Deel 1 Flashcards

(61 cards)

1
Q

Verschuiving in de rol van media van … naar …

A

mediaschaarste en een beperkte toegang tot media om reclame te maken voor degenen die geld hebben
naar
een media-overload, informatie-overload, democratisering van de media. Iedereen is nu een mediabedrijf voor zichzelf. Als je alleen traditioneel blijft maken mis je je publiek: het is belangrijk om te veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar streef je naar in content marketing?

A

Naar om als mediabedrijf te laten zien dat je iets te zeggen hebt, mensen te engageren, te inspireren en loyaal te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar gaat het om?

A

Om het creëren van je eigen media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voorbeelden van succes:

A
  • slow content (stil en langzaam) bv De Arena
  • live content (alles live delen, vermaak consumenten en stimuleren verkoop door interactie> content boosten en vragen of anderen delen)
  • augmented reality (inhoud in context) bv Ikea, mensen konden zien via scherm of een bank id woonkamer past > grotere verkoop en minder teleurstelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

New York Times en Virtual Reality

A
  • stimuleren empathie
  • fysieke realiteit en dus geloofwaardigheid
  • ervaringen en gevoelens van een persoon overbrengen op de kijker
  • gevoel van belichaming of belichaamde cognitie voelen
  • embodiment: jezelf als onderdeel zien van de VR omgeving en er meer door geraakt worden > er iets aan willen doen
    Shin (2018)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Content marketing gaat om het ontwikkelen van…

A

eigen kanalen, het ontwikkelen van eigen media is heel breed en gaat over alle nieuwsmedia en kanalen en het verkennen en toepassen hiervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Owned media

A

je eigen mediabedrijf worden
- orienteren op je publiek
- non linear: het wordt gedeeld, mensen reageren en maken nieuwe content
- ten gunste van core business, omdat je je merk winstgevend wilt maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Doel van owned media

A

driving profitable customer action = aantrekken en binden van een duidelijke omschreven doelgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Content marketing gaat ook om alignment;

A

traditioneel werken takken in een bedrijf niet goed samen. Wat content marketing wil bereiken, is dat deze silo’s worden verbroken en dat ze met elkaar samenwerken, zodat er één conversatie is met de doelgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Eerste doel van content marketing:

A

*autoriteit opbouwen
*bewustzijn creëren
*leads genereren
*leads omzetten in sales
*loyaliteit laten groeien
*imago verbeteren
*ambassadeurs creëren
*omzet
*etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Tweede voornaamste doel:

A

*cross- en upsell
*klanttevredenheid verbeteren
*internetverkeer genereren
*abonnementsnieuwsbrieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een mediabedrijf gaat om:

A
  1. het begrijpen van de doelgroep
  2. een bewezen format (vb. voice bestaand concept, toch altijd wel iets nieuws)
  3. multi- or omni-kanaal (stemmen, delen, naar het evenement komen)
  4. altijd aanwezig zijn als mediabedrijf
  5. autonoom verkeer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Trends in media opsomming

A

Trend 1: kleinere technologie-obsessie
Trend 2: lezers moeten betalen
Trend 3: kwaliteitscontent
Trend 4: virtual reality en storytelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Trend 1: kleinere technologie-obsessie

A
  • veel tools beschikbaar voor verschillende functies
  • geïntegreerde tools, zoals HubSpot
    *om verkeer te genereren
    *laat toe om com tussen kanalen te beheren
    *laat het toe om content te personaliseren
    *om gesprekken te monitoren en optimaliseren om de content-bibliotheek te beheren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Trend 2: lezers moeten betalen

A
  • met data, geld, of diepe loyaliteit
  • millennials zijn terughoudend om te betalen
  • Generatie Y is betalend opgegroeid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Trend 3: kwaliteitscontent

A
  • een verlaagd verkeer is geen ramp
  • 3% van unieke bezoekers zullen automatisch worden omgezet naar digitale leden
  • betaalde distributie: hoort erbij
  • SEO prestaties: niet #1
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Trend 4: Virtual reality en storytelling

