Tentamen vragen

Question 1

Wat zijn de alarmsignalen voor keelpijn? (4)

Answer 1

Mond niet voldoende kunnen openen, asymmetrie van de gehemelte bogen, grote rode pijnlijke zwelling hals, onvermogen of zeer moeizaam kunnen slikken

Question 2

Waarom is de mond niet voldoende kunnen openen een alarmsignaal bij keelpijn?

Answer 2

trismus

Question 3

Waarom is asymmetrie van de gehemelte bogen een alarmsignaal bij keelpijn? (2)

Answer 3

abces, infiltraat

Question 4

Waarom is een grote rode pijnlijke zwelling in de hals een alarmsignaal bij keelpijn?

Answer 4

lymfadenitis

Question 5

Wat is de lamina papyracea?

Answer 5

de scheidingswand tussen orbita en osteomeatale complex

Question 6

Wat is lymfadenitis?

Answer 6

Ontsteking van de lymfeklieren

Question 7

Wat is een atheroomcyste?

Answer 7

Cyste van de huid

Question 8

wat is een ductus thyreoglossusanomalie?

Answer 8

Mediane halscyste

Question 9

Wat is een kieuwboogfistel? Wanneer is het zichtbaar?

Answer 9

Fistel door kieuwboog, vanaf de geboorte zichtbaar

Question 10

Een dosis-response relatie en reversibiliteit geven sterke aanwijzingen voor een causaal verband.

Answer 10

Ja

Question 11

Wat betekent spectrumbias bij onderzoek naar de waarde van een diagnostische test?

Answer 11

Spectrum bias beschrijft het feit dat de patiënten in het onderzoek verschillen van de patiënten in de praktijk

Question 12

Hoe kun je aan een funnelplot zien of er sprake is van publicatiebias?

Answer 12

Een funnelplot is trechtervormig als de gevonden studies evenwichtig verspreid zijn. Als een funnelplot niet trechtervormig is is er mogelijk sprake van publicatiebias.

Question 13

Hoe kan je vanuit de wetenschapstheorie van Thomas Kuhn de initiële weerstand tegen Harvey uitleggen?

Answer 13

Volgens Kuhn beoefenen wetenschappers hun vak altijd binnen de grenzen van bepaalde vaststaande kaders. Hij noemt die kaders ‘paradigma’s’.
Wetenschappers zijn volgens Kuhn sterk geneigd het heersende paradigma binnen hun vakgebied te bewaken en verdedigen. Opvattingen en observaties die
niet binnen het heersende paradigma zijn te verklaren, worden daarom door hen geweerd of genegeerd. Het heersende Galenische paradigma werd dus
beschermd door de hypothese van Harvey te negeren.

Question 14

Waarom is het volgens Popper überhaupt nooit mogelijk om van absolute waarheden te spreken? Leg uit.

Answer 14

Popper gaat uit van het falsificatieprincipe. Een algemene uitspraak is volgens Popper pas wetenschappelijk als deze door toetsing weerlegd kan worden.
Zodra een uitspraak verschillende toetsen heeft doorstaan, kunnen we volgens Popper toch slechts van een ‘voorlopige waarheid’ spreken omdat we nooit
op voorhand kunnen weten of die uitspraak ooit door toetsing weerlegd zal gaan worden.

Question 15

Karl Popper wordt gezien als een kritisch rationalist. Wat is het ‘kritisch rationalisme’?

Answer 15

Volgens Popper is het uitgangspunt van wetenschap niet de waarneming, maar de theorie. Een wetenschapper ziet geen verbanden in de werkelijkheid, maar
bedenkt deze als mogelijke verklaring voor wat hij ziet. Dit wordt uitgedrukt met het begrip ‘rationalisme’ (het verstand als bron van kennis). Het verband dat
een wetenschapper bedenkt kan echter niet op voorhand worden aanvaard, maar moet eerst aan strenge toetsen worden onderworpen die het verband in
principe kunnen weerleggen. Vandaar het adjectief ‘kritisch’.

