Cluster D1: Neurologie Flashcards
Welk type hoofdpijn heeft geen bekende onderliggende oorzaak? Uit welke 3 sub categorien bestaat deze?
Primaire hoofdpijnen
- migraine
- Spierspanningshoofdpijn
- Trigeminale autonome cephalgieen (zoals cluster hoofdpijn en hemicrania)
Migraine wordt gekenmerkt door
Uni/bilateraal (1)
Aanvalsgewijs/continue (2)
Aanvullende symptomen (3, 4)
Hiernaast kan migraine aura gepaard gaan met (5), dat visueel van aard is aan een kan van het gezichtsveld
1= unilateraal
2= Aanvalsgewijs
3= misselijkheid, braken
4= overgevoeligheid voor licht
5= flikkerscotoom
Het beloop van een migraine aanval is als volgt:
Eerst is er de (1; fase) waarbij er sensorische of cognitieve veranderingen waargenomen worden.
Vervolgens kan een (2; symptoom) ontstaan die tot 60 minuten kan duren.
Dan komt de hoofdpijn die (3; tijdsduur) kan duren
Tot slot neemt de hoofdpijn af, maar kan er wel sprake zijn van (4).
1= prodromale fase
2= aura
3= 4-72 uur
4= sensorische hyperexciteerbaarheid (overprikkeling)
De behandeling van migraine bestaat naast levensstijl advies ook uit aanvalsmanagement en uit preventieve zorg.
Waar bestaat de aanvalsmanagement uit?
- NSAID/paracetamol met anti-emeticum (helpt met misselijkheid)
- Triptanen
*triptanen ingenomen bij de hoofdpijn, niet aura
*triptanen, tijdens de trip en niet ervoor
De behandeling van migraine bestaat naast levensstijl advies ook uit aanvalsmanagement en uit preventieve zorg.
Waar bestaat de preventieve behandeling uit? Bij welke frequentie wordt dit gegeven en wat is de effectiviteit?
- Candesartan
- propranolol (verlaagt bloeddruk; beta blokker)
- topiramaat
Bij aanvallen die 2x per maand of vaker voorkomen, halveren aantal aanvallen.
Spierspanningshoofdpijn wordt gekenmerkt door
Uni/bilateraal (1)
Aanvalsgewijs/continue (2)
Deze is meestal erger in de (3; ochtend/avond) en wissel overdag. Hiernaast is er een toename van klachten na een aantal maanden, dit heet (3)
1= bilateraal?
2= continue chronisch, bijna hele dag door
3= meestal toename in de avond
4= sensitisatie
Spierspanningshoofdpijn kan behandeld worden met medicatie of levensstijl adviezen.
Waarom heeft medicatie de voorkeur?
Levensstijl adviezen zijn niet wetenschappelijk aangetoond.
Onder de primaire hoofdpijn valt ook trigeminale autonome cephalgieen. Deze heten zo omdat er autonome verschijnselen ontstaan zoals:
- tranen
- rode ogen
- loopneus
Onder de primaire hoofdpijn valt ook trigeminale autonome cephalgieen. Hieronder vallen:
- Clusterhoofdpijn
- Paroxismale hemicrania
- Hemicrania continua
- Eenzijdige neuralgiforme hoofdpijn aanvallen
Clusterhoofdpijn valt onder de (primair/secundair) hoofdpijn, en is onderdeel van (2).
1= primaire
2= trigeminale autonome cephalgieen
Clusterhoofdpijn wordt gekenmerkt door
Uni/bilateraal (1)
Aanvalsgewijs/continue (2)
Aanvullende symptomen is onder andere het syndroom waarbij de oog gaat hangen (3). Bij deze patienten is er heel sterk sprake van (4; bewgeingsarmoede/bewegingsdrang) tijdens een aanval.
1= unilateraal, achter of boven het oog
2= aanvalsgewijs
3= aanvullende autonome symptomen o.a. Horner syndroom
4= bewegingsdrang
Wat zijn risicofactoren voor cluster hoofdpijn?
- man zijn 3:1 (20-30 debuutleeftijd)
- nachtelijk
- alcohol is een trigger
De behandeling van clusterhoofdpijn bestaat uit aanvalsbehandeling of uit preventie. Wat zijn beiden?
Aanvalsbehandeling: Sumatripan, inademen zuurstof (denk aan sumatra jungle)
Preventie: Verapamil
Paroxismale hemicrania is onderdeel van trigeminale autonome cephalgieen. Dit wordt gekenmerkt door Uni/bilateraal (1)
Aanvalsgewijs/continue (2)
Aanvullende symptomen (3)
1= unilateraal, maar wel hele hoofd
2= aanvalsgewijs?
