, maar leert ervan en gaat als een beter mens weer weg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bienséance
Leg uit.

A

letterlijk: fatsoen
Geen bloed en geweld op het toneel
Er gebeuren wel schokkende dingen in het toneelstuk maar die worden niet getoond op het toneel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

règle des trois unités
Leg uit.

A

letterlijk: regel van de drie eenheden
Het verhaal in het toneelstuk moet plaatsvinden op 1 plek, binnen 1 dag (24 uur) afspelen en het moet zich beperken tot 1 verhaallijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

La tragédie
Waar moet een tragedie aan voldoen?
Noem in het Frans de 3 eisen en leg ze uit.

A

Classicistische tragedies moeten voldoen aan de strenge vormregels van Aristoteles:
a) catharsis – letterlijk: zuivering
b) bienséance - letterlijk: fatsoen = geen bloed en geweld op het toneel
c) règle des trois unités - regel van de drie eenheden
Dus: 1 plek, 1 etmaal en 1 verhaallijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie is de belangrijkste tragedieschrijver in de 17e eeuw in Frankrijk?

A

Jean Racine
maakt deel van het hof van Louis XIV en is lid van de Académie française
geïnspireerd door Bijbel en klassieke oudheid
bekende tragedie: Phèdre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

La comédie
Kenmerken van komedie in 17e eeuw in Frankrijk

A
  • mensen amuseren en aan het lachen maken
  • het loopt meestal goed af
  • de personages zijn meestal gewone mensen die in alledaagse taal spreken
  • het humoristische effect wordt bereikt door karaktereigenschappen en situaties uit te vergroten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie is de belangrijkste komedieschrijver in 17e eeuw in Frankrijk?

A

Molière (Jean-Baptiste Poquelin)
- werkt aan het hof van Louis XIV
- in zijn komedies drijft de spot met alles wat tegen het gezond verstand ingaat
- regisseert en speelt zelf ook in eigen stukken
- Een bekende komedie: Le malade imaginaire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is het genre komedie heel geschikt voor het principe plaire et instruire?

A

Omdat er veel grappige situaties in voorkomen/karakters van personages worden uitvergroot. Ondertussen kan de kijker/lezer er wel iets van leren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De koning Louis XIV laat kunstenaars aan het hof werken en wil dat alle kinderen naar school gaan. Dat lijkt sympathiek, maar wat toont dit ook aan?

A

Zo kan hij invloed houden. Alle kunst moet goedgekeurd worden en ook kan de verspreiding van het protestantse geloof worden tegengaan. De scholen zijn katholiek (de staatsgodsdienst).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het doel van de Académie Française? Noem daarnaast twee dingen die zij doen.

A

Doel is de taal zuiveren. Zij gaven woordenboeken uit en kwamen met strenge regels voor spelling.
De Académie Française is opgericht door Louis XIV.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar halen de schrijvers van de 17e eeuw hun inspiratie vandaan?

A

De klassieke oudheid is de voornaamste inspiratiebron. (Vandaar de term classicisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Louis XIV maakt het protestantisme tot staatsgodsdienst.
Vrai of Faux

A

faux
want hij heeft juist het katholicisme tot staatsgodsdienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Louis XIV speelde een belangrijke rol in de kunst en literatuur in Frankrijk in de 17e eeuw.
Vrai of Faux

A

Vrai

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Louis XIV heeft de Académie Française opgericht.
Vrai of Faux

17
Q

Het classicisme

A

Het classicisme is een culturele en artistieke stijlperiode, die tussen ca. 1640 en 1720 een terugkeer naar de klassieke Griekse en Romeinse voorbeelden voorstond. De esthetiek van de stijl streefde naar perfectie, symmetrie en evenwicht.

18
Q

La tragédie in 17e eeuw in Frankrijk
wat weet je hiervan?

A
  • Hooggeplaatste personen worden geconfronteerd met onoplosbare psychologische of morele conflicten of en gaan ze hier ten onder.
  • Classicistische tragedies moeten voldoen aan de strenge vormregels van Aristoteles:
    a) catharsis – letterlijk: zuivering
    b) bienséance - letterlijk: fatsoen = geen bloed en geweld op het toneel
    c) règle des trois unités - regel van de drie eenheden
    Bekende tragedieschrijver Jean Racine
    Een bekende tragedie van Racine: Phèdre
19
Q

Les fables
Leg uit wat een fable is.

A

Een kort verhaal of gedicht waar dieren (met menselijke eigenschappen) de hoofdrol spelen. De tekst bevat meestal een moraal (levensles) of boodschap.

20
Q

Waarom is een fabel een goed voorbeeld van het klassieke principe plaire et instruire?
Leg het begrip plaire et instruire? ook uit.

A

Plaire et instruire betekent dat men de lezer wil vermaken en een les meegeven. Een fabel is hier een goede genre voor omdat het gaat over korte, grappige sierverhalen die een moraal bevatten. Een moraal is een levensles, dus de lezer kan hier iets van leren.

21
Q

Wat was het belangrijkste genre in de 17e eeuw?
A) Romans B) Toneel

A

toneel (komedie en tragedie)

22
Q

Veel kunstenaars werkten aan het hof van Versailles
A) waar B) niet waar

23
Q

In een ‘tragédie’ werden er geen schokkende dingen op het toneel getoond
A) waar B) niet waar

24
Q

De fabels van La Fontaine zijn geïnspireerd op verhalen van Aristoteles
A) waar B) niet waar

25
De voornaam van alle drie belangrijke schrijvers van de 17e eeuw is “Jean” A) waar B) niet waar
waar
26
Wie was de belangrijkste schrijver van Fables in de 17e eeuw in Frankrijk?
Jean de la Fontaine - werkt niet aan de hof van Louis XIV - wel lid van de Académie française - hij amuseert met zijn fables maar verwerkt ook maatschappijkritiek