Brainscape's Knowledge GenomeTM


Top Flashcards (Certified)
All Flashcards

latijn examen juni > de rerum natura > Flashcards

de rerum natura Flashcards

(47 cards)

Start Studying
1
Q

geef mij alle stijlfiguren in regel 1-2

A
  1. tegenstelling: mari-terra
  2. hyperbaton magnum laborem
  3. ventis = poëtisch meervoud
  4. aequora metonymie, lett. zee nu golven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

[mari…ventis] r1?

A

LA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat wordt er hier bedoeld met ‘het grote werk van een ander’?

A

Het besturen van het schip
het lijkt ironisch dat hij dat aangenaam vindt, maar is filosofisch, hij vindt dat niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

[non…suave est] r3?

A

mededelende O-zin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stijlfigur(en) r3?

A

ellips est na voluptas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

[quibus…careas] r4?

A

vragende V-zin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

functie en afkomst careas? r4

A

LV, <carere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is quibus r4?

A

vragend vnw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

stijlfigur(en) r5

A
  1. ellips est na suave
  2. variatio: spectare, cernere, tueri, despicere zijn synoniemen vr bekijken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bij wat hoort instructa r6?

A

certamina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

[per…instructa] r6

A

bvb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

tua sine parte pericili?

A

abl. vz. constructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

determineer tua r6

A

2de p. enk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

nr wat verwijst tua r6?

A

de andere personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat en hoe benadrukt serena r8

A

opvallende woordplaats, normaal moet het woord voor de woordkern staan. het benadrukt de innerlijke rust (ataraxia)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bij wat hoort doctrina? r8

A

munita

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

naar wat verwijst r8?

A

als je filosofie doet krijg je innerlijke rust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

[despicere…potiri] r9

A

bvb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat s passim r9?

20
Q

stijlfiguurr v9-10

Study These Flashcards
A
  1. alios hernomen van v9, =LV v queas + onderwerp bij errare
  2. quaerere = variatio v errare
21
Q

stijlfiguur r11

Study These Flashcards
A

certare = contendere: variato v strijden

22
Q

hoe zie je in de tekst dat de schrijver de manier van leven van mesnen afkeurt? r14-15

Study These Flashcards
A
  1. zegt dat je niet gelukkig wordt van epicurisme
  2. hij noemt ze: miseras hominum mentes
  3. Neg. woordkeuze: miseras en caera
  4. anafoor van ‘o’
  5. chiasme: miseras mentes, pectora caera
  6. miseras en caera = beschrijvende bepaling, normaal voorkern maar hier na kern = extra nadruk van neg woordkeuze
  7. homoioteleuton pectora caera
23
Q

qualibus komt van? r15

24
Q

tenebris komt van? r15

Study These Flashcards
A

tenebrae (komt enkel in mv voor)

25
periclum komt van? r15
periculum = verkorte vorm
26
determineer alegitur r16
pas. ind. preas.
27
determineer quodcumquest r16
nom. o. enk.
28
nr wat verwijst regel 16?
naar het feit dat het leven kort is en je moet proberen geluk te vinden
29
geef denaamval nil en aliud r17
acc.
30
[nil...aliud] r17
mededelende V-zin
31
van wat komt utque
utique
32
naamval en functie corpore r18
abl. bwb verwijdering
33
determineer seiunctus r18
nom. m. enk. pas. part. perf.
34
stijliguur r18
pleonasme: obscit en seiunctus
35
determineer fruatur r18
conj. preas. =potentialis
36
[nisi...metuque] r18
bwb voorwaarde
37
iucundo sensu naamval? r19
abl.
38
determineer suave r1
39
determineer turbantbus r1
40
wat is de tijdsrelatie van turbantibus?
gelijktijdig
41
naamval en functie terra r2
abl. bwb. verwijdering
42
laborem r2
acc. lv
43
welke 2 bvb's horen bij laborem r2?
magnum en alterius
44
determineer vexari r3
45
determineer quemquam r3
acc. o.
46
naamval en functie malis r4
abl. V verwijdering
47
determineer instructa

latijn examen juni (9 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions