Chapter 1 - NL/D (1) Flashcards
(54 cards)
1
Q
De achternaam
A
Der Familienname
2
Q
De broer
A
Der Bruder
3
Q
De buitenlander
A
Der Aüslander
4
Q
De Duitser
A
Der Deutsche
5
Q
De geboorteplaats
A
Der Geburtsort
6
Q
De grootvader
A
Der Großvater
7
Q
De heer
A
Der Herr
8
Q
De jungen
A
Der Junge
9
Q
De man
A
Der Mann
10
Q
De naam
A
Der Name
11
Q
De Oostenrijker
A
Der Österreicher
12
Q
De plaats
A
Der Ort
13
Q
De vader
A
Der Vater
14
Q
De verjaardag
A
Der Geburtstag
15
Q
De voornaam
A
Der Vorname
16
Q
De vriend
A
Der Freund
17
Q
De zoon
A
Der Sohn
18
Q
De Zwitser
A
Der Schweizer
19
Q
Het adres
A
Die Adresse
20
Q
De ansichtkaart
A
Die Ansichtskarte
21
Q
De buitenlandse
A
Die Ausländerin
22
Q
De dochter
A
Die Tochter
23
Q
De Duitse
A
Die Deutsche
24
Q
De e-mail
A
Die E-Mail
25
Het e-mailadres
Die E-Mail-Adresse
26
De achternaam
Der Nachname
27
Het gezin
Die Familie
28
De grootmoeder
Die Großmutter
29
Het huisnummer
Die Hausnummer
30
De moeder
Die Mutter
31
De Oostenrijkse
Die Österreicherin
32
De stad
Die Stadt
33
De straat
Die Straße
34
Het telefoonnummer
Die Telefonnummer
35
De vriendin
Die Freundin
36
De vrouw
Die Frau
37
De zuster
Die Schwester
38
De Zwitserse
Die Schweizerin
39
Het dorp
Das Dorf
40
De geboortedatum
Das Geburtsdatum
41
De hobby
Das Hobby
42
Het kind
Das Kind
43
Het land
Das Land
44
Het meisje
Das Mädchen
45
De mobiele telefoon
Das Handy
46
De ouders
Die Eltern
47
De telefoon
Das Telefon
48
De broers en zussen
Die Geschwister
49
De grootouders
Die Großeltern
50
Duitsland
Deutschland
51
Liechtenstein
Liechtenstein
52
Nederland
Die Niederlande
53
Oostenrijk
Österreich
54
Zwitserland
Die Schweiz