3= autonome symptomen, meest belangrijk tranen of afhangend ooglid
Continue hemicrania is onderdeel van trigeminale autonome cephalgieen. Dit wordt gekenmerkt door Uni/bilateraal (1)
Aanvalsgewijs/continue (2)
Aanvullende symptomen (3, 4, 5)
1= uni
2= continue
3= met autonome symptomen, verder onbekend momenteel
Continue hemicrania en paroxismale hemicrania worden behandeld met (1)
1= inodmethacine (NSAID)
Bij een aantal rode vlaggen moet secundaire hoofdpijn overwogen worden. Noem 4:
- voorafgaand trauma
- nieuwe hoofdpijn <50 jaar
- visusklachten
- koorts/braken
Secundair heeft een oorzaak, denk daaraan.
Medicatie afhankelijke hoofdpijn is een secundaire hoofdpijn die gepaard gaat met andere soort hoofdpijn (1). Hier moet aan gedacht worden bij pijnstillers (2; gebruikstijd) of triptanen (3; gebruikstijd)
1= migraine of spannigshoofdpijn
2= 15 dagen per maand
3= 10 dagen per maand
Een secundaire hoofdpijn waarbij de arteria temporalis ontstoken is heet (1). Deze voelt warm, pijnlijk en hard aan. Dit is een (2; type) aandoening en gaat vaak gepaard met (3; ziekte). Een bekend symptoom is (4). Dit ziektebeeld heeft als risico dat het kan leiden tot (5).
1= arteriitis temporalis
2= autoimmuun
3= polymyalgia rheumatica
4= kauwcaudicatio
5= cave blindheid
De behandeling van arteriitis temporalis is als volgt, hoge dosering van (1). Het is belangrijk bij een werkdiagnose van AT al te starten omdat (2).
1= prednison (corticosteroid)
2= blindheid te voorkomen
Naast primaire en secundaire hoofdpijn bestaan ook de (1). Deze zijn altijd geassocieerd met een specifieke zenuw. Deze categorie bestaat uit (2).
1= neuralgieen/neuropathieen
2= Trigeminus, Glossopharyngeus, Occipitalis neuralgie
Behandeling van Trigeminus neuralgie kan medicamenteus of operatief zijn. Wat zijn beide?
Medicamenteus: Carbamazapine (anti-epilepticum) (omdat er minder geleiding hierheen gaat? Geen idee)
Operatief: Janetta operatie (kussen maken tussen opliggende bloedvat en zenuw) of Sweet operatie (aantasten ganglion zodat minder pijn signaal aankomt)
- Carbamazapine omdat er minder geleiding hierheen gaat? Geen idee
Bij de EMV score, wat zijn de scores voor de E?
- Ogen gaan niet open
- Bij pijn
- Bij aanspreken
- spontaan
Bij de EMV score, wat zijn de scores voor de M?
- Geen reactie
- Pathologisch strekken
- Pathologisch buigen
- Normaal buigen
- Lokaliseren pijn
- Opdracht uitvoeren
Bij de EMV score, wat zijn de scores voor de V?
- Geen geluid
- Onverstaanbaar
- Inadequaat (woorden)
- Verward (zinnen)
- Georienteerd
Wat is de maximale EMV score?
E4
M6
V5
We spreken van licht traumatisch hersenletsel bij EMV (1)
We spreken van matig traumatisch hersenletsel bij (2)
1= 13-15
2= 8-13
3= <8 of bewusztijnsverlies langer dan 30 min en post traumatische amnesie (PTA) langer dan 24 uur
Hoe kan getoetst worden of post-traumatische amnesie voorbij is?
De patient kan 3 woorden inprenten en na 5 minuten weer herhalen.
Wanneer de hersenholtes vergroot zijn door een teveel aan hersenvocht spreken we van (1). Dit kan leiden tot een verhoogde (2).
1= hydrocephalus (waterhoofd)
2= craniale druk
Voor je een lumbaalpunctie kunt doen bij iemand met een hydrocephalus, om te achterhalen of de craniale druk te hoog is, moet je CT doen. Waarom?
Om na te gaan of er contra-indicaties zijn voor een lumbaalpunctie. Dit zijn:
- midlineshift
- abces
Het vocht rond de hersenen en ruggenmerg heet (1). Dit wordt aangemaakt in (2). Het wordt terug geresorbeerd via de (3)
1= liquor cerebrospinalis
2= plexus choroideus
3= granulotioni van Pacchioni (sagittalis superior)
Het ontstaan van een hydrocephalus komt door ofwel verhoogde aanmaak (zeldzaam) of verstoorde afvoer.
Deze verstoring is in het ventrikelsysteem door iets wat in de weg zit (1) of bij terugresorptie bij de sagitalis superior (2).
1= obstructie hydrocephalus
2= communicerende hydrocephalus
Menigitis leidt tot wat voor een soort hydrocephalus? (1)
Tumoren/Cysten leiden tot wat voor soort hydrocephalus? (2)
1= communicerend
2= obstructie, logisch gezien er iets afgesloten wordt.
Symptomen van hydrocephalus zijn:
- braken, misselijkheid in de ochtend??
- hoofdpijn
- loop en mictiestoornissen
- daling bewustzijn
- papiloedeem, visusprobleem