Question 16

Hepatosplenomegalie kan een teken zijn van een infectie met het Epstein-Barr virus

Answer 16

Ja

Question 17

Imaan is 8 jaar. Ze heeft 8 weken geleden een verkoudheid gehad. Sindsdien is ze hees. De klachten zijn nog steeds niet over.
Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak?

Answer 17

Stembandknobbeltjes

Question 18

Welke rol speelt het osteomeatale complex in het onstaan van een sinusitis?

Answer 18

het osteomeatale complex omvat de afvoer van de sinus maxillaris, frontalis en ethmoidalis
naar de neusholte. Deze is vrij nauw. Als deze verstopt raakt (door bijv. slijmvlieszweling) of vernauwd is dan kunnen de sinus ontstoken raken.

Question 19

Een kind met een leeftijd van 11 en een laterale zwelling past bij een…?

Answer 19

branchiogene halscyste

Question 20

De heer Ez-Z. komt bij de huisarts omdat hij al maanden last heft van stinkende otorrhoe van het rechter oor. Daarnaast is hij slechter gaan horen
met het rechter oor. Bij otoscopie vermoedt de huisarts een cholesteatoom.
Welke bevinding bij de stemvorkproef van Weber past hier het beste bij?
De heer Ez-Z. hoort de stemvorkproef van Weber

Answer 20

Beter aan het rechteroor

Question 21

Welke keelaandoening heb je bij een HPV-infectie?

Answer 21

Larynxpapillomatose

Question 22

Welke keelaandoening heb je bij een hemistrumectomie?

Answer 22

Stembandparese

Question 23

Welke keelaandoening heb je bij luid schreeuwen?

Answer 23

Stembandknobbeltjes

Question 24

Wat is de klinische relevantie van de lamina papyracea?

Answer 24

Doordat deze wand dun is kan er relatief makkelijk

infectie optreden van de orbita

Question 25

Overgewicht is een risicofactor op het ontstaan van een endometriumcarcinoom

Answer 25

Ja

Question 26

Waarom is een gevonden statistisch significant verband in een case-control studie geen sterke aanwijzing voor causaliteit? Betrek het feit dat het om een case-control studie gaat in je antwoord.

Answer 26

Een case-control onderzoek is erg vatbaar voor bias en daarom zijn de resultaten minder veelzeggend, ook al is een gevonden verband statistisch significant.

Question 27

Men doet onderzoek naar een nieuwe screeningstest voor prostaatkanker. Men vindt dat patiënten die gescreend zijn, de ziekte langer hebben, maar uiteindelijk gemiddeld genomen toch niet langer leven. Door welke bias kan deze bevinding veroorzaakt zijn?

Answer 27

Lead time bias

Question 28

Er is een nieuwe test voor screening op ovariumcarcinoom. In de gescreende groep zijn er 100 vrouwen met ovariumcarcinoom. In deze groep blijken een jaar later nog eens 25 vrouwen ovariumcarcinoom te hebben. In de controlegroep, die vergelijkbaar was, werd er geen screening gedaan. Een jaar later bleken in deze groep 50 vrouwen ovariumcarcinoom te hebben. Wat is de sensitiviteit van de test volgens de incidentiemethode?

Answer 28

1-(25/50)

Question 29

Waarvan spreekt Popper als tijdens een experiment een observatie wordt gedaan die niet in overeenstemming is met de heersende theorie? En wat zullen wetenschappers volgens Popper als gevolg van die observatie moeten doen?

Answer 29

Popper spreekt in dat geval van ‘falsificatie’ omdat de theorie is weerlegd door de observatie. (1 punt) Wetenschappers moeten de theorie onmiddellijk verwerpen, nieuwe hypotheses formuleren en deze aan strenge testen onderwerpen. (1 punt)

Question 30

Waarvan spreekt Thomas Kuhn als tijdens een experiment een observatie wordt gedaan die niet in overeenstemming is met de algemeen aanvaarde theorieën? En wat zullen wetenschappers volgens Kuhn als gevolg van die observatie waarschijnlijk doen?

