De economische scholen Flashcards

1
Q

Wanneer ontstaat de klassieke school?

A

Begin IR, tweede helft 18de eeuw, begin 19de eeuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de situatie bij het ontstaan van de klassieke school?

A

armoede, ‘kleine’ overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het doel van de klassieke school?

A

Productie centraliseren => schaalvoordeel. Specialisatie en taakverdeling in productieproces. Geen aandacht voor het individu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zegt de ‘onzichtbare hand’ van A. Smith? Bij welke economische school hoort dit?

A

Streven naar eigenbelang creëert maximale welvaart? Overheid moet eigenlijk weinig ingrijpen. Aanbieders willen beste producten aanbieden om klanten te behouden. Klassieke school

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke theorie ontwikkelde Jean-Baptiste Say voor de klassieke economische school?

A

De kringloopgedachte van de economie. Elk aanbod creëert een eigen vraag => markt is zelfregulerend. Enkel externe schok leidt tot recessie, niet de marktwerking zelf! Geen reden dus om zelf de marktwerking veel bij te sturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke theorie ontwikkelde Ricardo voor de klassieke economische school?

A

Het idee van comparatieve voordelen => waarom mensen handelen. Grondlegger theorie internationale handel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de waarde voor een goed bij de klassieke school?

A

De geïncorporeerde productiekosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke drie klassen zijn er binnen de klassieke school?

A
  1. Grondeigenaars
  2. Kapitalisren of eigenaars van productief kapitaal’
  3. Werkende klasse (arbeiders, landbouwers)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de focus van de neoklassieke school?

A

Uitbreiding klassieke school met vraagzijde. Individu staat plots centraal in de economische analyse.
Vraag en aanbod als prijsmechanisme => waarde van het goed ifv waarde voor het individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de waarde voor het goed bij de neoklassieke school?

A

Naast productiekosten ook op basis van waardering/nut door het individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat wil ‘homo economicus’ hypothese zeggen?

A

Waarde voor dit individu hangt af van nut voor zichzelf. Assumptie dat individu alle informatie kent en er naar handelt. Het individu zal dus handelen uit eigenbelang dat dus alternatief kiest zodanig dat zijn doelstellingen maximaal gerealiseerd worden. Hij is dus hyperrationeel en weegt elke mogelijkheid af (niet realistisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vat gedachte van neoklassieke school samen.

A
  1. Voorstander van vrije marktwerking => zelfregulerend, geen tot weinig overheidsinmenging
  2. Externe effecten kunnen leiden tot marktfaling => overheidsingrijpen wel nodig, externe effecten verstoren marktevenwicht
  3. Ten gevolge van informatieproblemen kan markt ook falen (imperfecte informatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Schets het probleem van imperfecte informatie.

A

Koper kent informatie niet over product niet waardoor markt implodeert. Koper biedt minder dan aanbieder wil krijgen => geen evenwichtsprijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is asymmetrische informatie?

A

Verkoper weet meer over de kwaliteit van het goed dan de koper waardoor markt kan falen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is adverse selectie? Hoe kan je dit oplossen?

A

Aantrekken van ongewenste tegenpartijen. Bv. mensen hebben een minimale basisverzekering nodig, mensen betalen sociale zekerheid, … anders zouden enkel mensen die het het meest nodig hebben, die verzekeringen aangaan. Bank moet garantie hebben (hypotheek) bij lening zodanig risico niet bij een marktpartij ligt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is moreel wangedrag? Hoe kan je dit oplossen?

A

Gedragsverandering ten nadele van andere partij omdat risico is verschoven.
1. Bestraffing slecht gedrag => bonus malus
2. Betere informatie (peer assessments groepswerk) => wangedrag verhinderen

17
Q

Waarop focust marxisitische school?

A

Klassen i.p.v. individu en grote focus op de productiezijde

18
Q

Wat is de waarde voor het goed bij de marxisitische school?

A

Geïncorporeerde arbeidswaarde

19
Q

Wat voorspelt Marx in Das Kapital?

