College vragen Flashcards

(250 cards)

1
Q

Wat zijn mogelijke doelen voor een consult bij een tonsillitis? (5)

A

Stellen van diagnose, kijken of antibiotica nodig, kijken of tonsillectomie nodig, letten op alarmsignalen, voldoende info verzamelen om een prognose te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat voor soort temperatuurmeting is de goude standaard?

A

Rectale temperatuurmeting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een likelihood-ratio?

A

Kansratio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat voor soort virussen kunnen een tonsillitis veroorzaken? (3)

A

Rinovirus, adenovirus, epstein-barr virus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voor soort streptokokken (bacterieel) kunnen een tonsillitis veroorzaken? (3)

A

A, C, G

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Is roodvonk een gevolg van een virale of een bacteriële tonsillitis?

A

Bacteriële

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke streptokok veroorzaakt roodvonk?

A

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn andere symptomen van roodvonk (behalve tonsillitis)? (2)

A

Exantheem, aardbeientong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is exantheem?

A

Rode vlekken en bultjes op de huid (macula en papels)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat voor gevolgen kan roodvonk hebben? (3 aandoeningen)

A

Glomerulonefritis, polyartritis, endocarditis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer is er 50% kans op een bacteriële tonsilitis? (welke symptomen) (4)

A

Koorts, afwezigheid hoest, exsudaat, voorste halsklieren pijnlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is exsudaat?

A

Wondvocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar is er een geringe vermindering in bij het gebruik van antibiotica bij tonsillitis? (2)

A

Duur klachten, keelpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn tekenen van een milde keelontsteking (en milde roodvonk)? (6):
(Niet/wel) ernstig ziek,
(normaal/abnormaal) beloop,
(geen/wel) grote pijnlijke lymfeklieren,
(geen/wel) hoest,
(geen/wel) ernstige slikklachten,
(geen/wel) trismus

A
Niet ernstig ziek, 
normaal beloop, 
geen grote pijnlijke lymfeklieren, 
wel hoest, 
geen ernstige slikklachten, 
geen trismus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn tekenen van een ernstige keelontsteking (en ernstige roodvonk)? (6):
(geen/wel) ernstig ziek
(normaal/abnormaal) beloop
(niet/wel) gezwollen en pijnlijke lymfeklieren
(niet/wel) hoest
(niet/wel) slikklachten
(niet/wel) trismus
(niet/wel) koorts
(niet/wel) peritonsillair infultraat of abces

A
wel ernstig ziek
abnormaal beloop
wel gezwollen en pijnlijke lymfeklieren
wel hoest
wel slikklachten
wel trismus
wel koorts
wel peritonsillair infiltraat of abces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is trismus?

A

Je mond niet goed kunnen openen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat betekent OMA?

A

Otitis Media Acuta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat betekent OME?

A

Otitis media met effusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat betekent OE?

A

Otitis Externa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is otitis media acuta?

A

Acute middenoorontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is otitis media met effusie?

A

Ontstoken gehoorgang, vocht in het middenoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is Otitis externe?

A

Ontstoken buitenoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat gaat er meestal vooraf aan een acute middenoor onsteking (OMA = otitis media acuta)?

A

Verkoudheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waardoor gaat er vaak een verkoudheid vooraf aan een acute middenoor ontsteking (OMA = otitis media acuta)?

