Criminaliteit Flashcards

(55 cards)

1
Q

Wat is criminaliteit?

A

Alle misdrijven die in de wet staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarden

A

Bepaalde dingen die iemand of een groep mensen belangrijk vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Normen

A

Gedragsregels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Jurisprudentie

A

Rechters interpreteren wetten en voeren dit uit in hen vonnis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wetboek over alle verkeer

A

De Wegenverkeerswet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wetboek voor alle drugs criminaliteit

A

De opiumwet

Voorbeeld misdrijf: Het telen van wietplanten in grote hoeveelhed

Voorbeeld overtreding: • Het bezit van een kleine hoeveelheid softdrugs (bijv. 1 joint of minder dan 5 gram hasj/wiet) voor eigen gebruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wetboek die gaat over alle wapens en alle soorten projectielen en bijbehorende materialen die bedoeld zijn om met een wapen afgevuurd te worden.

A

Wet wapens en munitie

Voorbeeld misdrijf: Of iemand verhandelt wapens illegaal,

Voorbeeld overtreding: Iemand heeft een nepwapen of een verboden voorwerp (zoals een vlinder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De veranderdings en vergelijkende invalshoek

A

Hoe werd er vroeger over het vraagstuk gedacht ?

Hoe wordt er in andere samenlevingen over gedacht?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Politiek juridische benaderingswijze

A

Wat vindt en doet de politiek ?

Welke regels en wetten bestaan er?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sociaal-economische

A

Welke groepen hebben er belang bij?

Ok hoeveel geld gaat het?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Sociaal-culturele

A

Wat vinden mensen/groepen ervan?

Welke waarden en normen hebben de verschillende groepen ?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Veelvoorkomende criminaliteit

A

Het komt veel voor
Veroorzaakt veel schade
Is vervelend en zorgt voor een gevoel van onveiligheid
Wordt vaak licht bestraft

Bijvoorbeeld winkel diefstal
Vernieling
Fietsendiefstal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Zware criminaliteit

A

Georganiseerde misdaad (maffia. Drugskartels)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wittevoordencriminaliteit

A

•(belasting) fraude
•corruptie (bijv omkopen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Huis van bewering

A

Een huis van bewaring is een soort gevangenis waar mensen worden vastgehouden die:
• In voorlopige hechtenis zitten (ze zijn verdacht, maar nog niet veroordeeld), of
• Een lichte straf uitzitten, zoals hechtenis voor een overtreding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Delict

A

Een delict is een strafbaar feit of overtreding van de wet.
Misdrijf/overtreding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarom is criminaliteit een maatschappelijk probleem

A

Er bestaan verschillende meningen over hoe we criminaliteit moeten aanpakken

Veel mensen hebben last van criminaliteit

Criminaliteit krijgt aandacht van de media

De orverheid is nodig op criminaliteit op te lossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waarom is criminaliteit ook een politiek probleem?

A

Omdat het bestrijding van criminaliteit hoog staat op de politieke agenda: de politieke probeert oplossingen te bedenken.

Het handhaven van de openbare orde en het verschaffen van veiligheid voor burgers is een belangrijke taak van de overheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Materiële schade

A

Schade dat uit te drukken is in geld
Zoals kapotte ramen en gestolen spullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Immateriële schade

A

Niet uit te drukken in geld
Bijv angst en onveiligheid, emotionele en geestelijke schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Beeldvorming

A

Media wilt zo hoog mogelijke cijfers
I
Lezers willen lezen over spectaculaire, gruwelijke criminaliteit
I
Media berichten vooral over zware criminaliteit
I
Lezers krijgen een vertekend beeld over hoeveel en welke criminaliteit vooral voorkomt
I
Er ontstaan vooroordelen en stereotypes
I
Mensen voelen zicht onredelijk onveilig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Eigen richting

A

Recht in eigen hand nemen

neemt, dus zelf straf of maatregelen toepast zonder tussenkomst van politie, justitie of de rechter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Aangiftebereidheid

A

is de mate waarin mensen bereid zijn om aangifte te doen bij de politie als zij slachtoffer zijn geworden van een misdrijf.

