De Ondernemingsrechtbank Flashcards
(8 cards)
Situering binnen hoven en rechtbanken
- In totaal telt België 9 ondernemingsrechtbanken:
◇Antwerpen, Brussel Nederlandstalig, Brussel Franstalig, Leuven, Gent, Eupen, Luik,
Henegouwen en Waals-Brabant
◇ Georganiseerd per rechtsgebied van een Hof van Beroep - De ondernemingsrechtbank kan bestaan uit één of meer afdelingen
- Iedere ondernemingsrechtbank heeft één of meer kamers voor ondernemingen in moeilijkheden (KOIM)
◇ Ondernemingen in moeilijkheden opsporen a.h.v. ”knipperlichten”
◇ Ondernemingen in moeilijkheden opvolgen
Een geëigende rechtbank
- Concept bestaat reeds sedert (late) Middeleeuwen, thans uiteraard geëvolueerd
- Accentueert eigenheid van het Ondernemingsrecht (cf. bewijs)
- Hybride samenstelling (beroepsmagistraten vs. lekenrechters) met als centrale insteek een
rechtscollege van en voor ondernemers (cf. peer review)
- Grote rol in tal van materies ◇ Doorwerking gebruiken (bv. rekening-courant, diverse kredietvormen, enz.) als rechtsbron ◇ Kort geding rechtspraak ◇ Procedures zoals in kort geding ◇ Ondernemingen in moeilijkheden
Historische schets
- Verordening Karel IX van 1563 – grondtekst:
◇ Pre-1563?
◇ Unitaire samenstelling: exclusief kooplieden – democratisch verkozen
◇ Geschillenbeslechting: snel, goedkoop en zonder veel formalisme - Revolutionaire en intermediaire recht: status quo
- 1831: art. 105 GW van 1831 (scheiding der machten)
Evolutie
- Gerechtelijke hervorming 1967 (wet 10 oktober 1967, BS 31 oktober 1967)
o Kritisch onderzoek – voortbestaan herbevestigd
o Hybride samenstelling - Wet van 26 maart 2014 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus
2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het
oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies
o Wijzigt voornamelijk de bevoegdheid van de toenmalige rechtbank van koophandel
ratione personae
o Aanknoping bij toenmalige algemene definitie “onderneming” in het WER (maar niet
identiek)
o Bron van interpretatieproblemen, voornamelijk wat betreft de inhoud van een
“economisch doel” - Wet van 15 april 2018 houdende hervorming van het ondernemingsrecht:
o Rechtbank van Koophandel (kooplieden en daden van koophandel) wordt
Ondernemingsrechtbank
o Bevoegdheid ratione personae wordt gekoppeld aan huidige algemene definitie
“onderneming” in het WER
Eigenheid van ondernemingsrecht (vergelijk met burgerlijk recht)
- Snelle(re) evolutie
o Gebruiken contra legem (bv. Anatocisme) - Dirigisme vs. vrijheid
o Uitgangspunt: Vrijheid van ondernemen
▪ Thans neerslag in artikel II.3 van het WER (voorheen: Decreet d’Allarde)
▪ Vrijheid om enige economische activiteit te voeren
▪ Zekere beperkingen (pro memorie in artikel II.4 van het WER)
o Uitzonderingen: overheidstussenkomst
▪ Bescherming zwakkeren
▪ Billijkheid
▪ Economische groei/stabiliteit
Hybride samenstelling
- Essentie: 1 voorzitter (beroepsmagistraat) en 2 bijzitters (rechters in ondernemingszaken)
- Wettelijke basis: art. 84 Ger.W.:
“De ondernemingsrechtbank bestaat uit een of meer kamers.
Iedere kamer wordt voorgezeten door een rechter in de ondernemingsrechtbank en telt
bovendien twee rechters in handelszaken.
Iedere ondernemingsrechtbank stelt een of meer kamers voor ondernemingen in
moeilijkheden in.”
- Opgelet voor spraakverwarring: voorzitter rechters in ondernemingszaken (art. 85, derde lid
Ger.W.)
Rechters in ondernemingszaken
- Synoniem: lekenrechter of consulair rechter
- Benoemingsvoorwaarden (art. 203-204 Ger.W.):
o Dertig jaar oud
o Ten minste tien jaar nuttige beroepservaring die blijk geeft van praktische kennis
van aangelegenheden inzake ondernemingszaken
o Geen wettelijk voorgeschreven examen, wel opleiding volgen - Benoemingsprocedure:
o Door de Koning benoemd, op gezamenlijke voordracht van de ministers van Justitie,
Economische Zaken en Middenstand (art. 203, eerste lid Ger.W.)
o Zichzelf aanmelden of voorgedragen worden door representatieve professionele en
interprofessionele organisaties uit de handel of de nijverheid (art. 204, tweede lid
Ger.W.)
o Eerst voor drie jaar, verlenging voor vijf jaar - Onverenigbaarheden, deontologie en aansprakelijkheid:
o Uitgangspunt: zelfde regels als voor beroepsmagistraten
o Met uitzonderingen: bv. uitoefening van beroepswerkzaamheden die voor het
opdoen van ervaring toegestaan zijn om benoemd te worden tot rechter in
ondernemingszaken - Problematiek vergoedingsregeling
- Toenemend belang (aantal) en uitbreidend takenpakket:
o Rechter-commissaris in faillissementen: houdt toezicht op procedure en curator.
o Gedelegeerd rechter bij een gerechtelijke reorganisatie: houdt toezicht op
procedure
o I.k.v. handelsonderzoeken: roept de ondernemer op om de moeilijkheden te
bespreken en te komen tot een herstelplan of bijvoorbeeld een gerechtelijke
reorganisatie.
Bevoegdheid
- Algemeen (art. 573 Ger.W.):
o Geschillen tussen ondernemingen
o Vorderingen tegen ondernemingen: keuzerecht (“kan”)
o Ondernemingen als bedoeld in artikel I.1, 1°, van het Wetboek van economisch
recht, m.a.w. sedert 2018 uitbreiding tot:
▪ Landbouwers
▪ Vrije beroepen (notarissen, advocaten, architecten etc.)
▪ Verenigingen met rechtspersoonlijkheid (uitz. VME)
▪ Stichtingen
=> Invloed op lekenrechters - Bijzonder:
o Met betrekking tot rechtspersonen:
▪ Geschillen ter zake van een vereniging met rechtspersoonlijkheid, stichting
of vennootschap, met uitzondering van een vereniging van mede-eigenaars
▪ Geschillen die ontstaan tussen hun voormalige, actuele of toekomstige
vennoten of leden met betrekking tot de betrokken vennootschap, stichting
of vereniging
o Geschillen inzake intellectuele eigendomsrechten
o Geschillen inzake marktpraktijken
o Geschillen inzake wissel- en orderbrieven - Uitsluitend:
o Insolventieprocedure = faillissement en gerechtelijke reorganisatie (Boek XX WER)
o Centraal Register Solvabiliteit (Regsol): digitale afhandeling van de
insolventieprocedures - Vordering tot staken (Titel 1, Boek XVII WER): bevoegdheid van de Voorzitter
o Meest voorkomend is staking inzake marktpraktijken
o Zoals in kortgeding - Kortgeding (stricto sensu): bv. aanstelling voorlopig bewindvoerder (buiten insolventie)