College 5 Flashcards
(31 cards)
Wat is een gestandaardiseerd meetinstrument?
Een meetinstrument die elke keer weer op objectieve en gestandaardiseerde manier meet.
Wat houdt coderen in?
Het proces waarin je gegevens categoriseert en de categorieën vastlegt met een of meer trefwoorden.
Wat zijn kwantificeerbare data?
Numerieke data die geschikt is voor statistische analyse.
Wat is inhoudsvaliditeit?
In welke mate een meetinstrument alle relevante aspecten van het te meten construct dekt.
Wat is een codeereenheid?
Wat je gaat meten, eenheden voor waarneming.
Wat is een steekproefeenheid?
Eenheden om de steekproef uit te trekken.
Wat is een analyse-eenheid?
Eenheden waar je conclusies over trekt/waar je uitspraken over wilt doen.
Wat is een codeboek?
Bevattende instructies over het coderen.
Wie zijn codeurs?
De mensen die de coderingen uitvoeren.
Wat is codeertraining?
Zorgen ervoor dat de coderingen betrouwbaarder en meer valide worden. Door codeurs te trainen zullen ze beter weten wat ze wanneer moeten coderen en zullen ze meer hetzelfde coderen.
Wat is een census?
Alle eenheden uit de populatie meenemen in je onderzoek.
Wat is een systematische steekproef?
Op een systematische manier kiezen. Bijvoorbeeld elke 3de aflevering van een serie.
Wat is een clustersteekproef?
Een cluster bekijken. Bijvoorbeeld een willekeurig jaar kiezen, daaruit een willekeurige maand kiezen, daaruit een willekeurige week kiezen en dan alles binnen die week bekijken.
Wat is een multistage steekproef?
Verschillende stages van selecteren. Bijvoorbeeld per maand een willekeurige weekdag en willekeurige weekenddag selecteren.
Wat is een gestratificeerde steekproef?
Voor als je bijvoorbeeld onderzoek wilt doen naar een geconstrueerde week. Je doet dan alle maandagen bij elkaar, alle dinsdagen enz. Je kiest vervolgens willekeurig een maandag en een dinsdag enz.
Wat is een gemakssteekproef?
Het gebruiken van het materiaal waar je makkelijk en snel toegang tot hebt.
Wat is een doelgerichte steekproef?
Specifiek kijken naar alles met een bepaald kenmerk.
Wat is stabiliteit in de context van meetinstrumenten?
Met behulp van twee of meer meetinstrumenten nagaan of alle meetinstrumenten hetzelfde resultaat opleveren.
Wat is accuraatheid?
Hoe ver de gemeten waardes overeenkomen met de werkelijkheid.
Wat is reproduceerbaarheid?
Intercodeurbetrouwbaarheid - codeurs passen codeboek op dezelfde manier toe.
Wat is normcodering?
Hoe je wilt dat iets gecodeerd wordt. Hoe het gecodeerd zou moeten worden.
Wat is intracodeurbetrouwbaarheid?
Stabiliteit van coderingen binnen dezelfde codeur. Als een deel van het codeerwerk herhaald wordt, worden dan dezelfde resultaten gevonden als bij de eerste codering?
Wat is intercodeurbetrouwbaarheid?
Reproduceerbaarheid van coderingen, tussen verschillende codeurs. Zijn de coderingen van hetzelfde materiaal tussen verschillende codeurs hetzelfde?
Wat is geautomatiseerde inhoudsanalyse?
Inhoudsanalyse (gedeeltelijk) uitgevoerd door computers.