D-N Thema 7 Flashcards
(80 cards)
1
Q
der Balkon
A
het balkon
2
Q
der Bauernhof
A
de boederij
3
Q
der Schreibtisch
A
het bureau
4
Q
der Schrank
A
de kast
5
Q
der Stuhl
A
de stoel
6
Q
der Tisch
A
de tafel
7
Q
der Fernseher
A
de televisie
8
Q
der Garten
A
de tuin
9
Q
die Wohnung
A
het appartement
10
Q
die Tür
A
de deur
11
Q
die Dusche
A
de douche
12
Q
die Garage
A
de garage
13
Q
die Küche
A
de keuken
14
Q
die Wand
A
de muur
15
Q
die Toilette
A
de toilet
16
Q
das Badezimmer
A
de badkamer
17
Q
das Sofa
A
de bank
18
Q
das Bett
A
het bed
19
Q
das Einfamilienhaus
A
de eengezinswoning
20
Q
das Haus
A
het huis
21
Q
das Zimmer
A
de kamer
22
Q
das Fenster
A
het raam
23
Q
das Schlafzimmer
A
de slaapkamer
24
Q
das Wohnzimmer
A
de woonkamer
25
aufräumen
opruimen
26
sauber machen
schoonmaken
27
stehen
staan
28
dunkel
donker
29
gemütlich
gezellig
30
groß
groot
31
klein
klein
32
hell
licht
33
unten
beneden
34
oben
boven
35
ganz
heel, helemaal
36
zu Hause
thuis
37
blau
blauw
38
gelb
geel
39
rot
rood
40
rosa
roze
41
weiß
wit
42
schwarz
zwart
43
beschreiben
beschrijven
44
gefallen
bevallen
45
machen
doen, maken
46
hören
horen
47
lesen
lezen
48
spielen
spelen
49
finden
vinden
50
wohnen
wonen
51
her
geleden
52
fertig
klaar
53
ziemlich
best wel, tamelijk
54
die Nachbarn
de buren
55
nie
nooit
56
schlimm
erg
57
der Ort
de plek
58
nerven
irriteren
59
häufig
vaak
60
eng
krap
61
nutzen
gebruiken
62
wenn
als
63
zum Bespiel
bijvoorbeeld
64
der Stock
de verdieping
65
umziehen
verhuizen
66
brauchen
nodig hebben
67
gerade
recht
68
umweltfreundlich
milleuvriendelijk
69
einfach
eenvoudig
70
das Holz
het hout
71
schräg
schuin
72
das Stockwerk
de etage
73
das Jahrhundert
de eeuw
74
durch
door, van
75
für
voor
76
ohne
zonder
77
um
om
78
bis
tot
79
entlang
langs
80
gegen
tegen
