Circulatie Flashcards

(26 cards)

1
Q

beschrijf hypertensie en hypotensie

A

hypertensie > te hoge bloeddruk

hypotensie > lage bloeddruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

PCI ‘dotteren’

A

Percutane Coronaire Interventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

beschrijf grote (lichaams) en kleine (long) circulatie

A

grote > bloed vanuit linkerventrikel door takken vd aorta en keert via vena cava superior en inferior terug naar rechteratrium
kleine > bloed vanuit rechterventrikel naar longen en weer naar linkeratrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

4 oorzaken van oedeem

A

verminderde osmotische druk vh plasma
verhoogde veneuze hydrostatische druk
verhoogde permeabiliteit kleine vaten
verstoorde lymfeafvoer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

systolische druk

A

bovendruk is de druk wanneer het hart samentrekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geeft lage of hoge bloeddruk een grotere kans op hart- en vaatziekte

A

hoge bloeddruk (hypertensie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waar staat mmHg voor?

A

millimeters kwik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is polsdruk?

A

De polsdruk is het verschil tussen de boven- en de onderdruk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

oorzaak lage bloeddruk (hypotensie)

A

Meestal is de oorzaak van een lage bloeddruk niet bekend (bv. medicatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

beschrijf sportershart

A

Sporters met een goede conditie hebben vaak een lage hartslag in rust. Hun hart is meer gespierd + pompt krachtiger: hoeft minder vaak samen te trekken. Voor hen is een hartslag onder de 60 geen probleem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

tachycardie

A

te snelle hartslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

categorien anemie + vb

A

microcytair
normocytair
macrocytair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is HMV

A

HartMinuutVolume > hoeveelheid bloed per minuut door elk ventrikel uitgestoten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

beschrijf slagvolume

A

hoeveelheid bloed die ventrikels elke contractie uitstoten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

invloeden slagvolume

A

1) bloedvolume
2) diameter bloedvaten
3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

invloeden slagfrequentie

A

1) autonome zenuwstelsel

2) activiteit

17
Q

hb-gehalte en bloedarmoede

A

Mannen hebben bloedarmoede als het hemoglobinegehalte (Hb) lager is dan 8,5 mmol/l

18
Q

beschrijf categorieen bloedvaten

A

hart-arterien-arteriolen-capillairen-venulen-venen

19
Q

risicofactoren atherosclerose

A

mannelijk geslacht, roken, hypertensie, DM, obesitas, inactiviteit

20
Q

4 anti aritmica; beinvloeden hartritme

A

betablokkers
calciumantagonisten
digoxine
amiodaron

21
Q

wat is coronair angiografie

A

bekijken van arterien na myocard infarct

22
Q

leukopenie en leukocytose

A
leukopenie = te weinig witte bloedcellen
leukocytose = te veel witte bloedcellen
23
Q

werking metformine

A

remt glucoseproductie in lever + verbetert insulinegevoeligheid

24
Q

welk hormoon produceren de bijnieren

A

adrenaline en noradrenaline

25
wat is hydrocortison
gemaakt door de bijnierschors. Het is nodig om energie, mineralen en zouten vrij te maken en op te slaan. Verder remt het ontstekingen en overgevoeligheidsreacties.
26
verschil acute en chronische nierinsufficientie
acute > weinig geen mictie | chronisch > verstoorde bloedsamenstelling