A

Door de verbinding met de buis van Eustachius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat zijn de 2 redenen waardoor een kind sneller een OMA krijgt dan een volwassene? (2)
Amandelen groter, hierdoor is er meer druk op de buis van eustachius, en de buis van eustachius loopt horizontaler, hierdoor verslechterde drainage.
26
Waardoor horen kinderen niet goed bij OME?
Door vocht in het middenoor
27
Waar past een loopoor bij (welke aandoeningen, 2)?
Cholesteatoom, OME
28
Bij welke leeftijden komt OMA vaak voor? (nummer-nummer)
0-14
29
Bij welke leeftijden komt OE vaak voor? (nummer-nummer)
15-75
30
Komt OME bij alle leeftijden voor?
Ja
31
Wat is het: OMA, OE of OME?: Pijn en daarna otorrhoe?
OMA
32
Wat is het: OMA, OE of OME?; Jeuk
OE
33
Wat is het: OMA, OE of OME?: Bubbels achter het trommelvlies
OME
34
Wat is het: OMA, OE of OME? Oorpijn en koorts
OMA
35
Wat is het: OMA, OE of OME? Bedreigde spraak- taalontwikkeling
OME
36
Wat is het: OMA, OE of OME? Snotteren, niezen, hoesten, keelpijn (tekenen van bovenste luchtweginfectie)? (2)
OMA, OME
37
Wat is het: OMA, OE of OME? Vuil in gehoorgang zoals zwemmen
OE
38
Wat is het: OMA, OE of OME? Ziek zijn, koorts
OMA
39
Wat is het: OMA, OE of OME? Otorrhoe? (2)
OMA, OE
40
Wat is het: OMA, OE of OME? Eerst flink oorpijn, daarna otorrhoe
OMA
41
Wat is het: OMA, OE of OME? Eerst otorrhoe en daarna ook koorts en toename pijn
OE
42
Waar is de stemvorkproef handig, bij OMA, OE of OME?
OME
43
Wat zijn alarmsignalen bij oorpijn? (6)
Tekenen van mastoïditis, tekenen van meningitis, kind <1 maand oud, tekenen van ernstig ziek zijn, tekenen van labyrintitis, tekenen van facialisparese
44
Wat zijn tekenen van mastoïditis? (2)
Drukpijnlijk mastoïd, afstaand oor
45
Wat zijn tekenen van meningitis? (3)
Nekstijfheid, hoofdpijn, verminderd bewustzijn
46
Wat zijn tekenen van labyrintitis? (4)
Duizeligheid, misselijkheid, braken, nystagmus
47
Wat zijn tekenen van facialisparese? (1)
Verlamming aangezicht
48
Kan OMA na een periode vervormen tot OME?
Ja
49
Wat is de behandeling van OMA? (2)
Paracetamol, decongestiva
50
Wanneer geef je antibiotica bij OMA? (3)
Verminderd immuunsysteem, pijn na drie dagen, na een week als otorrhoe persisteert
51
Wat is otorrhoe?
loopoor
52
Wat zijn de maten voor de accuratesse van een test? (3)
Voorspellende waarden, sensitiviteit, specificiteit
53
Geen enkele diagnostische test is 100% accuraat
JA
54
Wat is de referentie standaard?
De beste test die we op dit moment hebben
55
Hoe bereken je de positief voorspellende waarde (PVW)?
TP / (TP + FP)
56
Hoe berkeen je de negatief voorspellende waarde (NVW)?
TN / (FN + TN)
57
Hoe bereken je de sensitiviteit?
TP/ (TP + FN)
58
Hoe berkeen je de specificiteit?
TN / (FP + TN)
59
Als PVW hoog is ( ong 100%) zegt men dat de positieve testuitslag de ziekte … (insluit/uitsluit)
Insluit
60
Als NVW hoog is (100%) zegt men dat de negatieve testuitslag de ziekte (insluit/uitsluit)
uitsluit
61
Als de ziekte vaker voorkomt, is er hoger PVW en lager NVW.
Ja
62
Als de ziekte minder vaak voorkomt, is er een lager PVW en een hoger NVW.
Ja
63
Welke voorspellende waarden bekijke je wanneer je de kans op ziekte wilt inschatten bij een patiënt? (2)
PVW, NVW
64
Wat is een ROC plot? Op de x en y as?
Een grafiek om afkapwaardes te bekijken, met specificiteit op de x as en sensitiviteit op de y as.