Answer 30

Kuhn noemt die observatie een anomalie (‘lastig feit’). (1 punt) Wetenschappers zullen trachten deze anomalie ‘normaliseren’, door het ontkennen, te wijten aan meetfouten of met ‘hulphypothesen’ de observatie toch binnen het huidige paradigma te passen (als een van deze drie wordt genoemd is het goed). (1 punt)

Question 31

Beide hypotheses zijn even vaak getest en niet strijdig met de observaties. Welke van deze hypotheses is volgens Popper dan toch sterker, en leg uit waarom? De tweede, ‘alle planeten in het zonnestelsel cirkelen in afzonderlijke banen rond de zon’ (1 punt). Uitleg: deze uitspraak heeft een breder toepassingsgebied en bevat meer potentiële falsificatoren.

Answer 31

Ja

Question 32

Vier factoren die pleiten voor een causale relatie zijn: omkeerbaarheid, temporele relatie, dosis-response relatie en biologische plausibiliteit. Welke factor is een zwak bewijs, en welke een sterk bewijs voor een causale relatie? Plaats de vier factoren van zwak naar sterk in de juiste volgorde.

Answer 32

Zwak naar sterk: 1. Temporele relatie 2. Biologische plausibiliteit 3. Dosis-response relatie 4. Omkeerbaarheid

Question 33

De huisarts legt uit: door de virusinfectie werd de weerstand van Anne verzwakt. Ze werd vatbaar voor een bacterie, die tot de oorontsteking leidde. De vader vraagt: betekent dit dat de combinatie van een virus en een bacteriële infectie altijd tot een oorontsteking leiden, en dus samen de oorzaak zijn? Naar welke soort oorzaak verwijst de vader? Leg je antwoord uit.

Answer 33

De vader vraagt of de combinatie samen een voldoende oorzaak is;

Question 34

Anne (5 jaar) heeft een oorontsteking. De huisarts legt haar vader uit dat dit begon met een verkoudheid, die werd veroorzaakt door een virus.Wat voor soort oorzaak is het virus? Leg je antwoord uit.

Answer 34

Dit is een ‘deeloorzaak’, ‘niet-voldoende oorzaak’ of ‘een factor in een multifactoriële oorzaak’. Dit betekent dat er andere (deel)oorzaken/factoren nodig zijn om de verkoudheid te veroorzaken.

Question 35

In de behandeling van middenoorontsteking bij kinderen wordt het gebruik van neusdruppels ontraden (NHG richtlijn). De reden is dat het effect niet is aangetoond en (zeldzame) ernstige bijwerkingen kunnen optreden. Dit advies is mede gebaseerd op de opkomst van Evidence Based Medicine en de bijbehorende statistische stijl van redeneren. Leg uit wat een statistische stijl van redeneren inhoudt, en hoe deze heeft bijgedragen aan het advies in de richtlijn.

Answer 35

Een statistische stijl van redeneren houdt in dat men niet kijkt naar de effectiviteit van individuele behandelingen, maar naar de kans dat een behandeling werkt door grote aantallen gevallen waarin de behandeling wordt toegepast te onderzoeken en te vergelijken met alternatieven (RCT, meta analyse). Door het systematisch vergelijken van het toepassen van neusdruppels met het niet toepassen ervan blijkt dat deze ingreep geen toegevoegde waarde heeft.

Question 36

Welke twee mogelijke problemen zijn er als de sensitiviteit van deze screeningstest volgens de detectiemethode berekend wordt? Leg uit.

Answer 36

Bij de detectiemethode zijn de opgespoorde carcinomen de terecht-positieven en de intervalcarcinomen de fout-negatieven. Een nadeel hierbij is dat je moet weten hoe vaak je moet screenen, anders wordt de sensitiviteit onder- of overschat. Een ander nadeel is dat niet ieder carcinoom dat ontdekt wordt klinisch relevant hoeft te zijn (zoals bijvoorbeeld bij prostaatcarcinoom).

Question 37

Men doet onderzoek naar een nieuwe screeningstest voor het vroegtijdig opsporen van ovariumcarcinoom. Met welke drie vormen van bias moeten de onderzoekers in ieder geval rekening houden? (3) Wat houdt elke vorm in?

