Conformiteit en gehoorzamen Flashcards

(28 cards)

1
Q

op welke 2 manieren kunnen mensen ons beïnvloeden

A

via conformiteit
via gehoorzaamheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is conformiteit / conformisme

A

een verandering in het gedrag aan de norm van de groep door sociale druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is gehoorzaamheid / obedience

A

wanneer mensen hun gedrag veranderen omdat iemand verteld dat dit moet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is het verschil tussen obedience en conformiteit

A

obedience is direct en conformiteit is indirect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke soorten conformiteiten zijn er

A
  • sociale / normatieve conformiteit -> publieke conformiteit
  • informationele conformiteit -> private conformiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is sociale / normatieve conformiteit

A

de groepsnorm heeft invloed op het individu. de conformist past zich aan uit angst uit de groep te vallen of niet gemogen te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is publieke conformiteit

A

een individu accepteert de groepsnorm maar is niet overtuigd om zijn eigen mening te wijzigen. hij conformeert op basis van de geldende groepsnorm. (ash experiment)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is compliance

A

proces waarbij iemand meegaat met de groep zonder dat ze diegene hebben overtuigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is informationele conformiteit

A

het verlangen van mensen om gelijk te hebben. je weet het antwoord op een vraag niet dus je kijkt naar de antwoorden van de rest van de groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is private conformiteit

A

een individu is overtuigd van de juistheid van de groep en conformeert op basis van vertrouwen dat de groep het goede antwoord weet. de groep wordt als leidraad gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is conversion

A

proces waarbij een individu van mening veranderd doordat de groep gebruikt wordt om het juiste antwoord te bepalen. conformist is door de groep overtuigd van het juiste antwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is het verschil tussen conversion en compliance

A

bij compliance wordt er niemand overtuigd en bij conversion overtuigd de groep een individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke factoren zorgen voor meer conformiteit

A
  • bij veel kennis
  • jongere mensen (leeftijd)
  • onzekere / afhankelijke mensen
  • als er een autoriteit figuur is
  • hoge geloofwaardigheid
  • hoe dichterbij iemand is
  • hoe groter de groep
  • als er een (sociale)norm is
  • vrouwen (geslacht)
  • mensen uit collectivistische landen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke persoonlijkheidskenmerken spelen een rol in obedience

A
  • schuldgevoel
  • leeftijd
  • onzekerheid
  • domme mensen minder gehoorzaam
  • meer fascistisch is meer gehoorzaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wanneer neemt obedience toe

A
  • hoe dichterbij hoe beter
  • slippery slope: situatie loopt langzaam uit de hand
  • diffusion of responsibility: iemand anders is verantwoordelijk
  • agentic state: zo het gevoel van controle kwijt zijn dat je doet want iemand anders je opdracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de 6 power bases

A

1) dwangkracht / coercive power
2) beloningskracht / reward power
3) legitime power
4) referent power
5) informative power
6) expert power

17
Q

wat is coervice / dwangkracht + voorbeeld

A

macht om te straffen en te dreigen: ouders, je baas

18
Q

wat is reward power / beloningskracht + voorbeeld

A

macht om te belonen: ouders, je baas

19
Q

wat is legitime power + voorbeeld

A

bevoegde macht door wet: politie, prime minister

20
Q

wat is referent power + voorbeeld

A

kracht door charisma: volg mij -> hitler, Obama, sekte leider, Jezus

21
Q

wat is informative power + voorbeeld

A

ik weet iets wat jij niet weet: iemand die een kamer zoekt om te wonen en jij hebt hier antwoord op

22
Q

wat is expert power + voorbeeld

A

geloof me, ik ben een professional: dokters, professoren

23
Q

wat is het ontmenselijking van een slachtoffer

A

het slachtoffer op een manier zien waardoor hij onmenselijk lijkt. dit vergroot de kans op agressie

24
Q

wat is generaliseerbaarheid

A

we zijn het samen eens geworden over de sociale norm en daar leven we nu met zn alle naar

25
wat is het idiosyncrasy model ( kijk slimstuderen samenvatting)
een meerderheid moest eerst conformeren aan de groep, om zo idiosyncrasy credits te krijgen (ze worden aardiger gevonden). later kunnen ze pas afwijken.
26
waar hebben minderheden / minority meer invloed op
- subjectieve situaties (meningen)
27
waar hebben meerheden / majority meer invloed op
- objectieve situaties (feiten) - meer invloed in openbare situaties
28
noem de 5 manieren waarop er gereageerd kan worden op sociale invloeden
1) compliance (publieke conformiteit) 2) conversion (private conformiteit) 3) congruence (uniformity): je bent het vanaf het begin al eens met de groep 4) independence: vasthouden aan eigen overtuigingen 5) anticonformiteit: mensen gaan expres tegen de groep in, niet vanwege hun mening maar om de groep meer te laten nadenken.