65
Wat is de voorafkans (a priori kans)?
Kans op sziekte voor de test
66
Wat is de achterafkans (a posteriori kans)
Kans op ziekte na de test
67
Vooraf en achterafkans zijn eigenschappen van (individu/populatie)
Individu
68
Prevalentie en PVW/1-NVW(één min NVW) zijn eigenschappen van (individu/populatie)
Populatie
69
Diagnostische tests voegen informatie toe aan de (vooraf/achteraf)kans van een ziekte
Vooraf
70
Hoe berkeen je de positive likelihood ratio?
(TP/(TP + FN) / (FP/FP+TN))
71
Wat betekent het als de positive likelihood ratio 1 is?
Dan is de tesst waardeloos
72
Wat is de resultaat-specifieke likelihood ratio (multilevel LR)?
Een likelihood ratio van een specifiek testresultaat
73
Positief likelihood ratio zegt hoe vaker een positief resultaat de ziekte aantoont bij zieke mensen versus niet-zieke mensen
Ja
74
Met slim combineren van tests kun je de accuratesse veranderen
Ja
75
Accuratesse is geen vaste eigenschap van een stest
Ja
76
Wat voor soort studies zijn accuratessestudies?
Cross-sectionele studies
77
Wat zijn 2 voordelen van likelihood ratio?
Maakt mogelijk om voor de individu een achterafkans te berekenen Zelfs wanneer de testuitslag niet dichotoom is
78
Wat zijn 2 nadelen van likelihood ratio?
Lastig berekenen met odds (rekenmachine nodig) | Aanname: likelihood ratio blijft hetzelfde bij verschillende patiënten
79
Wat zijn de mogelijke gynaecologische maligniteiten? Van Meest -> minder vaak voorkomend (5)
Endometrium, ovarium, cervix, vulva, vagina
80
Op welke leeftijd komt een endometriumcarcinoom het meest voor?
Postmenopauzale, na 55 jaar
81
Voor welke genitale kanker zijn dit risicofactoren: overgewicht, diabetes, tamoxifengebruik, geen kinderen, gebruik hormonen na overgang, genetische aanleg (lynch syndroom (HNPCC))
Endometriumkanker
82
Wat is de belangrijkste klacht bij endometriumcarcnioom?
Postmenopauzaal bloedverlies
83
Wat is de aanvullende diagnostiek bij endometriumcarcinoom? (3)
Echo, pipelle, CT abdomen
84
Wat zijn de 2 chirurgische opties voor behandeling van endometriumkanker?
1.Laporoscopische/abdominale uterusextirpatie met beide adnexa, 2.Bij hoog risico op lymfekliermetastasen ook verwijderen lymfklieren of stagieren
85
Wanneer doe je radiotherapie bij endrometriumcarcinoom? (3 risicofactoren)
Diepe ingroei, >60 jaar, graad 3
86
Wat is de prognose voor stadium 1 endometriumcarcinoom?
85%
87
Wat is de prognose voor stadium 2 endometriumcarcinoom?
70%
88
Wat is de prognose voor stadium 3 endometriumcarcinoom?
50%
89
Wat is de prognose voor stadium 4 endometriumcarcinoom?
18%
90
Wat is de overall 5 jaars-overleving van endometriumcarcinoom?
75%
91
Hoeveel personen per jaar hebben endometriumcarcinoom?
1900
92
Hoeveel mensen per jaar sterven aan endometriumcarcinoom in NL?
500
93
Wat is de prime leeftijd voor endometrium carcinoom? (nummer-nummer)
55-65
94
Wat is de life time risk voor endometrium carcinoom? (nummer-nummer%)
1-2%
95
Mensen met adipositas, hypertensie, diabetes mellitus hebben een hoger risico voor endometriumcarcinoom
Ja
96
Wat is de behandeling voor endometriumcarcinoom? (2)
Chirurgie en radiotherapie
97
Wat is het voorstadium van endometriumcarcinoom?
Hyperplasie
98
Voor welke genitale kanker zijn dit risicofactoren: Veel eisprongen met geen kinderen en geen pil, genetische aanleg, >45 jr