Answer 37

``` Lead time bias (vroege behandeling van ovariumcarcinoom is niet effectiever, maar de overleving lijkt toe te nemen doordat de ziekte eerder gediagnosticeerd wordt.) Length time bias (langzaam (prognostisch gunstigere) tumoren worden meer ontdekt. De overleving lijkt toe te nemen hierdoor.) Compliance bias (patiënten die zich goed houden aan een voorschrift hebben vaak een betere prognose.) ```

Question 38

Tegenwoordig worden veel jonge meisjes ingeënt tegen hrHPV. Waarom blijft het desondanks toch belangrijk om te screenen op hrHPV? (2)

Answer 38

De vaccinatie geldt maar voor een aantal hrHPV types, niet voor alle types. Een deel van de meisjes laat zich niet vaccineren.

Question 39

Wat houdt de eerste tuchtnorm in?

Answer 39

De eerste tuchtnorm1 betreft het handelen of nalaten in strijd met de zorg die de beroepsbeoefenaar behoort te verlenen.

Question 40

Wat houdt de tweede tuchtnorm in?

Answer 40

De tweede tuchtnorm2 omvat ‘enig ander handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt’

Question 41

Uit welke embryonale structuur of primordium ontstaat onderste bijschildklieren

Answer 41

3e kieuwzakje

Question 42

Uit welke embryonale structuur of primordium ontstaat: bovenste schildklieren

Answer 42

4e kieuwzakje

Question 43

Uit welke embryonale structuur of primordium ontstaat: tonsillen

Answer 43

2e kieuwzakje

Question 44

Uit welke embryonale structuur of primordium ontstaat: uitwendige gehoorgang?

Answer 44

1e kieuwspleet

Question 45

Welk LO doe je bij koortsstuip kind? (3)

Answer 45

Algemeen: indruk (suf, huilen, alert), hartfrequentie, ademhalingsfrequentie, saturatie, petechiae, turgor, slijmvliezen Longen: auscultatie KNO: keel, tonsillen, hals-lymfeklieren, trommelvliezen

Question 46

Waar in de neusholte ten opzichte van de conchae monden deze uit: sinus sphenoidalis

Answer 46

recessus spheno-ethmoidalis (boven concha superior)

Question 47

Waar in de neusholte ten opzichte van de conchae monden deze uit: cellulae ethmoidalis (2)

Answer 47

onder de middelste concha, ook wel de meatus nasi medius, deels tussen de bovenste en middelste concha, de meatus nasi superior

Question 48

Waar in de neusholte ten opzichte van de conchae monden deze uit: sinus frontalis

Answer 48

onder de middelste concha, ook wel meatus nasi medius

Question 49

Waar in de neusholte ten opzichte van de conchae monden deze uit: sinus maxillaris

Answer 49

onder de concha medius, ook wel meatus nasi medius

Question 50

Welke aanvullende diagnostiek bij neusverstopping? (2)

Answer 50

endoscopie neus, multi-rast/allergietest (phadiatop)

Question 51

Wanneer geef je antibiotica bij keelklachten? (4)

Answer 51

Bij ernstige ziekte, weerstandsverminderende medicatie, afweer verlagende stoornis, geen acuut reuma in VG

Question 52

Wat is wetenschappelijke vooruitgang volgens het logisch empirisme?

Answer 52

Wetenschappelijke vooruitgang komt tot stand door verificatie van een theorie via waarneming.

Question 53

Leg het verschil uit tussen een noodzakelijke en voldoende voorwaarde aan de hand van longtuberculose en mycobacterium tuberculosis.

Answer 53

Een voorwaarde A is noodzakelijk voor B, als B niet zonder A kan optreden (je krijgt geen tbc zonder besmetting met mycobacterium tuberculose). Maar het voldoen aan die noodzakelijke voorwaarde hoeft niet automatisch te betekenen dat het gevolg ook daadwerkelijk optreedt (besmetting met mycobacterium tbc leidt niet automatisch tot de ontwikkeling van tbc). Anders is het een voldoende voorwaarde. Als A een voldoende voorwaarde is voor het optreden van B, dan kan uit de aanwezigheid van A (het vervuld zijn van voorwaarde A), direct het gevolg B worden afgeleid.