A
  • daadwerkelijk in de wereld, het verhaal, stappen: echt meeslepend
  • in virtuele omgeving zullen kijkers die dichtbij personages staan en dezelfde ruimte delen wellicht hun emoties/situaties sterker voelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Geautomatiseerde content

A

e.g. Chatbots, AI, robots

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Content marketing is een brug discipline die

A

bedrijf, klant, markt en omgeving op een strategisch, tactische, operationeel en infrastructureel niveau samenbrengt. De focus is om de eigen merkpositie en conversie te optimaliseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wanneer content marketing als een eigen discipline wordt gezien, zal er een inefficiënte en ineffectieve

A

silo mentaliteit ontstaan, waarbij losse factoren onvoldoende inpunt hebben in het ultieme ontwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Doel van content marketing

A

de meest communicatieve efficiëntie bereiken door relevante inhoud met een zo lang mogelijke doorlooptijd en zo min mogelijk mensen en middelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Custom publishing is

A

de voorloper van het gebied van content marketing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Custom publishing is

A

inhoud op maat dat het gedrag of perceptie van het publiek beïnvloedt. merken probeerde hun positie te versterken door info te verstrekken die deze positie versterkt. het gaat dus meer om inhoudelijke inhoud, dan sales georienteerde reclame.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Paid media

