Day 1 Flashcards
1
Q
Le cas
A
Het geval
2
Q
La façon
A
De weg
Pluriel : de manieren
3
Q
Le sondage
A
De enquête
4
Q
Le succès
A
Het succes
5
Q
Le test
A
De test
6
Q
Positif
A
Positief
7
Q
Exactly
A
Precies
Juist
8
Q
La peinture
A
Schilderij
9
Q
La planche
A
Het bord
10
Q
Le tableau colonne
A
De tabel
11
Q
Le mur
A
De muur
12
Q
Remplir
A
Vullen
13
Q
Égale
A
Gelijk
14
Q
Autant que
A
Zoveel… als
15
Q
Direct / directement
A
Direct
16
Q
Le but
A
Het doel
17
Q
Le chemin
A
Het pad
18
Q
Le résultat
A
Het resultaat
19
Q
Le cahier
A
Het schrift
20
Q
La feuille
A
Het bald
21
Q
Le sac
A
De tas
22
Q
Les roller
A
De rollen
23
Q
Faire du roller
A
Skaten
24
Q
Le stylo
A
De balpen
Pronounce the «en»
25
Attention!
Voorzichtig!
26
Permettre
Toestaan
27
Disponible
Beschikbaar
28
Noter (écrire)
Opschriven, noteren
29
Remarquer
Opmerken
30
Évaluer
Beoordelen
31
Réussir
Slagen
32
Échoué
Mislukken
33
J’ai échoué
Ik faalde
34
Évidement
Duidelijk
35
Surtout
Vooral
36
Le nombre
Het nummer
37
Retrouver
Vinden
38
Deviner
Raden
39
Continuer
Doorgaan
40
Abandonner
| Partir
Laten
41
Tard
Laat
42
Tôt
Vroeg
43
Se lever
Opstaan, rechtstaan
44
De réveiller
Word wakker
45
Mourir
Sterven
46
La page
De pagina
47
Rigoler
Lachen
48
Clear
Duidelijk
49
Possible
Mogelijk
50
Tout simplement
Gewoon
51
Basically, in fact
Eigenlijk, in feit
52
Le pour-cent
```
Het percentage
(G = J)
```
53
La blague
De grap
54
Je me souviens de ça
Ik herinner dat
55
Le souvenir
Het geheugen
56
Marrant
Grappig
57
Précis
Specifiek
58
L’étape, la marche
De stap
59
L’arbre
De boom
60
Le colis
Het pakket
61
Livrer
Leveren
62
Suivre
Volgen
63
Intéressé
Geïnteresseerd
64
Intéressant
Interessant
65
Casser
Je casse
J’ai cassé
Breuk
Ik breek
Il heb gebroken
66
La pause
De pauze
67
Gros grand haut
Groot, hoog
68
Large
Breed
69
Mince
Dun
70
Vendre
Verkopen
71
Gratuit
Gratis
72
La liberté
De vrijheid
73
Sucer
Zuigen
74
Labyrinthe
Labyrint
75
La parking
Parkeren
76
Le pain
Het brood
77
Les pâtes
Pasta
78
Le con
Vetzak, dikzak
79
Idiot
Dom
80
Intelligent
Knap
81
Louer
Verhuren
82
A bunch of
Een stel
83
L’exercice
Oefening, taak
84
L’entraînement
| La formation
Opleiding
85
S’entrainer
Trainen
86
Créer
Scheppen
87
Réel
Echt