Question 54

​De onderzoekers twijfelen over de analyse die ze zullen uitvoeren: een survival analyse of een analyse zonder de duur van overleving. Welke analyse is in dit geval het beste? Leg uit.

Answer 54

Antwoord: keuze voor een analyse zonder de duur van overleving is 1 punt. Juiste uitleg hierbij is 1 punt. Een analyse zonder de duur van overleving is het beste. Dit voorkomt lead time bias. Bij lead time bias lijkt de overleving toe te nemen doordat een ziekte in een eerder stadium wordt ontdekt. De mortaliteit hoeft echter niet verandert te zijn.

Question 55

Onderzoekers hebben een screening ontwikkeld om een bepaalde vorm van kanker vroegtijdig op te sporen. Ze hopen dat door het vroegtijdig opsporen, minder mensen hieraan zullen overlijden. Als ze de screening uitvoeren blijken er in de eerste ronde veel meer cases gevonden te worden dan in de rondes daarna. Met welk epidemiologisch begrip wordt dit beschreven? Leg dit uit. (2)

Answer 55

In de eerste ronde vind je alle cases die er al zijn. Deze eerste ronde is een ‘prevalence’ screen. In de rondes daarna worden alleen de nieuwe gevallen ontdekt die zijn opgetreden na de vorige screeningsronde. Dit is een ‘incidence’ screen.

Question 56

Bij hoogrisicopreventie is er meer winst op individueel niveau dan op populatieniveau

Answer 56

Ja

Question 57

Wat is de belangrijkste reden dat geen enkele studie vrij is van bias bij een studie naar tonsillectomie?

Answer 57

Het is niet te voorkomen dat patiënten weten welke behandeling ze krijgen (wel/geen tonsillectomie). Daarom is er bij elke studie sprake van detection bias.

Question 58

Een vrouw van 56 jaar komt bij de huisarts in verband met al langer bestaande buikpijn en een toegenomen omvang van de buik. De huisarts overweegt onder andere de diagnose ovariumcarcinoom. Naar welke factoren die verband houden met een verhoogd risico op ovariumcarcinoom moet de huisarts vragen? (2)

Answer 58

Borst/ovarium kanker familieanamnese, gebruik anticonceptiva (meer ovulaties -> groter risico)

Question 59

Een vrouw van 52 jaar komt bij de huisarts met opvliegers. Sinds twee jaar is de menstruatie onregelmatig. Ze heeft nu 12 maanden geen menstruatie gehad. In overleg met de vrouw overweegt de huisarts tijdelijk Hormone Replacement Therapy (HRT) voor te schrijven tegen de opvliegers. Waarom dient de huisarts, als zij besluit om hormonen voor te schrijven, te kiezen voor een preparaat met oestrogenen en progesteron? Leg uit.

Answer 59

Bij alleen oestrogenen is er een verhoogde kans op endometriumcarcinoom. Als er progesteron bij gegeven wordt dan is dit risico niet verhoogd.

Question 60

Twee jaar later heeft de vrouw een afwijkend uitstrijkje PAP 3b. De huisarts verwijst haar naar de gynaecoloog. ​Welke onderzoeken zal de gynaecoloog uitvoeren? (2)

Answer 60

Colposcopie en bioptering van de laesie

Question 61

Worden zware maatregelen gepubliceerd?

Answer 61

Ja

Question 62

Worden waarschuwingen gepubliceerd?

Answer 62

Nee

Question 63

Wie bepaalt of een berisping gepubliceerd wordt?

Answer 63

Tuchtrechter

Question 64

Zwelling in de kaakhoek is waarschijnlijk…

Answer 64

Een lymfeklier

Question 65

Welke nervi kunnen beschadigd zijn bij een jongetje met een dubbelzijdig orbitaal hematoom die met zijn ogen bewegingen niet goed kan volgen? (3)

Answer 65

Nervus 3, 4, 6

Question 66

Wat zijn de kenmerken van een normale koortsstuip? (6)

Answer 66