Ovariumcarcinoom
99
Voor welke genitale kanker zijn dit symptomen: Vage pijnklachten, Silent lady killer; vage buikpijnklachten, toename buikomvang, moeite met eten, afvallen, soms benauwdheidsklachten
Ovariumcarcinoom
100
Wat is ascites?
Buikvocht dat meestal vrij komt uit vele kleine beetjes kanker verspreid door de buik
101
Wat is de diagnostiek voor ovariumcarcinoom? (3)
Beeldvorming, tumormarkers: CA125, He4
102
Wat is de behandeling van vroeg stadium ovariumcarcinoom? (2)
Operatief verwijderen, stagieren
103
Wat is de behandeling van laat stadium ovariumcarcinoom? (2)
Operatie, chemotherapie
104
Wat is de overleving van stadium 1 ovariumcarcinoom?
65%
105
Wat is de overleving van stadium 2 ovariumcarcinoom?
60%
106
Wat is de overleving van stadium 3 ovariumcarcinoom?
30%
107
Wat is de overleving van stadium 4 ovariumcarcinoom?
25%
108
De erfelijke vorm ovariumcarcinoom komt te jong en te vaak in de familie voor
Ja
109
Wat is het cumultatief life-time risico op ovariumcarcinoom bij BRCA1? (nummer-nummer)
25-45%
110
Wat is het cumultatief life-time risico op ovariumcarcinoom bij BRCA2? (nummer-nummer)
10-20%
111
Hoeveel mensen in NL per jaar krijgen ovariumcarcinoom?
1300
112
Hoeveel mensen gaan er dood aan ovarium carcinoom in NL per jaar?
1000
113
Wat is de gemiddelde leeftijd van ovariumcarcinoom in NL?
64 jr
114
Wat is de life-time risk voor ovariumcarcinoom in NL?
1%
115
Wat is de behandeling voor Ovarium carcinoom? (2)
Chirurgie, chemo
116
Hoeveel mensen krijgen cervixcarcinoom per jaar in NL?
750
117
Hoeveel mensen sterven aan cervixcarcinoom per jaar in NL?
200
118
Voor welke genitale kanker zijn de volgende risicofactoren: vroege sexarche, meerdere sekspartners, lage socio-economische status, immunosuppressie, roken, HPV
Cervixcarcinoom
119
Voor welke genitale kanker zijn de volgende symptomen: contactbloeding (rood, na coitus), onregelmatig bloedverlies, postmenopauzaal bloedverlies, postmenopauzaal bloedverlies, afwijkend uitstrijkje, hinderlijke afscheiding
Cervixcarcinoom
120
Wat is de diagnostiek bij cervixcarcinoom? (3)
Gynaecologisch onderzoek, coloscopie met biopt of lisexcisie, MRI
121
Wat is de behandeling bij cervixcarcinoom? (3)
Operatie, bestraling, echo
122
Wat is de behandeling bij een laag stadium cervixcarcinoom?
Radicale uterusextirpatie
123
Wat is de behandeling bij een hoog stadium cervixcarcinoom?
Chemoradiatie
124
Wat is de overleving bij stadium 1 cervixcarcinoom?
99%
125
Wat is de overleving bij stadium 2 cervixcarcinoom?
80%
126
Wat is de overleving bij stadium 3 cervixcarcinoom?
45%
127
Wat is de overleving bij stadium 4 cervixcarcinoom?
15%
128
Welke vrouwen krijgen uitnodiging voor bevolkingsonderzoek cervixcarcinoom in NL? (nummer-nummer)
30-60 jr, v
129
Wat is het doel van het bevolkingsonderzoek cervixcarcinoom?
Vinden van afwijkingen in een premaligne fase
130
Hoe lang duurt de premaligne fase bij cervixcarcinoom?
8-15 jr
131
Wat is de gemiddelde leeftijs voor cervixcarcinoom in NL?
45%
132
Wat is de life time risk van cervixcarcinoom?
0.5%
133
Hoeveel nieuwe patiënten met vulvacarcinoom zijn er in NL?
370
134
Hoeveel mensen sterven aan vulvacarcinoom in NL?
100
135
Is vulvacarcinoom HPV gerelateerd?
Ja
136
Bij welke genitale kanker horen deze risicofactoren: lichen sclerosis, HPV, vulvaire intraepitheliale neoplasie, roken