A

Kapitalisme stort ineen door concentratie en monopolisering

20
Q

Wat is het belang van de “homo economicus” hypothese voor de economie?

A

Het kan worden gebruikt als basisaanname voor heel wat economische modellen. Er zijn wel heel wat belangrijke afwijkingen die in de gedragseconomie worden bestudeerd.

20
Q

Wat is het belang van de “homo economicus” hypothese voor de economie?

A

Het kan worden gebruikt als basisaanname voor heel wat economische modellen. Er zijn wel heel wat belangrijke afwijkingen die in de gedragseconomie worden bestudeerd.

21
Q

Welke drie informatieproblemen zijn er die kunnen leiden tot het falen van de markt in een vrije marktwerking?

A
  1. Asymmetrische informatie
  2. Adverse selectie
  3. Moral hazard = Morele zwakte
22
Q

Wordt marktevenwicht altijd bereikt in een vrije markt?

A

Neen, externe effecten of informatieproblemen kunnen tot verstoring leiden. Hierbij moet overheid wel ingrijpen volgens neoklassieke economen

23
Q

Communisme is …

A

collectief eigendom van productiemiddelen en centrale planning = planeconomie.

24
Q

Wat zegt Oostenrijkse school over planeconomie?

A

Kan niet werken omwille van informatieproblemen. Overheid bevat onmogelijk alle nodige informatie om economie te doen werken.

25
Q

Welk idee had Joseph Schumpeter?

A

Creative destruction => radicale innovaties veranderen maatschappij op lange termijn.
Succesvolle ondernemingen innoveren weinig door goede positie => stagnatie van het kapitalisme

26
Q

Wat obeserveerde Keynes?

A

I.p.v. dat de terugval van de vraag tijdelijk is en zich herstelt door het werken van de markt zelf (=neoklassiek) dat er toch langere periodes zijn met hoge werkloosheid en lage benutting van productief kapitaal. Ingrijpen van overheid is wel degelijk nodig maar publieke schuld neemt dan toe

27
Q

Wat bespreekt de instutionele school?

A

Het belang van instituties in economisch leven. Instituties zijn formele en informele spelregels in de maatschappij. (rechtssysteem, sociale zekerheid, onderwijs)

28
Q

Wat zegt gedragseconomie over “homo economicus”?

A

Vindt assumptie niet goed, gaat uit van een beperkte rationaliteit van het individu. In de realiteit gebruiken we vuistregels om beslissingen te nemen, we gaan niet steeds voor de optimale beslissingen maar meer voor “goed genoeg”.

29
Q

Welke 4 vuistregels worden besproken in de moderne gedragseconomie door Tversky and Kahneman?

A
  1. Verliesaversie
  2. beschikbaarheidsvuistregel
  3. Drempelvuistregel
  4. Rampenblindheid
30
Q

Wat is verliesaversie?

A

We voelen verliezen harder dan winsten.

31
Q

Wat is de beschikbaarheidsvuistregel?

A

We maken beslissingen of schatten kansen in op basis van hetgeen snel beschikbaar is in ons geheugen.

32
Q

Wat is de drempelvuistregel?

A

Het negeren van een bepaald gevaar wanneer de kansen kleiner zijn dan een bepaalde drempelwaarde/

33
Q

Wat is rampenblindheid?

A

Vorige ramp lang genoeg geleden waardoor de subjectieve kans op volgende ramp daalt.

34
Q

Welke scholen prefereren minimale tussenkomst van overheid?

A

klassiek, neoklassiek en Oostenrijkse school

35
Q

Wat is het model van een ontwikkelingsstaat?

A
  1. Sterke overheidsinterventie met ondersteunende en coördinerende rol
  2. Veel protectionisme
  3. Interne competitie stimuleren zodanig bedrijven in eigen land sterk ontwikkeld worden en op termijn mee kunnen concureren op de internationale markt
36
Q

Wat is het infant industry argument?

A

Jonge nieuwe bedrijven moeten beschermd worden van concurrenten tot ze matuur zijn

37
Q

Wat is de neoliberale ideologie?

A

Totale vrijheid van de markt geeft maximale vrijheid