``` Leeftijd: 6mnd - 5 jr <15 min Kortdurend suf Begin koortsepisode Eerste keer deze koortsperiode Symmetrische trekkingen ```

Question 67

Waar moet je op letten bij een kind bij LO bij eventuele dehydratie?

Answer 67

Turgor huid en slijmvliezen

Question 68

Wat is xylometazoline?

Answer 68

Decongestiva/neusspray

Question 69

Welk LO voer je uit bij neusverstopping? (3)

Answer 69

algemeen, oog, KNO

Question 70

Wat zijn de 2 groepen van alarmsymptomen bij neusverstopping? (2)

Answer 70

Oogklachten en neurologische klachten

Question 71

Wat is de behandeling van otitis externa? (2)

Answer 71

Zure oordruppels met corticosteroïden

Question 72

Wat is het deductieprincipe?

Answer 72

(het) deductie(principe): we kunnen uit een hypothetische algemene wet een voorspelling afleiden; als die niet uitkomt, wordt de wet verworpen

Question 73

Uit een gepubliceerd case control onderzoek blijkt dat kinderen die buisjes kregen vanwege recidiverende oorontstekingen, significant minder oorontstekingen hadden in de zes maanden na de operatie, dan de kinderen die geen buisjes kregen. Is dit een overtuigend bewijs vóór het plaatsen van buisjes? Leg je antwoord uit. (3)

Answer 73

- Een case control onderzoek is geen sterk bewijs (eerder zwak bewijs). - Significantie an sich zegt niet zoveel, zeker net zo belangrijk is of er een klinisch relevant verschil is. - Er lijkt een temporele relatie te zijn (na het plaatsen van de buisjes zijn er minder ontstekingen) maar dit is slechts een zwak bewijs.

Question 74

Wat is spectrumbias?

Answer 74

Spectrumbias betekent dat in de studie proefpersonen hebben meegedaan die anders zijn dan de personen bij wie de test in de praktijk gebruikt gaat worden. (vb comorbiditeiten, medicatie)

Question 75

Hoe verklaar je de discrepantie tussen het grote aantal besmettingen met hrHPV en de lage incidentie van cervixcarcinoom? Leg dit uit.

Answer 75

het grootste deel van de hrHPV-besmettingen door een adequate immuunrespons wordt geklaard.

Question 76

Wat zijn, naast endometriumcarcinoom, mogelijke aandoeningen waardoor ze postmenopauzaal bloedverlies kan hebben? Noem vier aandoeningen.

Answer 76

- Endometriumpoliep - Cervixcarcinoom - SOA - Slijmvliesbeschadiging bij atrofie - Vulvacarcinoom

Question 77

Welke anamnestische vragen moet de huisarts stellen om te bepalen of er sprake is van een verhoogd risico op endometriumcarcinoom? Noem vier vragen.

Answer 77

- Hoeveel kinderen heeft u? - Hoe zwaar bent u, en hoe lang bent u (BMI)? - Komt er darmkanker voor in de familie? - Komt er borstkanker voor in de familie? - Heeft u hormonen gebruikt na de overgang? - Had u onregelmatige cycli of PCO? (anovulatoire cycli)

Question 78

In welke wet wordt het tuchtrecht voor de gezondheidszorg geregeld?

Answer 78

Wet BIG

Question 79

Wat is stadium 5 in de chandler classificatie?

Answer 79

Caverneuze sinus trombose

Question 80

Wat is stadium 4 in de chandler classificatie?

Answer 80

Orbitaal abces

Question 81

Wat is stadium 3 in de chandler classificatie?

Answer 81

Subperiostaal abces

Question 82

Wat is stadium 2 in de chandler classificatie?

Answer 82

orbitale cellulitis

Question 83

Wat is stadium 1 in de chandler classificatie?

Answer 83

preceptale cellulitis