College 4 Flashcards
Personality (33 cards)
Personality
Het patroon van psychologische en gedragsmatige kenmerken waardoor een persoon met andere mensen vergeleken en gecontrasteerd kan worden
Psychoanalytische benadering
Een visie ontwikkeld door Freud, die nadruk legt op onbewuste mentale processen bij het verklaren van menselijke gedachten, gevoelens en gedrag
Id
Vertegenwoordigt het aangeboren, onbewuste deel van de persoonlijkheid waar levens- en doodsinstincten, verlangens en impulsen bevinden
Pleasure principle
Het werkingsprincipe van het id, dat mensen naar alles leidt wat goed voelt, ongeacht de regels van de maatschappij of gevoelens van anderen
Ego
Het deel van de persoonlijkheid dat compromissen sluit en bemiddelt bij conflicten tussen en binnen de eisen van het id, superego en de echte wereld
Superego
De component van persoonlijkheid dat mensen vertelt wat ze wel en niet moeten doen, soort morele gids
Defense mechanisme
Onbewuste tactieken die voorkomen dat bedreigend materiaal naar boven komt of het te verhullen wanner dat wel gebeurt
Psychosexual development
Periodes in de persoonlijkheidsontwikkeling waarin volgens Freud interne en externe conflicten zich op bepaalde kwesties richten
Oral stage
De eerste fase van psychoseksueel, waarin de mond het centrum van genot is
Anal stage
Het genot verschuift naar de anus
Oedipal complex
Tijdens de phallic stage krijgt de jongen gevoelens voor de moeder
Phallic stage
De focus van genot verschuift naar het genitale gebied
Elektra complex
Tijdens de phallic stage krijgt het meisje een gehechtheid aan haar vader en concurreert met de moeder om zijn aandacht
Latency period
Seksuele impulsen verslappen en kind richt zich op het onderwijs
Genital stage
Seksuele impulsen komen tijdens de adolecentie weer naar boven, maar deze keer op een bewuste manier
Personality traits
Een set stabiele kenmerken die mensen in de loop van de tijd en in verschillende situaties vertonen
Trait approach
Een perspectief op persoonlijkheid dat persoonlijkheid beschouwt als de combinatie van stabiele kenmerken die mensen in de loop van de tijd en in verschillende situaties vertonen
Five-factor personality model
Vijf basiscomponenten van persoonlijkheid: openheid, consciËntieusheid, extraversie, inschikkelijkheid en neuroticisme
Sociaal-cognitieve benadering
Persoonlijkheid is de som van de gedragingen en cognitieve gewoonten die zich ontwikkelen naarmate mensen leren door ervaring in de sociale wereld
Reciprocal determinism
Mensen leren door ervaring met beloning en straffen, waardoor hun gedrag en daarmee de manier waarop ze denken verandert.
Self-efficacy
Bandura: de geleerde verwachtingen van succes in bepaalde situaties
Encodings
De overtuigingen van de persoon over de omgeving en andere mensen
Expectancies
Inclusief zelfredzaamheid en welke resultaten de persoon verwacht dat zullen volgen uit verschillende gedragingen
Affects
Gevoelens en emoties