24
Q

De 4 risicofactoren

A

Psychische of gedragsproblemen
Foute vrienden/ groep druk
Onveilig opvoeding
Problematisch drank en of drugs gebruik

25
De 3 beschermende factoren
Een relatie hebben/deel zijn van een hecht gezin Het hebben van onderwijs en of een baan Hebben van goede sociale vaardigheden
26
Recidivist
Iemand die steeds strafbare feiten pleegt
27
Maatschappelijke ladder
De maatschappelijke ladder is een manier om te beschrijven hoe mensen in de samenleving staan, afhankelijk van hun werk, inkomen en opleiding. Mensen die meer verdienen of een hogere opleiding hebben, staan hoger op de ladder, terwijl mensen met minder inkomen of opleiding lager staan. Simpel gezegd: • Hoger op de ladder: Meer geld, een beter betaald of prestigieuzer beroep. • Lager op de ladder: Minder geld, een minder prestigieus beroep.
28
Sociale mobiliteit
betekent of mensen van positie kunnen veranderen: omhoog of omlaag op de ladder.
29
Rechtstaat
Een land waar de rechten en plichten van de burgers zijn beschreven in wetten, maar ook de regels waar de overheid zich aan moet houden Zo worden de burgers beschermd tegen de willekeur van de overheid
30
Rechtsgelijkheid
Alle burgers zijn wettelijk gelijk
31
Legaliteitsbeginsel
Het handelen van de overheid is altijd gebaseerd op wetten
32
Dilemma van de rechtsstaat
De twee taken van de overheid die met elkaar botsen Rechtsbescherming- en rechtshandhaving
33
Wat zijn de taken van de politie
Preventie taak Opsporing taak Hulpverlenings taak Orde taak
34
Verschil van staande houden en aan houden
Bij staande houden duurt het korter en het doel is om je persoonlijke gegevens te hebben, geen geweld of hand boeien. Meestal op straat. Bij aanhouden is het doel om jou als verdachte te arresteren. Duurt langer en kan wel geweld gebruikt worden en hand boeien. Je meenemen naar politiebureau.
35
Klassenjustitie
mensen niet op gelijke wijze worden behandeld door politie en justitie, afhankelijk van hun sociale klasse, inkomen, opleiding of afkomst
36
Wetboek van strafvordering
Staat aan welke regels de overheid zich moet houden als zij een verdachte willen vervolgen.
37
Verjaring
overtreding niet meer kan worden vervolgd na een bepaalde tijd. • Misdrijven verjaren op verschillende manieren, afhankelijk van de ernst (bijvoorbeeld moord nooit, diefstal na 6 jaar). • Overtredingen verjaren meestal sneller
38
Jeugddetentie
12/15 Tijdelijke opsluiting • Jeugddetentie is bedoeld voor jongeren die een ernstig misdrijf hebben gepleegd, maar de duur van de detentie is vaak korter dan bij volwassenen.
39
OTS
Maatregel Door de kinderrechter Jeugdbeschermer gaat langs thuis
40
Toe/ontoerekeningsvatbaar
Iemand kan niet strafbaar worden gesteld als hij of zij niet begreep wat hij deed door een psychische stoornis of extreme staat van dronkenschap.
41
Noodweer
Zelfverdediging tegen een onrechtmatige aanval is gerechtvaardigd, zolang het gebruik van geweld proportioneel en noodzakelijk is
42
Overmacht
Iemand handelde in een noodsituatie en kon niet anders dan de wet overtreden om groter gevaar of schade te voorkomen.
43
Proces-verbaal
Een proces-verbaal is een officieel verslag van een gebeurtenis of actie dat door een bevoegde persoon wordt opgesteld. • Het bevat feitelijke, objectieve informatie en wordt gebruikt als bewijs in juridische procedures.
44
Seponeren
OVJ besluit om de strafzaak niet verder te vervolgen Ondanks dat er een misrijf is gepleegd Kan door onvoldoende bewijs Kleine ernst van het misdrijf
45
46
Schikken
OVJ maakt een schikking (akkoord) met de verdachte. De verdachte moet daarbij een geld boete betalen of andere straf zoals taakstraf
47
Vervolgen
OVJ kiest ervoor om de zaak door te zetten naar de rechter
48
Verloop van de rechtszaak
Opening -rechter Aanklacht -ovj Onderzoek, verhoor getuigen -ovj, advocaat en rechter. Verhoor getuigen- ovj, advocaat en rechter. Requisitor/eis- ovj Pleidooi- advocaat Laatste woord- verdachte Vonnis/uitspraak- rechter
49
3 hoofdstraffen
Vrijheidsstraf Geldboete Taakstraf
50
2 Bijkomende straffen
Afpakken rijbewijs Beroep niet meer mogen uitoefenen
51
2 maatregelen
TBS schadevergoeding aan slachtoffer
52
Dagvaarding
een officieel schriftelijk document waarmee iemand (de gedachte) wordt opgeroepen om voor de rechter te verschijnen.
53
Meineed
Liegen ik rechtszaak terwijl je hebt gezworen om dat niet te doen
54
55
Snelrecht (lik-op-stukbeleid)
snel straffen na een misdrijf. De dader staat binnen een paar dagen al voor de rechter. Het is voor eenvoudige zaken, zoals diefstal of vandalisme. Doel: snelle straf en voorkomen dat het nog eens gebeurt. Zo weet de dader meteen wat de gevolgen zijn.