Vulvacarcinoom
137
Bij welke genitale kanker horen deze symptomen: jeuk, irritatie, pijn, dysurie, knobbeltje
Vulvacarcinoom
138
Wat zijn de 2 chirurgische mogelijkheden van verwijdering van lymfeklieren bij een behandeling voor vulvacarcinoom?
Sentinel node procedure, lymfadenectomie
139
Bij een chirurgische mogelijkheid bij behandeling van vulvacarcinoom kan je ook de tumor ruim verwijderen
Ja
140
Wat is VIN?
Voorstadium vulva carcinoom
141
Wat zijn kenmerken van usual VIN? (3)
Jonger, hoog risico HPV, progressie 10%
142
Wat zijn kenmerken van differentiated VIN? (3)
Ouder, chronische afwijkingen, progressie 30%
143
Wat is de overleving van stadium 1 vulvacarcinoom?
90%
144
Wat is de overleving van stadium 2 vulvacarcinoom?
75%
145
Wat is de overleving van stadium 3 vulvacarcinoom?
65%
146
Wat is de overleving van stadium 4 vulvacarcinoom?
20%
147
Waarom is Oedeem/roodheid van de oogleden van een oog (periorbitaal oedeem) vooral bij kinderen <8 jr) een alarmsymptoom bij neusverstopping? (2)
Etmoïditis, met een hoog risico op periorbitale cellulitis
148
Waarom is Proptosis, blikparese, exophthalmus, acuut verminderde visus, bewustzijnsverlaging: suf of apathisch gedrag (vooral bij kinderen <8 jr) een alarmsymptoom bij neusverstopping? (2)
(peri)orbitaal abces, hersenabces
149
Waarom is Frontale zwelling, acute hevige frontale hoofdpijn eenzijdig een alarmsymptoom bij neusverstopping? (2)
Osteomyelitis frontalis, frontaal hersenabces
150
Waarom is Chemose (zwelling conjunctiva) van beide ogen, blikparese ogen beiderzijds een alarmsymptoom bij neusverstopping?
Caverneuze sinustrombose
151
Waarom is Neurologische symptomen (meningeale prikkeling, uitvalsverschijnselen, epileptisch insult), misselijkheid en braken, verandering in mentale status v/d patiënt een alarmsymptoom bij neusverstopping? (3)
Meningitis, caverneuze sinustrombose, hersenabces
152
Wanneer geef je antibiotica bij neusverstopping? (2) | Welke antibiotica geef je dan? (1)
Pathologische met afweerstoornis/immunosupressiva, langer durende/opnieuw optredende koorts, 1e keus = amoxicilline
153
Wat zijn de virale verwekkers van een gewone verkoudheid? (3)
Rinovirus, coronavirus, para-influenzavirus
154
Wat is de behandeling van allergische rhinitis? (3)
Antihistaminica, corticosteroïden, mestcelstabilisator
155
Tegen wie kan een klacht worden ingediend? (10)
Arts, tandarts, apotheker, gezondhiedszorgpsycholoog, psychotherapeut, fysiotherapeut, verloskundige, verpleegkundige, physician assistant, orthopedagoog-generalist
156
Wie kan een klacht indienen? (8)
Patiënt, mentor, curator, iemand die denkt dat zorgverlener iets verkeerds tegen hem of haar heeft gedaan, nabestaande, ouder van een minderjarige patiënt, collega van een zorgverlener, wekgever van de zorgverlener, IGJ (inspectie voor de gezondheidszorg en jeugd), zorgverzekeraar
157
Wat zijn de 2 tuchtnormen?
Eerste tuchtnorm: nalaten van zorg in kleine manier, Tweede tuchtnorm: nalaten of handelen wat de patiënt schaadt
158
Welke tuchtnorm is het: strafbaar feit
Tweede tuchtnorm
159
Welke tuchtnorm is het: verkeerde diagnose
Eerste tuchtnorm
160
Welke tuchtnorm is het: schending beroepsgeheim
Eerste tuchtnorm
161
Welke tuchtnorm is het: incorrect optreden in de media
Tweede tuchtnorm
162
Welke tuchtnorm is het: onvoldoende informeren over de behandeling