A

klassieke uitegevers, inhoud zelf is het kernproduct en worden ads en native content geworven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Custom publisher is
uitgever op maat is het eigen mediakanaal geen instrument om ads of abbonnementgelden te verwerven, maar is de inhoud een instrument om de consument te betrekken bij de wereld waarin hun merk opereert
26
Brand as publisher
trend waarbij bedrijven minder geld uitgeven aan blootstelling op kanalen van derden en de focus leggen op het bouwen van hun eigen content-domeinen
27
Brand publishing:
- grootst mogelijke groep stakeholders bereiken en het versterkt de loyaliteit van het eigen merk - mix van betaalde en eigen media zorgt ervoor dat er aantrekkelijk verkeer ontstaat, waardoor zichtbaarheid en interactie op sociale en gehuurde media wordt opgebouwd. Heeft weer invloed op betrokkenheid, attitude en activering - via brand publishing meer intensieve loyaliteit van klanten opgebouwd, omdat de eigen content mogelijkheden biedt om bezoekers op een diepere manier te kennen (PROFILING)
28
Brand management is
een marketingdiscipline die de merkidentieit, imago, positie monitort, analyseert, aanpast en organiseert
29
Belangrijke tak, aangezien
merkwaarde (brand value) van groot belang is voor de bedrijfswaarde. Het financiële belang van merkwaarde is alleen maar toegenomen in de afgelopen decennia, omdat functionele + technische kwaliteit vanzelfsprekend is geworden en merkkwaliteit daarom steeds meer de onderscheidende factor wordt.
30
Brand management:
- brand communication - maintain the brand loyalty of your existing customers - buil the characteristics across all verticals - position yourself - define your personality
31
Definitie van content marketing
een marketing- en bedrijfsproces van het creëren en verspreiden van waardevolle, relevante en consistente content om een duidelijk gedefinieerd publiek aan te trekken en te verwerven - met het doel om winstgevende klantenacties te stimuleren
32
Brand objectives (doelen) die belangrijk zijn:
- in hoeverre jouw merk wordt gezien, begrepen en gewaardeerd door jouw doelgroepen - elk merk heeft een eigen karakter en unieke identiteit - schrijf een merkprofiel en bedrijfsverhaal op en blijf dit gebruiken als een toetssteen voor je interne en externe communicatie -leef denk en handel je mee
33
Brand objectives (doelen) die belangrijk zijn:
- in hoeverre jouw merk wordt gezien, begrepen en gewaardeerd door jouw doelgroepen - elk merk heeft een eigen karakter en unieke identiteit - schrijf een merkprofiel en bedrijfsverhaal op en blijf dit gebruiken als een toetssteen voor je interne en externe communicatie -leef denk en handel je mee
34
Van command & control naar organisation branding
Klassieke merkbenadering command and control: - het merk was een managementtool die werd gebruikt om optimaal rendement te linken aan optimale aandeelhouderswaarde Organisation branding: - merk voorziet in het handelingsperspectief, van waaruit de organisatie die zich verhoudt tot interne en externe belanghebbenden. De individualiteit en de aard van het merk in relatie tot de steeds complexere omgeving staan centraal
35
Business objectives zijn
het geheel van rationele, objectief kwalificeerbare doelen en subdoelen. Deze doelen vormen een expliciet deel van de contentstrategie, content organisatie en content planning. Ze beschrijven wat jouw merk wil bereiken, met welke doelgroepen en in welke markten. De doelen kunnen zowel commercieel als financieel zijn, maar kunnen ook gerelateerd zijn aan de merkwaarden en merkwaardering van de doelgroep. Alle business objectives meoten meetbaar zijn en periodiek gemeten worden en zo nodig aangepast worden. Deze doelen zijn dus onderhevig aan veranderingen, meer dan het statistische fenomeen van merkidenteit.
36
Content organisation - hoe ontwikkel je de juiste inhoudelijke competenties?
- je moet leren denken uit het perspectief vd doelgroep en haar interesses - vasthouden aan de gekozen contentformule zonder flexibiliteit te verliezen in de verdere ontwikkeling van je formats - je moet weten hoe je je publiek bereikt, interesseert en bindt - dit vereist het gebruik van de juiste technologie
37
Content organisation - wie moet je betrekken?
- agile teams = multidisciplinaire teams die niet zo groot zijn en die werken op specifieke onderwerpen, gebruikmakende van kleine stapjes, zonder vastgelegde plannen van tevoren - recht om fouten te maken, leren van wat ze doen - de geïntegreerde organisatorische benadering wordt bereikt zonder de last van plannen, methodes en vaste controle
38
Content organisation - wat moet je zelf doen en waar betrek je derde partijen?
- Het is belangrijk, dat iedereen die je betrekt, het merk echt leeft en is. - Dit creëert een spanningsgebied: het risico van inconsistente communicatie groeit met de dag, wanneer de communicatie meer vanuit merkvertegenwoordigers wordt gedaan. - Permanente en diepgaande betrokkenheid bij en coördinatie van de eigen content ma
39
Content organisation - content bronnen?
