De verleden tijd ( imperfectum) Flashcards

(59 cards)

1
Q

Karen jobbet fra 2005 til 2008 i London.

A

Karen werkte van 2005 tot 2008 in London.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Philips pleide å lage lyspærer og TV-er

A

Philips maakte vroeger gloeilampen en tv`s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

På skolen snakket jeg bedre engelsk enn jeg gjør nå.

A

Op school praatte ik beter Engels dan nu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vi bodde i Utrecht fra 2001 til 2014

A

Wij woonden van 2001 tot 2014 in Utrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Da jeg var ung spilte jeg fotball hver lørdag

A

In mijn jeugd voetbalde ik elke zaterdag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Når spilte Cruyff for Barcelona?

A

Wanneer speelde cruyff bij Barcelona?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Jeg snakket ikke nederlandsk i fjor

A

Ik sprak vorige jaar nog geen Nederlands

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Tidligere leste barn mer på skolen enn de gjør nå

A

Vroeger lazen kinderen op school meer dan nu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

J.K. Rowling skrev Harry Potter-bøkene

A

J.K. Rowling Schreef de Harry Potter boeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hvilke idretter drev du med på skolen da du var yngre?

A

Wat deden jullie vroeger aan sport op school?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

På 1960-tallet kom mange tyrkere til Nederland.

A

In de jaren zestig kwamen veel Turken naar Nederland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Faren min så på nyhetene på TV hver kveld.

A

Mijn vader keek elke avond naar het nieuws op tv.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Fansen så Messi bomme på en straffe

A

De supporters zagen Messi een penalty missen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

“Hadde du allerede en mobiltelefon da du var barn?”

A

Had jij als kind al een mobiele telefoon?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tidligere hadde folk ennå ikke mobiltelefoner

A

Vroeger hadden de mensen nog geen mobiele telefoons

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Den gang ringte alle hverandre ennå med fasttelefon

A

Toen Belde iedereen elkaar nog met een vaste telefoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

For lenge siden bodde det en vakker prinsesse i et vakkert slott.

A

Lang geleden leefde er een mooie prinses in een prachtig kasteel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

På den tiden var det ikke internett ennå.

A

In die tijd was er nog geen internet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

For mange år siden var det/kunne man lett å finne fast jobb.

A

Jaren geleden kon je makkelijk een vaste baan vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

“I det 20. århundre var det to verdenskriger.”

A

In de 20e eeuw waren er twee wereldoorlogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

“I middelalderen døde mange mennesker av epidemier.”

A

In de middeleeuwen gingen veel mensen dood door epidemieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

“På sekstitallet skjedde det veldig mye innen popmusikk.”

A

In de jaren zestig gebeurde er heel veel in de popmuziek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Da jeg var liten bodde jeg i en landsby nær Leeuwarden

A

Toen ik klein was, woonde ik in een dorpje vlakbij Leeuwarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Da jeg var student hadde jeg mange venner og mye fritid.

A

Toen ik studeerde, had ik veel vrienden en veel vrije tijd.

23
Det var veldig gøy og omgivelsene var veldig vakre.
Het was heel leuk en de omgeving was heel mooi.
24
Vi bodde på en trivelig campingplass og fikk/ hadde raskt kontakt med andre gjester
We stonden op een gezellige camping en hadden snel contact met andere gasten
25
"På øya kunne vi nyte herlige sykkel- og fotturer."
Op het eiland konden we heerlijk fietsen en wandelen
26
Om kveldene lagde vi vanligvis mat selv på campingplassen
`s avonds kookten we meestal zelf op de camping
27
Noen ganger gikk vi for å spise på en restaurant i landsbyen eller på en strandbar.
Soms gingen we eten in een restaurant in het dorp of in een strandtent.
28
Etter middag tok vi ofte enda en tur på stranden
Na het eten maakte we vaak nog een strandwandeling
29
Det var en fantastisk ferie.
Het was heerlijke vakantie.
30
Vintrene i Nederland pleide å være kaldere enn de er nå
Vroeger waren de winters in Nederland kouder dan nu
30
Tidligere betalte vi mindre for de fleste produkter enn vi gjør nå
Vroeger betaalden we voor de meeste producten minder dan nu
31
Tidligere snakket jeg ennå ikke nederlandsk, nå snakker jeg ganske bra nederlandsk.
Vroeg sprak ik nog geen Nederlands, nu spreek ik redelijk Nederlands.
32
Jeg pleide å sykle til skolen, nå drar jeg til jobben med bil.
Vroeger ging ik met de fiets naar school, nu ga ik met de auto naar mijn werk.
33
"I min barndom hadde vi bare fasttelefon."
In mijn jeugd hadden we alleen een vaste telefoon.
34
Det var ennå ingen datamaskiner, ingen mobiltelefoner og/ også nesten ingen TV-er
Er waren nog geen computers, geen mobiele, telefoons, en ook nog bijna geen tv's
35
Vi fikk vår første TV i 1954, da jeg bare var en liten gutt.
Wij kregen onze eerste tv in 1954, toen ik nog een kleine jongen was.
36
Det var en svart-hvitt-TV med bare to kanaler.
Dat was een zwart-wit tv met maar twee kanalen.
37
"Og det tok helt til slutten av 1990-årene før de fleste mennesker hadde en datamaskin."
En het duurde nog tot eind van de jaren negentig voordat de meeste mensen een computer hadde.
38
"Jeg husker fortsatt lørdagskveldene fra barndommen min – da satt vi hele familien foran TV-en."
Ik herinner me uit mijn jeugd nog de zaterdagavond, dan zaten we met het hele gezin voor de televisie.
39
De kveldene var veldig hyggelige, vi koste oss / we enjoyed it
Die avonden waren heel gezellig, we genoten ervan.
40
Gisteren feliciteerden wij onze buurman met zijn 40e verjaardag,
41
Als kind wilde ik heel graag filmacteur worden
42
Rob was een moeilijk kind, hij luisterde bijna nooir naar zijn ouders.
43
Juan heeft nu veel Nederlandse vrienden, maar toen hij pas Nederland was, kende hij nog weinig Nederlanders.
44
Tijdens onze reis door frankrijk stopten we vaak bij wijngaarden en proefden we de lekkerste wijnen.
45
Na een vertraging van twee uur landde het vliegtuig eindelijk op Schiphol.
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56