Chapitre 7: Du Symbolisme au Modernisme (Fin XIXème-première XXème siècle) Flashcards

(17 cards)

1
Q

Hoe heet de periode tussen de twee wereldoorlogen (Franse benaming)?

A

Les années folles
(L’entre-deux-guerres)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom wordt de periode tussen de twee wereldoorlogen ‘Les années folles’ genoemd?

A

Het wordt zo genoemd omdat de jonge generatie zich stort in het uitgaansleven, om zo de oorlog te vergeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar verzetten de Modernisten zich tegen?

A

Ze verzetten zich tegen de eisen van de burgermaatschappij en bevrijden de poëzie van de regels. OF: Ze laten zien dat er geen absolute waarheid bestaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het vers libre?
Welke dichters maakten hier gebruik van?

A

Een vrijere dichtvorm zonder strak metrum en rijm.
De symbolistische (Pail) Verlaine en (Arthur) Rimbaud.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom noemen symbolistische dichters zichzelf poètes maudits (vervloekte dichters)?

A

Ze voelden zich niet door het publiek begrepen en ze wilden zich niet aan de maatschappij aanpassen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt er bedoeld met:
Alles is Kunst; Niets is kunst?

A

Het gaat er niet om of iets mooi of knap is gemaakt, maar om of iemand het als kunst presenteert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het principe ready made?

A

Het principe waar een bestaand object tot kunst wordt verheven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke schilder staat bekend om zijn surrealistische schilderijen.

A

Salvador Dalí

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke dichter is de uitvinder van de term ‘surrealisme’?

A

Guillaume Apollinaire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een “monoloque intérieur”?

A

Een manier van schrijven waarbij de verteller de gedachtestroom van de hoofdpersoon volgt (NL: innerlijke monoloog)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar wordt over geschreven in Voyage au Bout de la nuit?

A

Over de ervaringen van de schrijver van de eerste wereldoorlog (en zijn leven daarna.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem een surrealistische dichter.

A

(Guillaume) Apollinaire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer ontstond de artistieke beweging “Dada”?

A

Vlak na de eerste Wereldoorlog / 1916

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt “écriture automatique” in?

A

“écriture automatique” is een surrealistische schrijftechniek waarbij je ongefilterd opschrijft wat spontaan in je opkomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een calligramme?

A

Calligramme of beeldgedicht is een tekst waarbij de typografie en lay-out een afbeelding vormen die past bij het onderwerp van het gedicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wie heeft geschreven ‘À la recherche du temps perdu’ en uit welke stroming komt dit boek?

A

Marcel Proust
Le modernisme

17
Q

Wie heeft geschreven Voyage au Bout de la nuit?

A

(Louis-Ferdinand) Celine