Eerste tuchtnorm
163
Welke tuchtnorm is het: verzekeringsfraude
Tweede tuchtnorm
164
Uit hoeveel leden bestaat het regionaal tuchtcollege? Welke rollen heeft ieder?
5, 2 juristen, 1 daarvan is voorzitter, 3 leden-zorgverleners met hetzelfde beroep als de aangeklaagde, secretaris
165
Iemand die wilsonbekwaam is kan (niet/wel) een tuchtklacht indienen
Wel
166
Welke leeftijd mag je hebben om een tuchtklacht in te dienen?
12
167
Wat zijn 2 manieren om om te gaan met verschillende scales bij een systematische review? (2)
Converteren naar dezelfde scale, gestandardiseerde mean difference effect size poolen met SD erbij
168
Wat zijn 2 manieren om om te poolen bij een systematische review? (2)
Random effects model, fixed effects model
169
De hersenschedel of neurocranium groeit (wel/niet) mee met de hersenen
Wel
170
Wat zijn de 2 onderdelen van de schedel? (2)
Hersenschedel/neurocranium en aangezichtsdeel/viscerocranium
171
Hoe heet de ruimte tussen het bot in de schedel?
Suturen
172
Suturen verbenen (wel/niet) op latere leeftijd
Wel
173
Wanneer verbeent de sutura frontalis?
Kinderleeftijd
174
Wanneer verbeent de sutura sagittalis? (nummer-nummer)
20-30 jr
175
Wanneer verbeent de sutura coronalis? (nummer-nummer)
30-40 jr
176
Wanneer verbeent de sutura lamboidea? (nummer-nummer)
40-50
177
Wat is een syndesmose?
Bindweefselverbinding
178
Wat zijn de suturen? (noem ze in order van wanneer ze verbenen, vroeg naar laat) (4)
Sutura frontalis, sutura sagittalis, sutura coronalis, sutura lamboidea
179
Een sutuur is een bijzondere vorm van syndesmose.
Ja
180
Wat is een fontanel? (def)
Deel van de schedel zonder bot
181
Synoniem voor fontanel?
Fonticulus
182
Bij een fontanel kan je (wel/niet) liquor voelen uitzetten (kloppen)
Wel
183
Wat zijn de fonticuli? (van vroegste naar laatste verbening) (4)
Fonticulus posterior, fonticulus sphenoidalis, fonticulus mastoideus, fonticulus anterior
184
Wanneer verbeent de fonticulus posterior?
3e maand
185
Wanneer verbeent de fonticulus sphenoidalis
6e maand
186
Wanneer verbeent de fonticulis mastoideus
1,5 jaar
187
Wanneer verbeent de fonticulis anterior?
3e jaar
188
Waardoor gebeuren schedelmisvormingen bij geboorte?
Te vroeg sluiten suturae
189
Waardoor komt scaphocephalus (bootschedel)
Schedelmisvorming
190
Waardoor komt trigonocephalus (wigschedel)
Schedelmisvorming
191
Waardoor komt waterhoofd?
Hoge druk van liquor voor verbening sutuur, door hoge productie of belemmering afvoer
192
Wat is de behandeling bij waterhoofd?
Chirurgie
193
Wat is scaphocephalus?
Bootschedel
194
Wat is trigonocephalus?
Wigschedel
195
Hoeveel kieuwbogen heeft een fetus aan iedere zijde?
5
196
Iedere kieuwboog heeft (wel/niet) zijn eigen zenuw en bloedvaten
Wel
197
Kieuwboog … fuseert met 4
5
198
Wat is een pharyngeal pouch?
Het kieuwzakje wat gevormd wordt door alle kieuwbogen te samen
199
Waardoor wordt de 1e kieuwboog geïnnerveerd?
N.trigeminus (N.V)
200
Wat vormt de 1e kieuwboog? (5)
Kauwspieren, maxilla, mandibula, malleus, incus
201
Wat vormt de 2e kieuwboog? (3)
Mimische spieren, stapes, os hyoideum
202
Wat innerveert de 2e kieuwboog?
N.facialis (N. VIII)
203
Wat innerveert de 3e kieuwboog?
N.glossofaryngeus (N.IX)
204
Wat vormt de 3e kieuwboog? (2)
Os hyoideum, m.stylopharyngeus
205
Waardoor worden de 4e en 6e kieuwbogen geïnnerveerd?
