Politiek Flashcards

(39 cards)

1
Q

Politiek

A

Opstellen van regels die te maken hebben met het besturen van een land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Machtsmiddelen

A

Dingen waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kenmerken rechtsstaat

A

Overheid moet ook zich houden aan de wet (legaliteitsbeginsel)

Rechter is onafhankelijk

Er is sprake van machten scheiding (trias politica)
De wetgevende mach
De uitvoerende macht
Rechterlijke macht

In de grondwet staan grondrechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Trias politica (machten scheiding)

A

Rechterlijke macht (onafhankelijk rechter)

Wetgevende macht (regering en parlement)

Uitvoerende macht (regering)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Parlementaire democratie kenmerken

A

De politiek ligt names de burgers bij de volksvertegenwoordiging (het parlement)

De meerderheid bepaalt, maar er wordt rekening gehouden met minderheden

De regering legt verantwoording af aan het parlement

Er bestaat algemeen kiesrecht
(Actief en passief) en er zijn vrije en geheime verkiezingen

Alle macht van bestuurders is vastgelegd in de grondwet
Legaliteitsbeginsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Artikel 1

A

Iedereen is gelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Artikel 4

A

Kiesrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Artikel 6

A

Vrijheid van geloof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Artikel 7

A

Persvrijheid en vrijheid van meningsuiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dictatuur kenmerken

A

Leger speelt grote rol

Verkiezingsfraude

Geen oppositie

Een persoon of partij heeft alle macht

Geen politieke grondrechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Censuur

A

controleren, beperken of verbieden van informatie, teksten, beelden of meningen door een autoriteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Referendum

A

een stemming waarbij burgers rechtstreeks hun mening geven over een wet of belangrijk besluit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Politiek partij

A

Groep mensen met ongeveer de zelfde ideeën van hoe een land bestuurd moet worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Politiek partij kenmerken

A

Zijn verenigingen die zich bezighouden met het inrichten van de samenleving als geheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Politiek partij functie

A

Ze formuleren verkiezingsprogramma’s om hun ideeën onder de aandacht van burgers te brengen

Ze wegen verschillende belangen tegen elkaar af

17
Q

Politiek partij

A

Groep mensen met ongeveer de zelfde ideeën van hoe een land bestuurd moet worden.

18
Q

De twee kiesstelsels

A

Meerderheid stelsel VS

Evenredige vertegenwoorsiging NL

20
Q

Vrijmarkt economie

A

Zonder regels alles kopen en verkopen wat je wilt

21
Q

Rentmeesterschap

A

Zorgen voor de milieu, aarde

22
Q

Naastenliefde

A

Liefde en zorg voor andere mensen

23
Q

Subsidiariteitsbeginsel

A

een hoger niveau van bestuur (zoals de landelijke of Europese overheid) pas iets doet als het lagere niveau (zoals de gemeente of provincie) het niet zelf kan oplossen.

24
Q

Trias politica

A

Wetgevende macht (regering en parlement)

Uitvoerende macht (regering)

Rechterlijke macht (onafhankelijke rechters)

25
Zwevende kiezer
Niet zeker weet bij welke partij hij op gaat stemmen of elke keer op een ander partij stemt
26
Globalisering
dat landen over de hele wereld steeds meer met elkaar verbonden raken
27
Regering
Koning en ministers
28
Kabinet
Ministers en staatssecretarissen
29
Wat zijn de taken van de regering/kabinet
Komt met plannen En voert de plannen uit
30
Hoeveel leden in tweede kamer
150
31
Hoeveel leden in eerste kamer
75
32
Taken van regering
Medewetgevende taak + uitvoerende functie
33
Verkenner
is iemand die na de verkiezingen onderzoek doet welke partijen samen kunnen gaan regeren.
34
De formatie van de regering
Kabinetscrisis, de regering valt Verkiezingen, nieuwe tweede kamer wijst verkenner aan Na verkenning onderzoekt informateur mogelijke coalities en stelt regeerakkoord op met coalitiepartijen Tweede kamer benoemt formateur. Deze zoekt ministers bij elkaar en wordt zelf de minister-president Koning benoemt het nieuwe kabinet.
35
Informateur
Zoekt uit welke partijen samen kunnen regeren en helpt partijen onderhandelen in het regeerakkoord
36
Formateur
Meestal de nieuwe minister president Stelt kabinet samen (zoekt ministers en staatssecretarissen) Zorgt dat alles klaar is om te beginnen
37
Staatsvormen
Republiek (staatshoofd word gekozen) Monarchie (staatshoofd word bepaald door geboorte)
38
Kenmerken rechtsstaat
In de grondwet staan grondrechten Trias politica (spraken van machtensheiding) Overheid moet zich ook houden aan de overheid (legaliteitsbeginsel) Zo worden de burgers beschermd tegen de willekeur van de overheid
39
Kenmerken parlementaire democratie
Er bestaat algemeen kiesrecht (actief en passief) en er zijn vrije en geheime verkiezingen Alle macht en bestuurders is vastgelegd in de Grondwet: legaliteitsbeginsel De regering legt verantwoording af aan het parlement De meerderheid bepaalt maar er word rekening gehouden met de minderheden De politieke macht ligt namens de burgers bij de volksvertegenwoordiging: het parlement