- Motto: de content moet voor ons werken, in plaats van dat wij werken om content te creëren en verspreiden. ○ We moeten dus verbinding maken met wat er gebeurt in de gemeenschappen van stakeholders en onze bronnen en input organiseren vanuit dat perspectief ○ Deze connecties zijn deel van de fundering van het strategische competitieve voordeel van een merk/organisatie. Dit precieze netwerk is namelijk moeilijk te kopiëren door concurrenten.
40
● Welke rol spelen sociale influencers in contentcreatie en -verspreiding?
○ Goede influencers dragen nadrukkelijk bij aan bereik, betrokkenheid en geloofwaardigheid, maar vanwege hun onafhankelijkheid zijn ze niet hiërarchisch gebonden en kunnen ze daarom niet direct worden beïnvloed. ○ Toch neemt hun belang toe naarmate consumenten meer inhoud, prikkels en authenticiteit zoeken. ○ Dit is moeilijk te leveren vanuit de eigen zakelijke bronnen.
41
Hoe te organiseren?
○ Dit vereist een slimme balans tussen flexibiliteit en controle. ○ Een juiste en breedgedeelde contentplanning biedt grip op curatie, creatie en distributie, terwijl flexibele vormen van content marketing (inbound, content hacking) de nodige flexibiliteit bieden die we kunnen gebruiken om in te spelen op de markt en de samenleving. ○ Testen: wat werkt, met wie en op welke manier?
42
wat kun je concluderen uit deze vragen?
dat het command-control model niet stand kan houden in een gedigitaliseerd en gedemocratiseerd medialandschap, waarin iedereen direct kan communiceren en verbonden is met elkaar. Dit model loslaten is hierom essentieel.
43
Storytelling=
het vertellen van persoonlijke verhalen is belangrijker en krachtiger dan analyses, als ze een emotie overbrengen die gevoeld wordt en zich vastzet
44
Een verhaal heeft impact op mensen, verloop:
- concrete, plaats, tijd, personen - 1 persoon als hoofdpersonage - concrete gebeurtenis - worsteling, climax overwinnen, ondanks of dankzij hulp of tegenwerking van anderen - ommekeer; willen positieve afloop - medestander, rivaal, vijand> maar goed einde - piek en einde
45
Voor bedrijven, pak het niet aan als een product, maar
maak er een persoonlijk verhaal van, dan heb je iets met veel meer waarde, die functioneel, psychologisch, sociaal en zelfs mentaal is. De waarde is mutlidimensioneel.
46
Verhaal vs narrative Verhaal:
- verhaallijn, plot - hoofdpersonage - climax - resultaat > wat de verteller wil overbrengen
47
Narrative:
- de consumptie en interpretatie van het verhaal - hangt af van wat je al weet, aandacht, persoonlijkheid, demografische kenmerken > hoe de ontvanger het verhaal interpreteert
48
Wel kan er een kloof zijn
gaat niet enkel om het verhaal, maar ook om hoe de ontvanger het interpreteert. Soms kan het anders zijn dan de verteller bedoelde
49
Hoe wordt een verhaal verwerkt?
1. analytische overtuiging 2. verhalende overtuiging
50
Analytische overtuiging
- overtuiging obv argumenten en feiten (alleen met hoge motivatie) - voorkennis wordt gebruikt om de info te verwerken > ELM model: dubbele verwerking
51
ELM
Centrale route: als mensen gemotiveerd zijn verwerken ze hier. Nadenken. Inhoud controleren en kijken of het op een lijn ligt met wat er in ons hoofd zit. Perifere route: niet gemotveerd, cues gebruikt om te overtuiging, zoals humor of aantrekkelijkheid
52
Verhalende overtuiging:
- ontvanger wordt verleid door het verhaal - geen duidelijke argumenten - verdwaalt in het verhaal - eigen interpretatie > een verhaal wordt anders verwerkt bij verschillende soorten overtuiging
53
Transportation is
vanaf het moment dat je begint met interpreteren, begint het vervoer, en je bent het meest betrokken
54
Kenmerken van transportation: MEPCIG
Mentale beeldspraak (mental imagery) Emotionele betrokkenheid Psychologische/fysiologische effecten Cognitieve aandacht voor het verhaal Inleven in het verhaal, hoofdpersoon Geen aandacht voor de omgeving
55
De kracht van verhalen: een verhaal is sterke n wordt eigen waarheid
bv. hitler creërde een verhaal
56
Green & Brock transportation theory
consequenties van transportatie - theorie beschrijft hoe mensen meegesleept kunnen worden in de wereld van een verhaal, en betrokken raken met de personages
57
het narratief is
de manier waarop de ontvanger het verhaal ontvangt en interpreteert
58
transportatie is
een fase van onthechting van de wereld van herkomst die de ontvanger van het verhaal ervaart door zijn of haar opgaan in het verhaal. Meegesleept worden door het verhaal > de lezer verlaat zijn eigen wereld en gaat de andere wereld binnen
59
Absorptie en transporatie
een persoonlijkheidstrek of een algemene neiging om ondergedompeld te worden in levenservaring >transportatie wordt beinvloed door een persoonlijkheidstrek
60
Flow en transportatie
een relatief algemeen construct, omdat mensen flow kunnen ervaren in een verscheidenheid van ervaringen transportatie brengt een specifiek empathie en mentale beeldspraak met zich mee > flow kane en deel van transportatie zijn
61
Immersie en transportatie
een ervaringsgerichte reactie op esthetische en visuele elementen van beelden transporatie vertrouwt op een verhaal met plot en personages, kenmerken die niet aanwezig zijn in immersie