N.laryngeus recurrens (N.X)
206
Wat vormen de 4e en 6e kieuwbogen? (3)
Larynxskelet, larynsxpieren, stembanden
207
Welke kieuwboog vouwt zich over de rest bij de migratie van de kieuwboog?
2e
208
Wanneer heb je een laterale halscyste alsmede de migratie van de kieuwboog?
Bij onvolledige regressie sinus
209
Waar bevinden de kieuwzakjes zich?
Onder de kieuwbogen
210
Vormen de kieuwzakjes ook structuren?
Ja
211
Wat maakt het 1e kieuwzakje?
Middenoor
212
Wat maakt het 2e kieuwzakje?
Keelamandel
213
Wat maakt het 3e kieuwzakje?
Bijschildklier
214
Wat maakt het 4e kieuwzakje?
Schildklier
215
Wat maakt het 5e kieuwzakje?
Weefsel van de schildklier
216
Wat gebeurt er met de schildklier wanneer de ductus niet volledig gesloten is?
Lobus pyramidalis
217
Wat kan er nog meer gebeuren wanneer de ductus niet volledig gesloten is?
Mediane halsziekte
218
Wanneer ontwikkelen de aangezicht contouren zich?
Rond w5
219
Uit welke kieuwboog ontwikkelen de aangezicht contouren zich?
1e
220
Waaruit bestaan de aangezicht contouren? (in week 5) (6)
Processus frontalis, laterale en mediale neuszwelling, boven en onderkaakzwelling
221
Wanneer fuseert de mediale neuszwelling?
W10
222
Waaruit ontstaat het philtrum?
De tussenkaak
223
Hoe heet de tussenkaa ook wel?
Primaire verhemelte
224
Wanneer ontstaat er een palatoschisis (wat gebeurt er)
Primaire verhemelte fuseert niet goed
225
Wat is een palatoschisis?
Lip-kaakspleet
226
Waaruit ontstaat het oor? (uit welke derm)
Ectoderm
227
Wat maakt de 1e kieuwspleet van het oor?
Externe gehoorgang
228
Wat maakt de 1e kieuwboog van het oor?
Gehoorbeentjes
229
Wat maakt het ectoderm/endoderm van het oor?
Trommelvlies
230
Wat is de incidentie van meningokokkensepsis per 100.000 inwoners?
132/100.000
231
Wanneer zijn de pieken van meningokokkensepsis? (2) (1 < nummer en 1 nummer-nummer)
<5 jr, 15-19 jr
232
De besmetting van meningokokkensepsis is (aerogeen/autoimmuun/ door aanraking)
Aerogeen
233
Wat is purpura?
Erytrocytenextravasatie door toxinen
234
Wat is petechiae?
Puntbloeding
235
Wat is ecchymose?
Grote oppervlakkige bloeding
236
Petechiae, ecchymosen en purpura zijn zeer verdacht voor meningokokkensepsis
Ja
237
Meningokokkensepsis kan ook gebeuren zonder vlekken
Ja
238
Vlekken betekent niet per se purpura, wel sepsis ofzo
Ja
239
Purpura betekent in 50% meningokokkensepsis
Ja
240
Waarvoor staat T in de TNM-classificatie?
Primaire tumor
241
Wat betekent T1 bij een tumor in de keel?
Tumor beperkt tot stembanden, normale beweeglijkheid
242
Wat betekent T2 bij een tumor in de keel?
Tumor met uitbreiding naar sub-en/of supraglottis met beperkter beweeglijkheid
243
Wat betekent T3 bij een tumor in de keel?
Tumor beperkt tot de larynx met stemband stilstand en/of invasie van paraglottische ruimte, en/of binnenrand thyroïdkraakbeen
244
Waarvoor staat N in de TNM-classificatie?
Lokale lymfeklieren
245
Waarvoor staat N1 in bij een tumor in de keel?
1 lymfekliermestastase, <3cm
246
Waarvoor staat N2 in bij een tumor in de keel?
1 lymfekliermetastase, 3-6cm
247
Waarvoor staat N3 in bij een tumor in de keel?
1 lymfekliermetastase, <6 cm
248
Waarvoor staat M in de TNM-classificatie?
Metastasen op afstand
249
Waarvoor staat M0 bij een tumor in de keel?
Geen metastasen op afstand
250
Waarvoor staat M1 bij een tumor in de keel?
Wel metastasen op afstand